Ouders kijken lakser toe op surfgedrag van hun kroost
 

Ouders kijken lakser toe op surfgedrag van hun kroost


BRUSSEL - Hoe jonger een kind, hoe groter de kans dat ze het internet onveilig gebruiken. Toch worden 8-jarigen veel minder door hun ouders gecontroleerd dan 12-jarigen. Heel vreemd, zegt onderzoek.


Achtjarigen lopen beduidend meer gevaar wanneer ze op het internet gaan dan 12-jarigen. Dat lijkt vreemd, omdat je zou denken dat 12-jarigen al meer de grenzen van het toelaatbare opzoeken en vaker met seks, geweld of pestgedrag in aanraking komen. ‘Toch lopen echt jonge kinderen meer gevaar omdat zij de foute signalen van het web niet herkennen', zegt Martin Valcke.

Hij is onderzoeker aan de vakgroep Onderwijskunde van de Universiteit Gent en bevroeg in het schooljaar 2005-2006, 2007-2008 en 2008-2009 in totaal 10.000kinderen tussen de 8 en 12jaar over hun surfgedrag.

‘Neem e-commerce, dat op het internet alsmaar belangrijker wordt', zegt Valcke. ‘Als een 8-jarige een aanlokkelijke advertentie ziet waarmee hij bijvoorbeeld een beertje kan winnen, zal hij daar makkelijk op ingaan en zich zo blootgeven aan adverteerders. Een 12-jarige laat zich daardoor al minder snel verleiden. Hij zal zich vragen stellen en minder snel in de val trappen.'


Snel virtuele vriendjes

Met die wetenschap is het volgens Valcke heel verontrustend om vast te stellen dat 8-jarigen veel minder worden gecontroleerd op hun surfgedrag dan 12-jarigen. ‘Hoe jonger het kind, hoe minder ouderlijk toezicht er is. Dat is heel vreemd, want jonge kinderen zouden net veel beter moeten worden gecontroleerd. Verontrustend is trouwens ook dat het ouderlijk toezicht sinds het eerste onderzoek, in 2005, sterk is afgenomen. De helft van de kinderen zegt zelden of nooit te worden gecontroleerd. Dat roept vragen op.'

Er is ook positief nieuws: in vergelijking met vijf jaar geleden nemen kinderen over het algemeen minder risico's wanneer ze het internet gebruiken. Valcke baseert zich daarvoor op een tiental objectieve gevaren, zoals een pc op de eigen kamer, afspraakjes maken via het internet, ... ‘Jammer genoeg neemt het risicogedrag volgens de laatste studie weer lichtjes toe', zegt Valcke.

Goed volgens het onderzoek is dat het aantal kinderen met toegang tot het internet op de eigen kamer lichtjes daalt. Jonge kinderen zijn ook behoedzamer geworden om hun adresgegevens of foto's van zichzelf via het internet uit te wisselen.

Maar daartegenover staat dat steeds meer kinderen toegeven dat ze niet iedereen kennen met wie ze chatten. 18procent heeft ook al eens met nieuwe virtuele vrienden afgesproken.

‘Kinderen realiseren zich niet dat de persoon met wie ze chatten wel eens niet zou kunnen zijn voor wie hij of zij zich uitgeeft. Een vriend is iemand met wie ze nog maar twee weken chatten en al uitnodigen op Facebook. Het gaat allemaal snel, dus', zegt Valcke.

Zijn boodschap is dat preventie werkt, maar niet als single shot.

‘Op het moment dat we het tweede onderzoek hebben afgenomen, in 2007-2008, liep er een grootschalige preventiecampagne in Vlaanderen, die aangemoedigd was door de Europese Commissie. Zo werden er heel wat foldertjes via de Gezinsbond verspreid. Ouders en scholen werden bewust gemaakt van de gevaren van het internet voor kinderen.'

‘Sinds 2008 is er geen zo'n campagne meer geweest. Bovendien zijn er sindsdien weer heel wat nieuwe technologische snufjes bijgekomen, zoals de webcam die standaard in een laptop wordt geïnstalleerd. De nieuwe generatie van kinderen die elk jaar met het internet kennismaakt, is voor die nieuwe risico's nog niet alert gemaakt. Daardoor neemt het risicogedrag weer toe.'


Blog DS, 08-07-2010 (Yves Delepeleire)