N-VA haalt historisch laag percentage voorkeurstemmen
N-VA haalt historisch laag percentage voorkeurstemmen
De N-VA heeft bij de federale verkiezingen van 13 juni in de Kamer een historisch laag percentage voorkeurstemmen gehaald. Het verschil met het percentage in de Senaat bedraagt bovendien maar liefst 24 procent. Dat blijkt uit een analyse van de Hogeschool Gent, die ook een duidelijk verschil in voorkeurstemgedrag blootlegt tussen Vlamingen en Franstaligen. "Vooral overwinning van De Wever" "De overwinnning van N-VA is vooral een overwinning van Bart De Wever", besluit onderzoeker Bram Wauters. Zo kleurde 94,7 procent van de N-VA-kiezers die een voorkeurstem uitbracht ook het bolletje van Bart De Wever. Dat N-VA-kiezers op de Senaatslijst (65%) bovendien veel vaker dan op de Kamerlijst (41%) een voorkeurstem uitbrachten, versterkt het beeld van De Wever als stemmentrekker. "Die kloof van bijna 25 procent is nog nooit gezien", aldus Wauters. De lage cijfers van N-VA brengen het voorkeurstemmengebruik overigens terug tot het niveau van 1995, terwijl het fenomeen nochtans bij nagenoeg alle partijen in de lift zit. In de kieskring Leuven - met de onbekende Theo Francken - brachten slechts drie N-VA-kiezers op tien een voorkeurstem uit. Anders in Wallonië Uit het onderzoek blijkt voorts dat boven en onder de taalgrens anders wordt omgesprongen met de voorkeursstemmen. In Vlaanderen vallen die vooral op de Senaatslijst, in Franstalig België komen ze vaker voor op de Kamerlijsten. Dat heeft alles te maken met de plaats van de kopstukken, die in Franstalig België vooral in 'hun' provincies worden uitgespeeld. Onder de Vlaamse lijsten spant Limburg de kroon. En tussen de partijen heeft vooral de christendemocratische familie een voorkeurtraditie, besluit Wauters. Blog DM, 18-06-2010 (belga/svm) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 15:26. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.