Ambtenaren strijken dubbele wedde op
 

Ambtenaren strijken dubbele wedde op


BRUSSEL - Sommige Belgische ambtenaren die bij een internationale instelling werken, krijgen niet alleen een riante belastingvrije vergoeding van die instelling, maar worden ook nog eens in België doorbetaald.


Ons land heeft vertegenwoordigers zitten in de meest diverse internationale instellingen. Zo stuurt de overheidsdienst Financiën vastbenoemde ambtenaren naar de Wereldbank en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank in Washington, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling in Londen en de Aziatische Ontwikkelingsbank in Manilla.

Deze ambtenaren verdienen in het buitenland een mooie belastingvrije wedde, betaald door de ontwikkelingsbank in kwestie. Opmerkelijk is dat ze daarbovenop ook nog eens hun ambtenarenloon van het departement Financiën gewoon krijgen doorbetaald. In landen als Duitsland, Nederland en de Scandinavische landen wordt hun totale vergoeding beperkt tot de vergoeding door de internationale instelling. Het salaris dat wordt betaald door hun eigen overheid wordt in deze landen opgeschort.

Dat het om behoorlijk grote bedragen gaat, bewijst het voorbeeld van de hoogstgeplaatste Belgische vertegenwoordiger bij de Wereldbank. Die ontvangt de eerste twee jaar van zijn detachering netto 220.000 dollar (144.000 euro) per jaar en de volgende twee jaar 190.000 dollar (128.000 euro). Daarnaast loopt zijn ambtenarenwedde gewoon door.

CD&V-kamerlid Jenne de Potter stelt zich vragen bij deze gang van zaken. ‘Het kan niet zijn dat Belgische ambtenaren in het buitenland tweemaal langs de kassa passeren, terwijl we ons allen schrap moeten zetten om de begroting sluitend te maken. Deze toestand is onzinnig en ethisch niet te verantwoorden en bovendien gaat deze praktijk van Financiën in tegen het Belgische ambtenarenrecht.'

De Potter benadrukt dat de zogenaamde wet-Camu stelt dat twee salarissen voor dezelfde ambtenaar doet vermoeden dat deze twee jobs tegelijkertijd uitoefent. ‘Artikel 12 van de wet bepaalt duidelijk dat een machtiging tot cumulatie enkel kan verleend worden als de activiteit wordt uitgeoefend buiten uren waarin hij zijn dienst vervult. Zij dient in elk geval volledig bijkomstig te blijven ten overstaan van het uitgeoefend ambt.'

Minister van Financiën Didier Reynders (MR) is zich van geen kwaad bewust. Bij monde van staatssecretaris Bernard Clerfayt (MR) antwoordde hij onlangs op een vraag van de CD&V'er dat hij ‘geen onverenigbaarheid ziet met de overeenkomstige wettelijke voorschriften, aangezien de opdrachten een integraal deel uitmaken van hun taken bij de administratie.'

‘De bestaande regeling werd verschillende malen getoetst op baten en kosten, alsook op de praktijk in andere landen', aldus Clerfayt. ‘Telkens werd het op basis van de resultaten van die evaluaties niet opportuun geacht om naar een andere regeling over te stappen.'

Kamerlid De Potter vraagt zich voorts af waarom het altijd ambtenaren van Financiën zijn die ons land vertegenwoordigen bij de ontwikkelingsbanken. ‘Men kan deze afvaardiging ook samenstellen vanuit het Directoraat-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGOS) van de overheidsdienst Buitenlandse Zaken, waar men meer expertise heeft op het vlak van ontwikkelingssamenwerking.'

Deze verschuiving zou ook de absurde situatie bij de Wereldbank verhelpen. Vandaag vertegenwoordigen twee ambtenaren van Financiën ons land bij de Wereldbank in Washington, terwijl DGOS noodgedwongen twee ambtenaren in de ambassade huisvest om het beleid van de Wereldbank op te volgen. Dit betekent dat de belastingbetaler vier ambtenaren moet bekostigen voor de Belgische opvolging van de Wereldbank.

De Potter vraagt, naar Nederlands voorbeeld, een onderzoek door het Rekenhof naar de manier waarop detacheringen worden vergoed.


DS, 16-11-2009 (Steven Samyn)