Hardleerse bankiers
Hardleerse bankiers
Banken moeten hun verloningsbeleid transparanter maken en het afstemmen op de lange termijn, zei de G20 in april. Enkele maanden later blijken de bankiers daar al vierkant hun voeten aan te vegen, zegt KARIN DE RUYTER. Het excessieve bonusbeleid van de banken heeft een belangrijke rol gespeeld in het ontstaan van de financiële crisis. Het systeem waarbij traders en andere financiële wonderjongens vooral vergoed werden in functie van de resultaten die ze op korte termijn behaalden, moedigde hen immers aan om almaar meer risico's te nemen. Toen de regeringsleiders van de G20, de twintig grootste industrielanden, in april in Londen bijeenkwamen om een uitweg uit de crisis te vinden, waren ze het er dan ook over eens dat het verlonings- en bonusbeleid van de banken aan banden gelegd moest worden. Bij de toekenning van bonussen moet er ook naar de langetermijnrisico's gekeken worden, luidde het. De banken zouden ook duidelijke en volledige informatie moeten geven over hun remuneratiebeleid, niet alleen met betrekking tot de verloning van de toplui, maar ook van medewerkers op lagere echelons in de hiërarchie. Want het gebeurt niet zelden dat deze of gene toptrader, juist dank zij zijn riante variabele beloning, meer verdient dan de ceo. Maar nauwelijks vier maanden na die G20-top blijken de bankiers de boodschap nog steeds niet begrepen te hebben. In Europa flakkerde de discussie weer heftig op na de bekendmaking van de halfjaarresultaten van BNP Paribas. Beter dan verwachte resultaten, onder meer dank zij de goede prestaties van de zakenbank - niet toevallig de bancaire activiteit waar alle ellende ook begon. Om de zowat 17.000 mensen die voor die zakenbank werken gepast te belonen, zette BNP Paribas dan ook prompt een miljard euro extra opzij. Hoeveel er in totaal dit jaar al in die bonuspot is gestopt, 'kon' de bank echter niet zeggen. Tot zover de transparantie en de koppeling van bonussen aan langetermijdoelstellingen, dus. Na één kwartaal - drie volle maanden - van goede cijfers lag er alweer een gulle cheque klaar. Niet alleen BNP Paribas is hervallen in de oude gewoontes. Zo geraakte onlangs bekend dat, zelfs voor het rampjaar 2008, meer dan 4.700 Amerikaanse bankiers en traders een bonus van meer dan 1 miljoen dollar opstreken, hoewel hun bank inmiddels gered was moeten worden door de overheid. Bij negen banken die aan het overheidsinfuus moesten, lagen de bonussen zelfs hoger dan de nettowinst van de bank, bleek uit een rapport van procureur-generaal Andrew Cuomo. En nu de resultaten stilaan weer beter worden, is het hek helemaal van de dam. In de eerste helft van dit jaar zou Goldman Sachs al voor meer dan 11 miljard dollar aan bonussen opzijgezet hebben, een derde meer dan vorig jaar. De bankiers wijzen elke kritiek op hun graaigedrag steevast af als 'populistisch' en 'ingegeven door afgunst'. Zelf zijn ze er immers van overtuigd dat ze die megavergoedingen echt wel verdienen. Ook al hebben ze, met hun jacht op almaar grotere bonussen, de hele wereldeconomie in een crisis zonder voorgaande gestort. Ook al hebben ze vandaag alleen nog een job omdat hun bank met miljarden overheidsgeld overeind is gehouden. De Franse regering kon alvast niet lachen met de bonuspot van BNP Paribas. 'Bankiers moeten collectief inzien dat er een nieuw tijdperk is aangebroken, en dat het spel niet meer volgens dezelfde regels gespeeld wordt', zei de Franse minister van Economie Christine Lagarde gisteren in een radio-interview. Zijzelf en de Franse president Nicolas Sarkozy willen tijdens de volgende top van de G20, in september in Pittsburgh, de 'nieuwe regels' daarom nog laten aanscherpen. Ze vinden daarvoor hopelijk gehoor bij hun collega's staatshoofden en regeringsleiders. Want ook in andere landen groeit het ongenoegen over de onbeschaamde manier waarop bankiers zichzelf royaal blijven bedienen. Zelfs in de liberale VS keurde het Huis van Afgevaardigden al een wet goed die het toezichthouders mogelijk maakt in te grijpen in het verloningsbeleid van de banken. De banken hebben de kans om zichzelf bij te sturen willens en wetens laten liggen. Het wordt dus tijd om hen de 'nieuwe regels' met harde hand op te leggen. Hoe moeilijk dat ook zal zijn. Want het is stilaan tijd dat ze ook zelf de gevolgen dragen van hun eigen misstappen, in plaats van die af te schuiven op de rest van de maatschappij. Karin De Ruyter is redactrice economie. DS, 08-08-2009 |
De moraal van het bonusverhaal
De moraal van het bonusverhaal
