‘Vlaamse kwaliteitskranten zitten op een glijbaan'
‘Vlaamse kwaliteitskranten zitten op een glijbaan'
Als ook de kwaliteitskranten breed beginnen uit te pakken met populaire thema’s, spelen ze met de sterkte van hun merk. Dat kan hen duur komen te staan. Als hun lezers afhaken, verzeilen ze in een concurrentiestrijd met de massakranten. Die strijd kunnen ze nooit winnen. De media hebben de voorbije dagen bakken kritiek gekregen op hun soms bedenkelijke voortvarendheid bij de verslaggeving van het proces-Clottemans. Maar misschien zijn er ook economisch verkeerde keuzes gemaakt. Dat de populaire kranten hele pagina’s hebben gevuld met het proces, vindt de Gentse professor communicatiewetenschappen Karin Raeymaeckers begrijpelijk. Maar ook de kwaliteitskranten hebben aardig uitgepakt met de parachutemoord. Zo’n ‘tabloidisering’ maximaliseert op korte termijn het aantal lezers, maar kan commercieel gezien verkeerd uitdraaien op lange termijn, meent ze. Raeymaeckers, die ook hoofd is van het Center for Journalism Studies aan de Gentse universiteit, vindt niet dat kwaliteitskranten als De Standaard en De Morgen zich moeten opsluiten in moeilijk toegankelijke journalistiek. ‘Maar vandaag zien we dat ze steeds meer de methodes gebruiken van de populaire titels: aandacht voor het fait divers en de sappige kant, breed uitgesmeerde verhalen over het tv-programma ‘Mijn restaurant’ of het proces-Clottemans. Daarmee gaan ze op een glijbaan zitten. Kranten kunnen niet buiten de maatschappelijke realiteit staan, alleen moeten ze erop toezien dat hun merk als kwaliteitsmedium niet in gevaar komt. De lezer moet zien dat je blijft inzetten op diepgang.’ De kritische grens hebben de kwaliteitskranten vandaag nog niet overschreden, vindt Raeymaeckers. Maar zodra dat gebeurt, zullen ze moeten concurreren met de populaire kranten, een strijd die ze niet kunnen winnen. ‘Populaire kranten hebben een concurrentievoordeel omdat ze de meeste ervaring hebben in het bereiken van een groot publiek en daartoe over de redactionele omkadering beschikken. Bovendien hebben ze ook de nodige geloofwaardigheid. Een krant als Het Laatste Nieuws doet wat ze voorstaat: populair nieuws brengen, de thema’s waar mensen mee bezig zijn. Maar kwaliteitskranten zijn daarvoor niet bedoeld.’ Kiezen moet Wat moeten de kwaliteitskranten dan wel doen? ‘Kranten die een duidelijke kaart trekken - hetzij kwaliteit, hetzij populariteit - hebben daar op termijn het meeste baat bij’, zegt Raeymaeckers. ‘Onderzoek over de Duitse krantenmarkt in de jongste 20 jaar heeft dat uitgewezen. De kwaliteitskranten houden er goed stand. De tabloidmarkt gaat slechts lichtjes achteruit. Maar de kranten die geen duidelijke keuze maakten, hebben het heel moeilijk.’ Uitgever De Persgroep heeft Het Laatste Nieuws als populaire krant en De Morgen als kwaliteitskrant op voldoende afstand van elkaar gepositioneerd in de markt, vindt Raeymaeckers. ‘De Morgen trekt voor een stuk wel de kaart van de tabloidisering, maar zal nooit Het Laatste Nieuws achterna gaan, want dat is slecht voor de groep. Alleen moet De Morgen als kleine krant haar levensvatbaarheid nog bewijzen.’ De Corelio-kranten zijn een ander verhaal. ‘De Standaard is een heel sterk merk, maar mijn aanvoelen als lezer zegt dat het onderscheid met Het Nieuwsblad te klein geworden is. De uitgever is de identiteit van beide kranten aan het vermengen. Ik vel daar geen waardeoordeel over. God weet dat de managers het lastig hebben om die producten in de markt te zetten.’ Kleine markt Als de kwaliteitskranten zouden kapituleren, verliezen ze ook hun rol als geweten van het politieke beleid. ‘Kwaliteitsnieuws is duur om te maken. Mediagroepen zijn dus geneigd gemakkelijk nieuws te brengen. Als het publiek dat voldoende gewoon is, bestaat het gevaar dat het kwaliteitsnieuws nog verder wordt afgebouwd. Tot op het punt dat de nuancering verdwenen is. Maar belangrijke maatschappelijke thema’s zijn nooit te vatten in zwart-witverhalen.’ Raeymaeckers beseft dat het moeilijk is om in een kleine, concurrentiële markt als Vlaanderen een kwaliteitskrant overeind te houden. Bovendien leven buitenlandse kwaliteitskranten vaak bij de gratie van vlotverkopende zusterkranten. ‘De overheid kan helpen om te investeren in kwaliteit. Maar hoe definieer je kwaliteit?’ Bron: DE TIJD 25 oktober 2010 (Jozef Vangelder) Mening: Ik vind dit artikel relevant omdat het ons ertoe aanzet na te denken over hoe kwaliteitsvol een kwaliteitkrant nog is. Brengen deze kranten vooral nieuws om de krant te laten verkopen of is het doel van de krant voornamelijk de mensen informeren? Dit zijn belangrijke vragen die we ons moeten stellen. Ik ben het eens met Raeymaeckers die zegt dat er een verschil moet zijn tussen een kwaliteitskrant en een meer op verkoop gerichte krant. Ook al besef ik goed dat de grens tussen beide in sommige gevallen klein is het proces van de parachuttemoord is natuurlijk wel leuk om te lezen maar kon rekenen op een (volgens mij)te hoge mediabelangstelling. Een taak voor ieder van ons is dus je te realiseren welk nieuws op sensatie en verkoop gericht is en welke niet. |
Het feit dat de sensatiekrant(en) het best verkopen in Vlaanderen, wat zegt dat over ons? Als je de evolutie van De Standaard bekijkt, dan valt het moeilijk te ontkennen dat deze krant uit is op betere verkoopcijfers. Gelukkig zijn er nog altijd alternatieven maar mensen zijn nu eenmaal meer geïnteresseerd in "boecht" dan in "journaal". Pas op, ik zeg niet dat sensatiekranten per definitie slecht zijn, ik lees ze zelf ook want de boog moet niet altijd gespannen zijn.
|
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 02:24. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.