Voorbij de massamedia
Voorbij de massamedia
Henk Blanken, Media Mores. Over digitale cultuur, bloggende burgers en journalistieke ethiek, Atlas, 256 blz. VRIJE TRAP — De massamedia hebben hun beste tijd gehad. Geldt dat ook voor de journalisten? Google heeft de doodsklok geluid voor de massamedia zoals wij die kennen. Maar hoe ziet de nieuwe mediawereld er dan uit? En is er in die wereld nog plaats voor journalisten? Die vragen houden Henk Blanken, adjunct-hoofdredacteur van Dagblad van het Noorden en een veteraan in het vak, wakker. Hij formuleert er in zijn boek Media Mores enkele interessante en soms verrassende antwoorden op. Tegelijk gaat hij op zoek naar een nieuwe, aangepaste ethiek voor de journalist. Want normen moeten er zijn, ook op het internet. Boeken over de nieuwe media starten hun historisch overzicht meestal bij de opkomst van het web in de jaren 1990. Soms gaan ze terug tot de start van het internet op het eind van de jaren 1960. Blanken kijkt verder terug en dat levert interessante perspectieven op. 'De massamedia' zijn een vrij recente ontwikkeling. Boeken zijn er al vele eeuwen. In 1605 was er in Antwerpen zelfs al een krant. Maar pas tijdens de industriële revolutie was er echt sprake van een medium voor de massa. Toen maakten met stoom aangedreven rotatiepersen het drukken van hoge oplagen mogelijk. Ondertussen is de wereld veranderd. Van informatieschaarste zijn we geëvolueerd naar informatieovervloed. De massamedia, als typisch verschijnsel van de twintigste eeuw, hebben hun beste tijd gehad. Wat neemt er dan hun plaats in? Een beetje vanalles. Blogs, aggregatiesites, communities, Twitter. Als hij de mediatoekomst beschrijft, trapt Blanken nogal makkelijk in de clichés over de Googlegeneratie. 'Jongeren filteren het nieuws door het permanent in hun netwerk sms'end en msn'end te bespreken, te wegen en te evalueren, en ze controleren het nieuws door het te checken bij Google', beweert hij. Dat hyperactieve mediagedrag komt zeker steeds vaker voor, maar ik zie dat vooral bij dertigers. Tieners sms'en en msn'en over dezelfde dingen waarover tieners van vorige generaties telefoneerden en brieven schreven, denk ik. Media Mores is een boek van, over en voor journalisten. Maar het is ook een samenvatting van de grote denkstromingen rond internet en media. Blanken heeft ze allemaal gelezen: de ideologen van de internetrevolutie als Chris Andersen (The long tail) en Jeff Jarvis (Wat zou Google doen?), de wat kritischer stemmen als Nick Carr (The big switch) en die ene doemdenker, Andrew Keen (auteur van De @-cultuur, volgens wie onze cultuur ten onder gaat aan een internet vol door elkaar schreeuwende idioten). Blanken citeert ze allemaal respectvol, maar relativeert waar nodig. Het blijft ironisch dat het debat over de nieuwe media wordt geleid door een klein groepje mensen die hun visie zo snel mogelijk willen toevertrouwen aan een boek. In die boeken oreren ze graag dat het internet lak heeft aan autoriteit. Dat het 'niet van bovenaf gedirigeerd maar van onderop gestuwd' is. Dat de jonge 'millenials' hun opinie zullen vormen op basis van informatie die ze krijgen van hun sociale netwerken. Waaruit we mogen afleiden dat deze auteurs hun boeken alleen maar schrijven ten behoeve van ouwe zakken als ik. Dat komt mooi uit, want deze ouwe zak wist het boek van Blanken erg te waarderen. Hij kan verdraaid goed schrijven en heeft het over een onderwerp waar hij heel lang en heel hard over heeft nagedacht. Dat sommige hoofdstukken wat haastig zijn samengesteld uit diverse blogposts, neem je er gewoon bij. Blanken doet in dit boek wat hij zijn collega's aanbeveelt: hij neemt alle beschikbare informatie in zich op, en breit daar een inzichtelijk, coherent verhaal uit. Dat gaat nooit uit de tijd. Blanken schrijft dan wel een blog, hij is een journalist van de oude stempel en schaamt zich daar niet voor. Hij moppert dat journalisten de losse aanpak van bloggers overnemen en zich bezondigen aan haastig knip-en-plakwerk. Hij roept zijn collega's op om de journalistieke waarden te behouden, zoals woord en wederwoord. Het doet hem pijn dat anderen - zoals Google - moeiteloos geld verdienen aan de stukken die journalisten schrijven. Tegelijk kijkt hij naar de nieuwe media met een aanstekelijke onbevangenheid en optimisme. Ja, concludeert hij, er is nog plaats voor journalisten. Maar die moeten hun vak dan wel anders opvatten. Maar de kern blijft: de waarheid zoeken en het verhaal vertellen. www.henkblanken.nl DS, 13-08-2009 (Dominique Deckmyn) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 05:11. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.