De ware geschiedenis van Poitiers
De ware geschiedenis van Poitiers
Salah Guemriche, Abd Er-Rahman contre Charles Martel. La véritable histoire de la bataille de Poitiers, Parijs: Perrn, ISBN 9782262029609, 312 BLZ. Weinig veldslagen spreken zo tot de verbeelding als de slag van Poitiers in 732, waar Karel Martel de Arabieren 'vermorzelde'. Waarheid of verbeelding? Een historisch ijkpunt of een overroepen razzia? De Franse auteur Salah Guemriche zet alles op een rijtje. 'Een hofmeier uit de Maasstreek, Karel Martel, de zoon van Pepijn van Herstal, werd almachtig nadat hij de Arabische invasie stopgezet had met de slag van Poitiers in 732' staat er bij plaatje 38 uit het eerste deel van 's Lands Glorie, de onvolprezen vaderlandse geschiedenis van wijlen Artis Historia. Vooral de prent van Jean-Léon Huens spreekt tot de verbeelding. Een Frankische krijger staart onversaagd voor zich uit. Een band in zijn lange haren, een walrussnor, harnas en schild. Het meest in het oog springt uiteraard de bloederige hakbijl in zijn rechterhand. Karel Martel, de spectaculaire redder van het christendom. In Frankrijk gaat de verering veel verder en groeide de Frankische hoofdman uit tot een symbool van nationale identiteit. Martel verjoeg niet alleen de moslims, hij zou ook Frankrijk eengemaakt hebben. In het Franse geschiedenisonderwijs werd lang de volgende slogan gehanteerd: 'En l'an 732, Charles Martel écrasa les Arabes à Poitiers.' Vooral het woord ' écrasa' is opmerkelijk: Martel 'vermorzelde' de Arabieren in Poitiers. Als jonge Algerijn huiverde schrijver Salah Guemriche (1946) tijdens de lessen geschiedenis bij dit werkwoord (tegenwoordig wel vervangen door ' repoussa', dus 'een halt toeriep') dat jaren in zijn hoofd bleef rondspoken. En vroeg hij zich af: hoe zit het nu echt? Zelden heeft een veldslag zoveel fantasma's gevoed als die van Poitiers. Homerische omschrijvingen als 'een van de belangrijkste gebeurtenissen uit de geschiedenis' (Léon Levillain) of het onvergetelijke 'zonder de moed van Karel Martel zouden we vandaag een tulband dragen' (Chateaubriand) zijn niet uitzonderlijk. Maar er roerden zich ook tegenstemmen, zoals Henri Pirenne die het heeft over niet meer dan 'een uitzonderlijke razzia'. Nobelprijswinnaar en schrijver Anatole France betreurde dan weer dat in Poitiers 'de Arabische wetenschap, kunst en beschaving het hoofd bogen voor het Frankische barbarendom'. En Nas. E Boutammina publiceerde enkele jaren terug nog een boek met de ronduit provocerende titel De slag van Poitiers heeft nooit plaatsgevonden. Hedendaagse historici als Philippe Sénac en Françoise Michaud hebben het vooral over een voorafspiegeling van de 'schok der beschavingen'. Het is onweerlegbaar: Poitiers en Martel spraken en spreken nog steeds tot de verbeelding. De homerische interpretaties zijn het talrijkst en vonden de weg naar het collectieve geheugen. Net daarom is het interessant om de slag in zijn juiste historische context te reconstrueren. In zijn pas verschenen boek Abd er-Rahman contre Charles Martel. La véritable histoire de la bataille de Poitiers tracht Guemriche de mythische veldslag terug te brengen tot zijn ware proporties. Van Clovis tot Martel Clovis I is de eerste koning der Franken. Hij legt de basis voor het Frankische rijk dat door Karel Martel en Karel de Grote zal worden uitgebreid en waaruit Frankrijk zal ontstaan. In 486 verslaat hij Syagrius, de laatste Romeinse vertegenwoordiger in Gallië, en vergroot hij zijn rijk een eerste maal. Hij huwt de Bourgondische prinses Clothilde in 493 zodat hij de landsgrenzen alweer kan verleggen. Clothilde is katholiek, Clovis een heiden die de Germaanse goden vereert. Zij slaagt er niet in haar echtgenoot te bekeren, hij volhardt in de tradities waarmee hij opgroeide. Dat verandert op een dag in 496, in de vlakte