Terroristen geïnfiltreerd in Iraakse politie
Irak / Terroristen geïnfiltreerd in politie
Maandag bleek dat in Basra directe banden bestaan tussen de politie en de Al-Mahdi-militie van de sjiitische opstandeling Moektada al-Sadr, toen de politie twee opgepakte leden van de Britse speciale eenheden overdroeg aan de militie. Een bevel van het ministerie van binnenlandse zaken in Bagdad om ze aan de coalitietroepen over te dragen, werd genegeerd. De Britten besloten daarom tot een bevrijdingsactie. Dinsdagavond erkende de Iraakse nationale veiligheidsadviseur Moewafak al-Roebaje bij de BBC dat het daar niet bij blijft. „Ik moet toegeven dat onze veiligheidstroepen zijn geïnfiltreerd door opstandelingen, en ook door terroristen”, zei hij. Hij had geen idee hoe ernstig, maar het probleem speelt „in veel delen van Irak”. In juli werd in een rapport van het Amerikaanse defensieministerie hier al voor gewaarschuwd. De selectie van rekruten is niet zorgvuldig, was toen de boodschap, want er worden ook analfabeten aangenomen voor de politieopleiding, net als criminelen en Irakezen die rabiaat anti-Amerikaans blijken te zijn. De toeloop is groot, want ondanks de aanslagen op de politie willen veel Irakezen er werken. Niet alleen om het salaris, maar ook om betrokken te zijn bij de wederopbouw. En sommigen meldden zich dus juist om zand in de machine te gooien. Ook de Britse legerchef in Basra gaf gisteren tegenover de BBC aan dat dit probleem met voorrang opgelost moet worden. Hij sprak over ’schurken binnen de politiekorpsen’ waar ’heel Irak last van heeft’. Uit Al-Roebajes woorden kan worden opgemaakt dat het rapport al tot actie heeft geleid. Irak heeft nu „een scrupuleuze onderzoeksmethode”, zei hij, om „onze veiligheidstroepen op te schonen en een einde te maken aan infiltraties van opstandelingen of terroristen”. Niet dat de Iraakse burgers veel vertrouwen hebben in de politie. Die was immers een belangrijk instrument in Saddams schrikbewind, en er is weinig gedaan om burgers ervan te overtuigen waarom de nieuwe agenten wel te vertrouwen zijn. Alleen in de Koerdische regio kon dat vertrouwen groeien, waardoor burgers in het noorden van Irak verdachte situaties en personen bij de politie zijn gaan melden en zo bijdragen aan de veiligheid. Elders in Irak gebeurt dat niet of nauwelijks, maar zou dat ook weinig zin hebben. Zo’n melding leidt tot niets, want de politie is onderbemand, durft de straat niet op of wil geld zien. Bovendien zijn het vaak mannen in politie-uniformen en politieauto’s die de hoofdrol spelen in de verdachte omstandigheden. De berichten dat politiemensen betrokken zijn bij ontvoeringen zijn legio: veel Irakezen zijn uit huis gehaald door geüniformeerde mannen. En veel vermoorde Irakezen worden gedumpt met handboeien van het type dat de politie gebruikt. Ook bij de vele aanslagen op de Iraakse politie is meermalen gebleken dat ze alleen konden worden uitgevoerd met informatie van binnen het betrokken korps. Dat versterkt het vertrouwen binnen de korpsen bepaald niet, en verzwakt ze daardoor verder. De problemen met de politie weerspiegelen die van de Iraakse samenleving, waar na jaren van dictatuur verschillende groepen om de macht strijden. In Basra wordt het politieke bestuur beheerst door verschillende sjiitische partijen en groepen, die hun macht consolideren door hun greep op het politiekorps. Al-Sadr weet zijn macht uit te breiden door financiële hulp te geven aan armen, zieken en slachtoffers van (Amerikaans) geweld. In soennitische steden is geprobeerd een soennitische overheersing te voorkomen door vooral sjiitische politiemensen aan te stellen. Door in die korpsen te infiltreren weten soennitische strijdgroepen toch invloed uit te oefenen. Soms leidt dat tot een ware terreur, zoals onlangs nog in het Noord-Iraakse Tal Afar. Daar kon het politiekorps niet meer functioneren vanwege het grote aantal soennitische infiltranten dat de sjiitische meerderheid intimideerde en terreurgroepen van buiten uitnodigde. De sjiieten eisten ingrijpen van Bagdad, en na weken van strijd meldden het Iraakse en Amerikaanse leger dit weekeinde trots dat de rust er is hersteld. Het harde optreden in Basra van maandag is de Britten niet in dank afgenomen. De politie ging gisteren zelfs de straat op om te protesteren en het vertrek van hun chef te eisen, die de samenwerking met het Britse leger niet heeft verbroken. Trouw, 22-09-2005 |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 17:10. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.