Dat de banken opnieuw voor miljarden aan bonussen uitgeven, is de schuld van de politieke leiders, vindt MARC DE VOS. 'Niet alleen is het casino dus nog open, maar dezelfde spelers zitten aan de speeltafels en de winstkansen zijn toegenomen.' De politieke wereld in binnen- en buitenland is gegrepen door een golf van verontwaardiging over de miljardenbonussen in de banksector. Ik deel volmondig de collectieve verontwaardiging. Sterker nog, de perversiteit van dit rondje bonusextravaganza zit dieper dan velen denken. Maar we moeten ook het hele plaatje bekijken. Dan volgt het besef dat de politieke wereld voor een groot deel oogst wat zij zelf heeft gezaaid. Eerst een broodnodige nuance. We spreken over een klein clubje van investeringsbankiers die geld hebben verdiend aan de crisis of aan de recente heropleving van de beurzen. Er zijn enkele zwaluwen die opnieuw miljardenwinsten boeken. De systeemcrisis in de financiële sector is niet voorbij. De Europese banksector moet nog 80 procent van de rommelkredieten verteren. Maar de angst voor totale implosie ebt weg. Er zit psychologieverbetering achter de recente koersverbeteringen bij de banken. Eigenlijk zouden we blij moeten kunnen zijn dat er opnieuw winst wordt gemaakt. Zonder een goeddraaiende financiële markt ligt de economie immers droog, dat hebben we aan den lijve ondervonden. Helaas moeten we niet blij zijn, maar woest. Dat heeft te maken met de vaststelling dat politieke leiders - zowel internationaal als nationaal - niet of nog niet in staat zijn geweest om de lessen te trekken uit de grootste financiële crisis sinds de Grote Depressie. Dat zorgt voor stuitende perversiteit. Perversiteit nummer één is dat de schuldigen van de crisis onvoldoende zijn gestraft. Toen speculatie de financiële sector op de rand van de afgrond bracht, hebben regeringen wereldwijd gekozen voor reddingsplannen. Dat was noodzakelijk om een economische holocaust te vermijden. Maar het gevolg is wel dat de ultieme marktsanctie voor onverantwoord gedrag - faillissement - bijna niet is toegepast. De casinospelers hebben de schulden van het casino op de gemeenschap kunnen dumpen. Maar het casino bestaat nog altijd. Perversiteit nummer twee is dat overheden wereldwijd de duizenden miljarden reddingsgeld onvoldoende hebben omgezet in zeggingsmacht. Slechts een minieme fractie is gebruikt om aandelen te verwerven in de banken, vaak nog zonder stemrecht. Er zijn wel bestuurspostjes verdeeld, maar als belangrijke aandeelhouder had men veel sterker gestaan om de bedrijfscultuur en de bonuspraktijken van binnenuit te veranderen. Perversiteit nummer drie is dat overheidssteun de grootste investeringsbanken nog sterker heeft gemaakt. De markt is geconsolideerd en de grootste vissen zijn bijna allemaal gebleven. Ze hebben nu minder concurrentie en kunnen hogere marges rekenen. Ze verdienen gouden bergen met de crisis die zelf mee hebben veroorzaakt. Na een crash volgen beursswings en daarop wordt massaal gespeculeerd. Schaarste in bankleningen noopt bedrijven tot uitgifte van eigen obligaties, waarop investeringsbanken grof verdienen. Ook de bonuscarrousel draait als vanouds, terwijl bonusdrift zo nefast is gebleken in de crisis. Niet alleen is het casino dus nog open, maar dezelfde spelers zitten aan de speeltafels, ze hebben meer speelkansen dan voordien en de winstkansen zijn toegenomen. Hoe is zo ver kunnen komen? Uiteraard verzuimt de sector zichzelf te verschonen. Maar nieuwe normen moeten voor iedereen gelden en dat lukt nooit zonder regulering. We botsen op de onmacht van de internationale politiek. De realiteit van de internationale financiële economie is die van haar regulering voorbijgesneld. Daardoor konden toverproducten in de schaduw een wereldwijde bubbel creëren, met fatale gevolgen. Om een herhaling van dat scenario te vermijden, zijn drastische ingrepen nodig. Een nieuw internationaal kader dringt zich op, waarin de verhouding tussen gewone banken en risicovolle investeringsbanken wordt aangepakt, waarin nieuwe controleregels risico's beheersen, waarin de kostprijs van een impliciete staatsgarantie voor banken wordt verrekend, en waarin loonbeleid op duurzaamheid wordt afgestemd. Van dat alles komt voorlopig bitter weinig in huis. Internationaal is er onvoldoende consensus en geen institutioneel kader. De G20 in Londen kan blaffen voor transparanter loonbeleid, maar bijten kan niet. Bij gebrek aan internationale cohesie, moet er nationaal gehandeld worden. Dan is bescheidenheid troef, want niemand kan of wil de eigen spelers fnuiken of wegjagen. Kijk naar België, waar de commissie-Lamfalussy pleit voor politieke haalbaarheid en de premier verkondigt dat echte hervormingen pas na de crisis kunnen. Dan zal iedereen schreeuwen om vooral het herstel niet te fnuiken. We dreigen in business as ususal te belanden. De mondiale crisis zou een historische opportuniteit moeten zijn om de financiële sector stabiel te maken voor toekomstige groei. Maar de internationale impotentie die tot de crisis geleid heeft, dreigt nu de opportuniteit te verkwisten. Dat is de moraal van het cynische bonusverhaal. Marc De Vos is directeur van het Itinera Institute en docent UGent. DS, 10-08-2009 |
De basis van het systeem moet veranderen :banghead:
well worth your time (+nederlands ondertiteld) http://www.youtube.com/watch?v=Xw8OkHZxARA http://www.youtube.com/watch?v=Bt5rZ_9N4as&NR=1 http://www.youtube.com/watch?v=RWBfvV55cDk ... |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 21:16. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.