Vanackere promoveert naar de federale hel
Vanackere promoveert naar de federale hel
BRUSSEL - Vijf jaar geleden werd Steven Vanackere voor het eerst verkozen. Gisteren al volgde de ultieme promotie: naar de hel, de federale regeringskern. Ook na twee keer meespelen in de Slimste Mens is hij nog altijd de grote onbekende uit de Vlaamse regering. Vierenveertig is hij intussen, Steven Vanackere, de man die plots federaal vicepremier wordt en voor de tweede keer in twee jaar tijd Inge Vervotte opvolgt die afgelopen weekend 31 werd. Steven Vanackere is zoon van de gewezen senator en West-Vlaamse provinciegouverneur Leo Vanackere. Hij is jurist. Aanvankelijk koos hij voor een baan in de financiële sector, maar spoedig werd hij door Herman Van Rompuy - ja - geroepen naar Cepess, de studiedienst van CD&V die de nieuwe premier in die tijd leidde. Daar werd hij na enkele jaren ontdekt en weggeplukt door Jos Chabert, decennialang de Brusselse Vlaming van dienst in CD&V en de 'chef de file' van het ACW in de regeringen waarin CD&V constant aanwezig was. Na een tijd werd Vanackere ook Chaberts kabinetschef. Net als Chabert is hij een man van het compromis die van nature niet de neiging heeft harde taal te spreken of tegen de haren in te strijken. Een journalist die schrijft dat hij boos was, belt hij meteen op om dat te ontkennen. 'Ik ben nooit boos. Of toch bijna nooit.' Wat Vanackere niet heeft geërfd van zijn toenmalige baas, is de vaardigheid om bij elke openbare gebeurtenis op het juiste moment voor de camera's te verschijnen. Dat is de reden waarom hij weinig bekend is. In de sanhedrins van de macht, in de eigen partij en erbuiten, is hij wel bekend. Hij heeft er zelfs gezag. Hij weet ook, zeggen critici, dat je dat gezag maar verwerft als je niet te hard aanschopt tegen de macht en de zuilen. Zo verwijten ze hem in de organisatie van de eerstelijnszorg in Vlaanderen, te veel macht gegeven te hebben aan de ziekenfondsen. Vanackere is ook Brusselaar. Hij weet hoe met de Franstaligen en de Franstalige politici om te gaan. Dat is een kwaliteit die zwaar heeft doorgewogen bij zijn aanwijzing tot federaal vicepremier. In Brussel nam hij ook gevarieerde parapolitieke opdrachten op. De sanering van de Ancienne Belgique, het bestuur van de Brusselse haven, en een topfunctie in de Brusselse vervoermaatschappij MIVB. Door dat laatste komt hij niet geheel onvoorbereid op de post 'openbare bedrijven' die hij overneemt van partijgenoot Inge Vervotte. Al is de NMBS nog andere koek dan de MIVB. Bij die MIVB wordt hij dan weer weggeplukt door Yves Leterme als die als CD&V-voorzitter de lijsten voor de Vlaamse verkiezingen voor 2004 opstelt. Hij wordt meteen verkozen, met dik 3.000 stemmen. Weinig voor een gekozene in Vlaanderen, maar in Brussel is dat relatief veel. Twee jaar later, bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2006, scoort hij opnieuw als hij met Joëlle Milquet in de stad Brussel op een gemeenschappelijke lijst CDH-CD&V staat. Hij wordt schepen van Economie. Dat inspireert partijgenoten van hem om te zeggen dat hij wellicht de enige is die Joëlle Milquet kan begrijpen en met haar kan samenwerken. In 2007 wordt hij opnieuw weggeplukt uit dat schepencollege om in de Vlaamse regering Inge Vervotte te vervangen die ontslag indient als minister van Welzijn om haar deelname - samen met Yves Leterme - aan de federale verkiezingen voor te bereiden. Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, het is materie waarin hij niet dagelijks bezig is, maar hij is er wel enigszins mee vertrouwd. In korte tijd ontpopt hij zich tot een goede vakminister. Hij is empathisch, werkt zich snel in en gaat snel mee in de beleidsevoluties die aan de gang zijn in de ouderenzorg, de palliatieve zorg, armoede en gezondheid, Worstelen doet hij daar vooral met het federale niveau en de Franstalige collega's die vaak niet meewillen in preventieaangelegenheden, en met wachtlijsten aan alle kanten: in de kinderopvang, de gehandicaptenzorg, de bijzondere jeugdzorg, de geestelijke gezondheidszorg, de jeugdpsychiatrie. Hij werkt geduldig en clever aan de uitbreiding van de voorzieningen, en volgt daarbij een van zijn levensmotto's: het ideaal is goed, maar vaak komen we met de helft daarvan ook wel waar we moeten zijn. Van de opdracht Ambtenarenzaken en Openbare Bedrijven die hij van Inge Vervotte overneemt, is het tweede deel hem niet vreemd, via zijn baan bij de MIVB. Het eerste deel ligt verder weg, maar met een goede omkadering zal hij snel op dreef komen, zeggen mensen die hem kennen. Het vicepremierschap is andere koek. Hij is gekozen omdat hij van ACW-strekking is, met de Franstalige partijen heeft leren werken en in staat is snel een breed pakket van dossiers te beheersen. Maar hij heeft geen ervaring met de vuile trucs en de vierdubbele bodems en agenda's waarmee gewerkt wordt op het federale niveau, zeker in de huidige coalitie die tot nu toe niet erg veel samenhang vertoonde. 'De portefeuille Welzijnszorg is, in tegenstelling tot wat velen denken, niet voor doetjes, de belangenbotsingen zijn daar erg hard', zegt een oud-collega van hem. 'Maar de federale regeringskern, dat is de hel, in vergelijking daarmee'. Het is daarom dat nogal wat CD&V-parlementsleden hem vooral beklagen. 'Hij promoveert naar de hel', zei een van hen. Blog DS, 31-12-2008 (Guy Tegenbos) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 22:04. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.