van Tolbiac vlakbij Keulen, waar Clovis de strijd met de Alemannen aangaat. Zijn troepen worden overrompeld. Het aanroepen van Wodan brengt geen zoden aan de dijk. Ten einde raad zou Clovis uitgeroepen hebben: 'God van mijn vrouw: als u me de overwinning op de vijand schenkt, zal ik mij tot het christendom bekeren.' Clovis wint de veldslag en bekeert zich. Na zijn dood valt het rijk in drie grote delen uiteen: Austrasië (hoofdstad Metz), Neustrië (hoofdstad Soissons) en Aquitanië (hoofdstad Toulouse). De Merovingers, de opvolgers van Clovis, verliezen na twee, drie eeuwen hun feitelijke macht en gaan de geschiedenisboeken in als 'de vadsige koningen'. De laatste en belangrijkste hofmeier uit die reeks is Karel Martel (690-741). Twee elementen uit Clovis' tijdperk hebben hun invloed op de slag van Poitiers. Sinds Clovis nam de macht van de kerk alleen maar toe. Martel beseft het belang van de katholieke krachten en zal zich op onorthodoxe wijze van hun steun weten te verzekeren. Hij benoemt vriendjes simpelweg tot bisschop van de door hem veroverde gebieden. De alliantie met Rome is een goede zet, want het levert hem bij de slag van Poitiers extra krijgsvolk op. Martel droomt ervan een einde te maken aan de versplintering van het rijk. Zijn grote doel is een eengemaakte Frankische staat. In 719 voegt hij Neustrië definitief bij Austrasië en plaatst hij als stroman Thierry IV op de troon, terwijl hij zelf uiteraard de touwtjes goed in handen heeft. De volgende stap is Aquitanië, en het is die lang nagestreefde droom die mee de slag van Poitiers zal veroorzaken. Al-Andalus Rond 700 hebben de Arabieren zowat heel Noord-Afrika veroverd. Gouverneur Musa heeft weinig vertrouwen in het Berberse gedeelte van zijn leger. Hij stuurt hen daarom onder de hoede van generaal Tarik op expeditie naar het noorden, richting Spanje. In 711 vegen ze de Vandalen op zo'n overtuigende wijze van de kaart dat Musa zich maar al te graag bij de troepen voegt. Hun opmars is niet te stuiten en ook de Wisigoten, die het noorden in handen hebben, moeten eraan geloven. In 719 is de verovering van Al-Andalus (destijds de naam voor het hele Iberische Schiereiland) een feit. Vanaf 719 ondernemen de Arabieren razzia's aan de andere kant van de Pyreneeën. Niet zonder succes, want in datzelfde jaar palmen ze meteen Narbonne in. Heel snel onderwerpen de Moren zowat heel Septimanië (grosso modo het huidige Languedoc-Roussillon). Aquitanië is de volgende stap, maar in Toulouse houdt hertog Eudes de wacht. Op 21 juni 721 dient hij de islamstrijders een eerste nederlaag toe. Dat tempert hun gloedvolle temperament. Voor even toch. Eudes beseft dat de Moren niet definitief verslagen zijn. Desondanks wordt hij als dé held van het christendom beschouwd. Dit tot ergernis van Karel Martel die zijn zinnen op Aquitanië had gezet en had gehoopt dat Eudes stevig op zijn donder zou krijgen. Net als de Moren wacht Martel zijn kans af. Eigenlijk zit de heldhaftige hertog van Aquitanië tussen hamer en aambeeld geklemd. Romeo & Juliet Eudes heeft een prachtige dochter, Lampégie. In de lente van 731 wordt zij gekaapt door Munuza, de Berberse islamgouverneur van Narbonne. Guemriche beschrijft hoe de beeldschone Lampégie het hart beroert van Munuza. 