Kruistochten waren extreem gewelddadig
Kruistochten waren extreem gewelddadig
Thomas Asbridge: De kruistochten. Uit het Engels vertaald door Henk Moerdijk. Spectrum, Amsterdam. ISBN 9789027424365; 784 blz. €34,99 De Britse historicus Asbridge beschrijft veel wapengekletter. Jammer genoeg schiet hij tekort bij de vraag naar het ’waarom’ van die kruistochten. Hoe viel het geweld te rijmen met vrome idealen? De Britse historicus Thomas Asbridge schreef een vuistdik boek over de kruistochten. Jammer is dat deze studie een kwaal heeft waaraan zoveel historische boeken lijden: zo rijk als inleiding en conclusie zijn aan inzichten en ideeën, zo arm is het middenstuk eraan. Dat maakt dat het boek dikwijls taaie en saaie kost is. Eerder schreef Asbridge de bestseller ’De eerste kruistocht. De oorsprong van het conflict tussen islam en christendom’. Daarin betoogde hij dat de eerste kruistocht een keerpunt betekende in de verhouding tussen het Westen en de islam. In zijn nieuwste boek behandelt hij alle vijf kruistochten, vanuit zowel islamitisch als christelijk perspectief. Een analyse van alle tochten is in dit geval een tikje te veel om ruim zevenhonderd pagina’s lang te kunnen boeien. Of paus Urbanus II, die in 1095 in Clermont het vuur van de kruistocht ontstak, en Bernardus van Clairvaux, die het in 1146 nog wat hoger opstookte, beseften in welke langdurige geweldsspiraal ze Europa en de islamitische wereld stortten, is maar zeer de vraag. Feit is in ieder geval, schrijft Asbridge, dat door hun gepreek de doos van Pandora wijdopen werd gezet. Honderdduizenden kruisvaarders trokken tussen 1095 en 1291 door de toentertijd bekende delen van de wereld om een afgelegen landstrook rond de heilige stad Jeruzalem te veroveren en, later, te verdedigen. Op hun beurt schudden de kruistochten de islamitische wereld wakker en bliezen de djihad, de heilige oorlog, leven in. Inzet was de heerschappij over een gebied dat voor beide godsdiensten gewijde grond was: het Heilige Land. Het gevolg: twee eeuwen lang bloedige strijd. Eerlijk is eerlijk, wie van wapperende vaandels, blinkende pantsers en kletterende zwaarden houdt, komt wél volop aan zijn trekken in het boekwerk. Evenals de liefhebbers van spannende verhalen. Er is geen slag, schermutseling of tweekamp of Asbridge weidt er uitvoerig over uit. Bijvoorbeeld wanneer hij schrijft over de Frankische belegering van Jeruzalem, hoogtepunt in de eerste kruistocht. De Franken probeerden toen met een houten constructie de stadsmuren te enteren. „Weggeslingerde vuurbommen sloegen in de Frankische toren in, maar de met natte huiden beklede schermen van gevlochten twijgen voorkwamen dat de toren, die centimeter voor centimeter voorwaarts kroop, vlam vatte.” Dat het vooral een militaire en strategische geschiedenis van de kruisvaarten geworden is jammer. Het interessantst is natuurlijk het waarom van de tochten. Een grondiger beschouwing over de vraag waarom het kruistochtideaal de heel hoge Middeleeuwen beheerste was dan ook op zijn plaats geweest. In de inleiding en de conclusie gaat Asbridge erop in. Dit zijn de spannendste hoofdstukken van het boek. Asbridge verklaart de kruistochten en de islamitische tegenreactie vóór alles uit de ’intense vroomheid’ van de middeleeuwer. Het verlangen naar eeuwige verlossing was, betoogt hij, de belangrijkste katalysator. Een ’gewelddadige pelgrimage’ – zo ziet Asbridge de kruistochten – garandeerde dat de straf voor de zonden zou komen te vervallen wanneer de reis was volbracht. Voor moslims was de jihad geen vrijwillige boetedoening, maar een religieuze plicht. Maar echt diep graaft Asbridge niet. Hoe excessief geweld te rijmen viel met vrome levensidealen bijvoorbeeld blijft onduidelijk. Ook de vraag hoe het kruisvaardersideaal in tweehonderd jaar tijd veranderde en evolueerde neemt een ondergeschikte plaats in. Eigenlijk is het intrigerendste van Asbridges boek het laatste deel van de conclusie. Daarin bekijkt hij wat de invloed van de kruistochten is geweest in de geschiedenis en de herinnering. Wat zich heeft afgespeeld in het tijdperk dat bijna achthonderd jaar geleden ten einde kwam is vaag en duister genoeg om gemakkelijk te kunnen worden aangepast of gemanipuleerd, schrijft de auteur. Nuttige ’feiten’ worden geselecteerd en storende ’details’ die niet passen in de ideologie genegeerd. Bijvoorbeeld door islamitische groeperingen die een vergelijking maken tussen het geweld in het hedendaagse Midden-Oosten en de middeleeuwse kruistochten. Asbridge laat zien dat dit baarlijke nonsens is. Want zowel geografisch, militair als ideologisch gaat het om onvergelijkbare zaken. In deze passage doet hij vakkundig wat de taak zou moeten zijn van iedere historicus: hij ontkracht mythes. Asbridge besluit zijn studie dan ook met de terechte opmerking dat de kruistochten moeten blijven waar ze thuishoren: in het verleden. © Trouw, 17-07-2010. |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 23:29. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.