Meer beestjes, minder ziektes
 

Meer beestjes, minder ziektes



Biodiversiteit beschermt ecosystemen tegen infectieziekten. Dat blijkt uit onderzoek van Amerikaanse wetenschappers dat deze week in het vakblad Nature verscheen. De onderzoekers namen een aantal eerder uitgevoerde studies onder de loep en stelden in verschillende ecosystemen een verband vast tussen een daling van de biodiversiteit en de verspreiding van ziektes, waarvan sommige ook de mens treffen.

De wetenschappers bestudeerden het voorkomen van twaalf ziektes, onder meer het westnijlvirus en de ziekte van Lyme, en ontdekten dat die overal ter wereld meer voorkomen naarmate de biodiversiteit achteruit boert. Zo blijkt bijvoorbeeld dat het hantavirus – dat onder meer fatale longinfecties veroorzaakt – meer voorkomt als het aantal kleine zoogdiersoorten afneemt.

Een duidelijke verklaring voor het verband is er niet meteen. Volgens de onderzoekers is een mogelijke oorzaak dat soorten die ziekteverspreiding temperen – bijvoorbeeld omdat ze zich trager voortplanten of een goed ontwikkeld immuunsysteem hebben – als eerste verdwijnen, terwijl soorten die zich snel voortplanten of een minder goed immuunsysteem hebben – en daardoor goede gastheren voor ziekteverwekkers zijn – langer standhouden. Zo bleek uit een aantal studies dat minder diverse vogelgemeenschappen gedomineerd werden door soorten die erg vatbaar zijn voor het westnijlvirus.

Direct contact
De wetenschappers onderzochten ook het verband tussen biodiversiteit en het ontstaan van nieuwe ziektes, wanneer ziekteverwekkers de sprong van mens naar dier maken. Dat beeld is minder eenduidig. In één studie bleek die kans namelijk groter in gebieden met een hogere biodiversiteit. Volgens de onderzoekers is dat verband echter veeleer te wijten aan een verhoogd direct contact tussen mens en dier in de gebieden in kwestie – bijvoorbeeld door de jacht – dan aan de biodiversiteit op zich.

Ze besluiten dat we verspreiding van infectieziekten kunnen tegengaan door enerzijds de biodiversiteit in grote gebieden intact te houden, en anderzijds contacten tussen mens en wilde dieren te beperken. (ddc)


Bron: www.eosmagazine.eu

Eigen bespreking: Nog maar eens een bewijs dat het behouden van biodiversiteit echt belangrijk is voor de wereld. Uit zulke onderzoeken blijkt toch dat de natuur enorm belangrijk is voor de mensheid. Ook ik ben geen "groene jongen" maar steeds meer worden er argumenten gevonden om slimmer om te gaan met de natuur. Misschien zouden ze om die reden kinderen al in contact moeten brengen met groene energie om zo geleidelijk aan van onze gewoonten af te stappen en zo de natuur beter leren beheren.