'En weldra had de liefde van hem de slaaf gemaakt van zijn gevangene.' Hij laat haar op zijn beurt niet onberoerd. En kijk: de twee huwen. De dochter van de katholieke held bij uitstek verbindt zich met de vervloekte vijand. Zo ziet Eudes zich dankzij Lampégie plots van één gevaar bevrijd. Volgens Guemriche is de slag van Poitiers in oorsprong een uit de hand gelopen liefdesaffaire. Andere historici geloven niet in dit romantische sprookje en stellen dat Eudes zijn dochter omwille van tactische redenen had uitgehuwd. Munuza, die de opdracht had om de verovering van Gallië voort te zetten, maakt een einde aan zijn veroveringstocht en zal bovendien een erg tolerante manier van samenleven nastreven. Hij laat de katholieke gebedsdiensten toe en schaft de legendarische ' gifle pascale' (paaskaakslag) af. Deze middeleeuwse gewoonte uit het zuiden van Frankrijk bestond erin om op paaszondag de verrijzenis van Christus op krachtige wijze in herinnering te brengen: elke christen moest een klap uitdelen aan de eerste jood die hij tegen het lijf liep. De nieuwe meester in Cordoba is ondertussen Abd er-Rahman, die erbij was toen in 721 het islamleger door Eudes werd verslagen. Het huwelijk van Lampégie is in zijn ogen je reinste heiligschennis. Hij roept een grote troepenmacht bij elkaar en trekt de Pyreneeën over, het mes tussen de tanden, de woede kokend in zijn bloed. In een ruk trekt hij naar Narbonne, hakt het leger van zijn geloofsbroeder Munuza in de pan, onthoofdt de opstandige leider en stuurt diens vrouw Lampégie naar het Oosten. Zij belandt in de harem van de kalief van Damascus. Noodverbond Abd er-Rahman weet van geen ophouden en plundert de hele regio. Beladen met het zilver en goud van ontelbare kloosters en kerken trekt zijn leger in 732 door Aquitanië. Uiteraard wil de gouverneur wraak voor de verloren veldslag van Toulouse, maar bovendien heeft hij zijn zinnen gezet op de schatten van de abdij van Sint-Maarten in Tours, een van de heilige plaatsen van het Merovingische rijk. Eudes, die zijn schoonzoon tevergeefs ter hulp was gesneld, vlucht naar Toulouse, maar de troepen van Abd er-Rahman drijven hem steeds verder naar het noorden. Er rest hem maar één mogelijkheid: een alliantie met Karel Martel. Een delegatie van Eudes overtuigt de Frankische hoofdman in Trier. Hij stemt toe op voorwaarde dat bij een overwinning Aquitanië onder zijn gezag komt. Eudes kan niet anders: nog liever geeft hij zijn rijk aan zijn gezworen vijand Martel dan aan Abd er-Rahman, de bruut die zijn geliefde dochter naar de andere kant van de wereld stuurde als seksslavin. Martel kan dankzij nieuwe veroveringen en het verbond met de katholieke kerk een enorm leger op de been brengen. Al even spectaculair als de Moren plundert hij zich een weg naar het zuiden, een detail dat uit de geschiedenisboeken is verdwenen. De troepen treffen elkaar in de vallei van de Clain, ten noorden van het huidige Poitiers. Voor de eerste keer sinds hun komst op het Europese platteland bevinden de Arabieren zich tegenover een gedisciplineerd en tot de tanden gewapend leger. De slag Na drie dagen van schermutselingen barst op vrijdag 25 oktober 732 de strijd los. De Moren rekenen op de kracht van hun boogschutters die alle duivels ontbinden. De christenen vormen met hun schilden een krachtig pantser en weren zo de pijlen grotendeels af. De Moren veranderen het geweer van schouder en laten hun cavalerie op de christelijke troepen los. Het is opmerkelijk dat een voor het grootste gedeelte uit infanterie bestaande legermacht zo moedig standhoudt tegenover bewapende ruiters. De Frankische elitestrijders kijken lange tijd toe op de achtergrond. Ze laten het voetvolk de eerste strijd uitvechten. Hun opengereten en onthoofde lichamen stapelen zich op en bedekken de moerasachtige, modderige ondergrond. Het is op die lugubere bodem dat de strijd wordt beslist. Karel zou volgens de legende als een waanzinnige tekeer zijn gegaan, zijn hakbijl in de hand. De Franken putten moed. De Moren wijken. Hun leger is meer voorzien op een grootschalige vorm van razzia dan voor een klassieke krachtmeting. Wanneer Abd er-Rahman een kopje kleiner wordt gemaakt, raken zijn troepen in paniek. De volgende ochtend geeft Martel de opdracht om de definitieve aanval in te zetten. Zijn strijders treffen een leeg kamp aan. De Moren waren halsoverkop gevlucht om zo veel mogelijk van de