Openbaar Ministerie is geen gewoon ministerie
 

Openbaar Ministerie is geen gewoon ministerie


De leiding van een gerechtelijk onderzoek zit in ons land in handen van een onderzoeksrechter. Dat is een magistraat die hiervoor over ruime bevoegdheden beschikt, zoals het aanhouden van mensen en het uitvoeren van huiszoekingen. De onderzoeksrechter beschikt over een grote onafhankelijkheid en houdt niet alleen rekening met feiten die belastend zijn voor de verdachte, maar ook met zaken die in het voordeel van de beklaagde spelen (in het Frans: à charge et à décharge).


De opsporing en vervolging van delinquenten is de verantwoordelijkheid van de parketten. Er zijn 27 parketten, één per gerechtelijk arrondissement. Aan het hoofd van het parket staat de procureur, die assistentie krijgt van substituten. Als er bij de opsporing van misdrijven aanhoudingen of huiszoekingen nodig zijn, schakelt het parket een onderzoeksrechter in.

Boven de 27 parketten staan de 5 parketten-generaal (bij elk hof van beroep), met aan het hoofd een procureur-generaal. De parketten-generaal hebben een coördinerende en toezichthoudende opdracht.

De procureur, de substituten en de procureurs-generaal maken allen deel uit van het Openbaar Ministerie. Dat is geen gewoon ministerie, zoals het ministerie van Economische Zaken, maar de instantie bij justitie die instaat voor de opsporing en vervolging van misdrijven. Omdat parketmagistraten tijdens de zitting de straf tegen de beklaagde rechtop eisen, spreekt men ook van de staande magistratuur.

De zittende magistratuur daarentegen bestaat uit de rechters die een uitspraak doen, in strafzaken of burgerlijke zaken. Ook de magistraten van de onderzoeksgerechten – de raadkamer en de Kamer van Inbeschuldigingstelling – behoren tot de zittende magistratuur, net als de onderzoeksrechter.


DS, 07-07-2010