Integratie valt te vaak stil na inburgering
Integratie valt te vaak stil na inburgering
BRUSSEL - Nieuwkomers die een inburgeringscursus volgden, hebben een voorsprong, maar bij te veel allochtonen blijft de taalbeheersing lang steken op 'overlevingsniveau'. Nieuwkomers kunnen of moeten sinds 2006 cursussen Nederlands en maatschappelijke oriëntatie volgen nadat ze het land zijn binnengekomen. En ze doen dat in steeds grotere aantallen. Waren er in 2004 6.245 aanmeldingen bij de onthaalbureaus, dan waren het er vier jaar later al 20.411. Dat blijkt uit een evaluatie van de inburgering door het Leuvense onderzoeksinstituut Hiva, waarin voor het eerst ook de nieuwkomers zelf naar hun mening werd gevraagd. Die zijn wel tevreden over het onthaal. Ze erkennen zelf het belang van de cursussen en het leren van Nederlands. Door het volgen van de cursussen hebben ze bovendien zelf een klein netwerk kunnen opbouwen in hun nieuwe land, al bestaat dat dan vooral uit mensen die zelf ook nieuwkomers zijn. Bovendien helpen de cursussen hen om werk te vinden. Van de nieuwkomers heeft 33 procent een baan, van degenen die een inburgeringsattest hebben behaald, is dat 44 procent. Maar opmerkelijk: de werkende nieuwkomers die niet aan de cursussen hebben deelgenomen, hebben een hoger loon dan degenen die wel de inburgeringscursussen hebben gevolgd. Inburgeraars zijn opvallend beter op de hoogte van de manier van solliciteren in ons land, de diploma's, de werking van de gezondheidszorg of juridische zaken. Andere nieuwkomers leren ook bij, maar het duurt langer voor ze op de hoogte zijn en hun informatie is dan nog niet altijd correct. Er is ook een keerzijde aan de medaille. Drie, vier jaar na het volgen van de cursus blijkt dat de helft van de inburgeraars nog altijd op een niveau van Nederlands zit 'dat het overlevingsniveau niet overstijgt', schrijven de onderzoekers. Omgekeerd blijkt dat andere nieuwkomers die geen cursussen hebben gevolgd, er wel in slagen om goed Nederlands te leren. Bovendien zijn de inburgeringscursussen niet op maat van de nieuwkomers gesneden. Of het nu gaat om een arts uit Iran of een analfabeet van het Afghaanse platteland, beiden krijgen dezelfde cursus, die gericht is op de gemiddelde inburgeraar. En nadat die cursussen zijn afgelopen, hebben er te veel geen contact meer met autochtone Vlamingen. Ze belanden in een milieu van streek- of lotgenoten waardoor ze niet verder meer integreren. Coaches De Vlaamse minister van Inburgering Geert Bourgeois (N-VA) wil daar wat aan doen, bijvoorbeeld door cursussen op maat aan te bieden waarin aan hoogopgeleide buitenlanders hogere eisen worden gesteld dan aan lager geschoolde inburgeraars. Hij wil ook iets doen aan de nabehandeling van de cursisten. 'We laten die mensen te veel los nadat ze hun inburgeringstraject hebben afgewerkt', zegt Bourgeois. 'We doen te weinig als ontvangende samenleving. Misschien moeten we hen meer leiden naar jeugdbeweging of sportclubs. Misschien ook moeten de gemeenten hun nieuwkomers onthalen op het gemeentehuis om hen meer informatie te geven.' Bourgeois denkt er ook aan een systeem van coaches op te zetten die ervoor moeten zorgen dat de nieuwkomers 'in de levende samenleving worden opgenomen'. 'Wij moeten hen ook kansen geven.' Minister Bourgeois doet nogmaals een oproep aan autochtone Vlamingen om Nederlands te praten met nieuwkomers, geen Engels of Frans en zeker geen dialect. DS, 30-03-2010 |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 14:18. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.