buitgemaakte schatten te vrijwaren. Opmerkelijk genoeg achtervolgt Martel de Moorse troepen niet, maar keert terug naar het noorden, cum triumpho gloriae. Eerst organiseert hij nog wel een razzia om de door de vijand achtergelaten schatten te bemachtigen. Terug in zijn eigen rijk beslist Martel om naar het voorbeeld van de Arabieren een krachtige cavalerie uit de grond te stampen. In zijn verslag van de strijd beschrijft een anonieme christelijke tijdgenoot uit Cordoba de leden van deze bonte coalitie van christelijke troepen (Alemannen, Bourgondiërs, Bajuwaren en uiteraard Merovingers uit Austrasië, Neustrië en Aquitanië) als ' Europenses'. Voor wellicht de eerste keer rolt het woord 'Europeanen' uit de pen van een kroniekschrijver. De eerste Europese coalitie dateert van bijna vier eeuwen voor de kruistochten. Historisch? Poitiers is níét het Waterloo van de moslimstrijders. Aquitanië wordt gered, zeker, maar Septimanië blijft nog 17 jaar een Arabische provincie. In 736 stoten de Moren door tot in Autun in Bourgondië, dat zelfs nog een tikkeltje noordelijker ligt dan Poitiers. In een veldslag die volgens Guemriche veel omvangrijker is dan die van Poitiers verslaat Martel de opvolger van Abd er-Rahman en slaagt hij erin om Avignon te heroveren. Narbonne krijgt hij daarentegen nooit op de knieën, zodat het fout is te stellen dat hij alle Arabieren over de Pyreneeën heeft gejaagd. Op het Iberische Schiereiland zingen ze het trouwens nog enkele eeuwen uit. Martel wordt in de geschiedenis ook opgevoerd als de held van de Franse identiteit. Of de toenmalige inwoners van het zuidelijke gedeelte van Frankrijk het daarmee eens zouden zijn, is een groot vraagteken. Wat is dat trouwens, die Franse identiteit, vraagt Guemriche zich af? Zo ontdekten wetenschappers pas de 'Arabische mutatie', een genetische eigenheid die in Noord-Europa niet voorkomt. Het betekent dat de door Martel verslagen Arabieren in talloze Zuid-Franse bedsponden andere veldslagen hebben gewonnen en zich moeiteloos integreerden. De humorist Coluche wist dit gegeven in de jaren 80 schitterend te verwoorden: 'En l'an 732, Charles Martel arrêta les Arabes à... Moitié.' De slag van Poitiers duikt in de geschiedenis vooral op wanneer hij goed van pas komt voor een of andere (veelal patriottische) ideologie. Tijdens de kruistochten uiteraard, maar ook ten tijde van Jeanne d'Arc, die met het zwaard van Martel ten strijde zou zijn getrokken tegen de Engelsen. Wanneer Franse romantici in de negentiende eeuw op zoek gaan naar historische fundamenten voor de natie, delven zij Poitiers weer op en verlenen de slag mythische proporties, een beetje zoals wij met de Guldensporenslag deden. Het is veelzeggend dat Fransen vergeten zijn dat Poitiers ook het decor was van een andere grote veldslag. In 1356 namen de Engelsen er de Franse koning Jan II gevangen. De eerste slag van Poitiers werd uitvergroot om die schandelijke nederlaag uit te wissen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog krijgt een netwerk van Franse verzetsstrijders de naam 'Brigade Charles Martel' en kiest maarschalk Pétain de hakbijl van Martel als symbool voor het Vichy-regime. In de jaren zestig noemt een extreemrechtse anti-Maghrebijnse beweging zich simpelweg 'Charles Martel'. En acht jaar geleden voert Jean-Marie Le Pen campagne met de slogan 'Martel 732, Le Pen 2002'. Zo groeide Poitiers uit tot een mythisch vehikel van al dan niet bedenkelijke vaderlandsliefde: meer legende dan historisch evenement. Vaak wordt gezegd dat het verleden het heden belicht, maar je kunt ook stellen dat het verleden van aanschijn verandert door het heden. De slag van Poitiers is er een mooi voorbeeld van. Knack, 17-11-2010 (Bart Van Loo) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 11:53. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.