Politieke islam als buffer tegen fundamentalisme
Politieke islam als buffer tegen fundamentalisme
De nieuwe wind die in de Arabische wereld waait is misschien wel minder seculier dan aanvankelijk werd gedacht, zegt CHAMS EDDINE ZAOUGUI. En hij maakt zich daar niet eens zorgen over. God lijkt de Arabische omwentelingen via de achterdeur binnen te komen. Na vijf maanden massale volksprotesten, waarbij opvallend weinig religieuze slogans te horen of te lezen waren, beginnen gematigde islamitische groeperingen zich steeds nadrukkelijker en zelfverzekerder op te stellen. Niet dat ze de politieke toekomst van de Arabische wereld zullen domineren. Maar dat ze een belangrijke rol zullen spelen, lijkt steeds waarschijnlijker. Democratie met islam-trekken In het begin werd vaak gezegd dat de protesten in Tunesië, Egypte en elders overwegend seculier waren. Tot op zekere hoogte was dat ook zo. De centrale en terugkomende boodschap was er een van verandering, van democratisering. God werd erbuiten gehouden. De stoel van de machthebber moest aan het wankelen gebracht worden, daar ging het om. Maar naarmate de omwentelingen zich ontvouwen en uitkristalliseren, ziet het ernaar uit dat er niet alleen gepleit wordt voor meer democratie, maar ook voor meer islam. Democratie zal met andere woorden een islamitisch gezicht krijgen. Of toch sterk islamitische trekken. Neem Egypte. De kans dat de Moslimbroederschap tijdens de parlementsverkiezingen in het najaar een groot deel van de zetels zal binnenhalen is vrij groot. Schattingen schommelen tussen dertig en veertig procent. Ook in Tunesië zullen de islamisten, die een meer religieuze oriëntatie willen geven aan de bestaande seculiere staat, het vermoedelijk goed doen. In Syrië, Jemen en Libië is het nog niet zo ver. Maar als de revoluties zich doorzetten, zullen ook daar verschillende islamitische groeperingen op het politieke toneel verschijnen. Hoe komt het dat de islamisten pas zo laat uit de coulissen treden? Uit veiligheid vooral. In de meeste Arabische landen werden islamitische groeperingen buiten de wet gesteld (in Syrië staat zelfs de doodstraf op lidmaatschap tot de Moslimbroederschap). En waar ze getolereerd of gedoogd worden – zoals in Marokko, Egypte en Jordanië – moeten ze op hun tellen letten, en hebben ze weinig politieke slagkracht. Te vroeg ijveren voor een samenleving waar islam een prominentere plek krijgt in de politiek, was te risicovol. Maar naarmate de betogingen momentum krijgen, worden ze assertiever en hoor je af en toe ook religieuze geluiden. De context maakt de vorm Moet het Westen die evolutie vrezen of proberen tegen te houden? Eigenlijk niet. In de eerste plaats omdat elke nieuwe vorm van democratie best rekening houdt met de samenleving waarin ze groeit. De vergissing van de Verenigde Staten en Europa in het verleden is vaak geweest om democratisering op een abstracte manier te willen vormgeven, zonder rekening te houden met lokale gebruiken of tradities. Maar een dergelijke democratiseringspolitiek heeft weinig slaagkans. Waar het om draait is dat de mensen die naar voren worden geschoven om de nieuwe democratie te belichamen de nodige politieke legitimiteit hebben. Een ander argument is dat de politieke islam een belangrijke buffer vormt tegen extreem radicale en jihadistische groeperingen, voor wie democratie anathema is. Veel westerse politici zijn nog altijd geneigd om die twee strekkingen op een lijn te plaatsen. Maar die vergelijking is simplistisch en problematisch. Zo levert Hamas in Gaza een bikkelharde strijd met salafistische groeperingen, die in sommige gevallen logistieke steun krijgen van Al-Qaeda. En ook de Egyptische Moslimbroederschap en Hezbollah zijn ketters in de ogen van veel jihadistische en ultra-radicale moslims; de een omdat ze het geweld hebben afgezworen en geloven in politiek, de ander omdat het sjiieten zijn. Het zou dan ook verkeerd zijn om de recente opflakkering van sektarisch geweld in Egypte toe te schrijven aan de islam. De salafistische bendes die afgelopen zaterdag twee Koptische kerken in brand staken, vertegenwoordigen vooral zichzelf: een radicale, onverdraagzame en militante minderheid. Uiteraard biedt de islam, anders dan de populaire slogan ‘Islam is de oplossing' suggereert, geen magische oplossing voor alle chronische problemen in de Arabische wereld. Het zou wel eens kunnen blijken dat de politieke islam vooral een goed rekruteringsmiddel is, maar veel minder goed scoort als het aankomt op economie of cultuur. Hoe dan ook: politieke islam moet een kans krijgen, eenvoudigweg omdat veel Arabieren dat willen. Vergeet niet dat het de huidige seculiere regimes zijn die de rituelen van de democratie al decennialang na-apen en de bevolking stevig onder de knoet houden. Jongeren en theocratie De Verenigde Staten, de grootste westerse macht in de Arabische wereld, zullen moeten leren omgaan met die nieuwe geopolitieke realiteit. Voor een Iraans scenario hoeven ze ieder geval niet te vrezen. Weinig Arabische jongeren voelen zich aangesproken tot een theocratie. Zij kijken eerder op naar landen als Maleisië, Turkije en Indonesië, waar democratie en islam vrij goed samengaan. Bovendien: hoe populair sommige islamitische groeperingen ook zijn, de nationale politiek zullen ze nooit domineren. Daarvoor zijn ze dan weer met te weinig. Toch koppig vasthouden aan het cliché dat islamisten vermomde jihadisten zijn en dat democratie in de Arabische wereld dezelfde moet zijn als de onze, zou contraproductief zijn. Het Midden-Oosten moet haar eigen koers kunnen bepalen. Tony Judt, de vooraanstaande Britse historicus die vorig jaar overleed, formuleerde het als volgt: ‘De moderne geschiedenis van het Midden-Oosten is gedrenkt in het bloed van opeenvolgende politieke miskramen. Het laatste wat de regio nodig heeft is een nieuwe incompetente buitenlandse vroedvrouw.' CHAMS Eddine Zaougui, arabist en filosoof DS, 10-05-2011 |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 07:47. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.