Politieke rel over genderquota
 

Beursgenoteerde bedrijven moeten in de toekomst minstens een derde vrouwen opnemen in hun raad van bestuur. Ze krijgen vijf jaar de tijd om de switch te maken. Het politieke akkoord krijgt tegenwind van de N-VA en de liberalen, en ook de bedrijfswereld is 'not amused'.

Eén op de drie bestuursleden van beursgenoteerde bedrijven moet vrouw zijn Het is bijzonder pover gesteld met de vrouwelijke vertegenwoordiging in de raden van bestuur van de Belgische beursgenoteerde bedrijven. De recentste studie, die wel dateert van vijf jaar geleden, maakt melding van 6,87 procent vrouwen. De grootste bedrijven, die in de Bel-20, deden het met 6,22 procent vrouwen nog slechter. Volgens een enquête die De Tijd acht maanden geleden afnam, is de situatie ondertussen lichtjes verbeterd maar blijft het aandeel van de vrouwen in de raden van bestuur onder de 10 procent bengelen.

Christendemocraten, socialisten en groenen geloven niet meer dat de bedrijven uit eigen beweging hun raden van bestuur zullen vervrouwelijken. Ze willen een stok achter de deur. In de Kamercommissie Handelsrecht bereikten de drie politieke families na maandenlange onderhandelingen een akkoord over quota.

De overheidsbedrijven geven zelf het goede voorbeeld en moeten, in navolging van de NMBS, ten laatste volgend jaar minstens een derde vrouwen opnemen in hun raden van bestuur. Voor beursgenoteerde bedrijven wordt een overgangsregime uitgedokterd, ze krijgen nog vijf jaar de tijd om aan het quorum te voldoen. Is dat het zesde jaar nog altijd niet het geval, dan móét de eerstvolgende bestuurder die benoemd wordt een vrouw zijn. Benoemen de bedrijven toch nog een man, dan wordt die benoeming nietig verklaard. Het zevende jaar is er helemaal geen medelijden meer: dan moet het bedrijf een volledig nieuwe raad van bestuur samenstellen waarvan minstens een derde van de leden een vrouw is. Kmo's waarvan minder dan de helft van de aandelen genoteerd is op de beurs, krijgen twee jaar langer respijt.

'Motie van wantrouwen'
De ondernemersorganisaties staan op hun achterste poten. Ze benadrukken dat ze gewonnen zijn voor een beter evenwicht tussen mannen en vrouwen in de raden van bestuur van grote bedrijven, maar kanten zich radicaal tegen quota. "Een motie van wantrouwen tegen de ondernemers", klinkt het bij het VBO en bij Voka. Ze vinden dat de bedrijven zich zelf moeten reguleren.

Er is ook politieke steun voor de ondernemersorganisaties. N-VA, Open Vld en MR stemden niet mee in de commissie. "De aandeelhouders moeten beslissen wie ze in hun raad van bestuur plaatsen", vindt Zuhal Demir (N-VA). "Of ze kiezen voor een man of een vrouw, voor een Belg of een Chinees, dat is hun zaak." Als de Kamer het wetsvoorstel binnen twee weken goedkeurt, zal de N-VA het evoceren naar de Senaat. De partij hoopt dat het protest uit de bedrijfswereld de stemming nog kan keren.

Die kans lijkt klein: CD&V, sp.a en Groen! zijn erg tevreden met het akkoord. "De bedrijfswereld had al beloofd om dat één derde te halen, nu verankeren we die belofte in de wet", reageert Bruno Tuybens (sp.a). Ook voor Eva Brems van Groen! is een wettelijke verplichting de beste, en misschien enige, optie om de bedrijven te vervrouwelijken.

bron: http://www.demorgen.be/dm/nl/5036/W...oorbroken.dhtml

eigen mening: ik vind het een positieve zaak dat vrouwen hierdoor meer kansen gaan krijgen om carrière te maken want de bedrijfswereld is heel vaak een 'mannenwereld' en die mannen willen hun 'mannenclubje' ook behouden waardoor vrouwen geen kansen krijgen. Langs de andere kant als er een mannelijke kandidaat competenter is voor een functie dan een vrouwelijke kandidaat vind ik wel dat de functie moet gaan naar de beste kandidaat en niet naar de vrouwelijke kandidaat om aan de quota te voldoen.