actualiteitsforums

actualiteitsforums (http://actualiteit.org/forums/index.php)
-   Artikels & Boeken (http://actualiteit.org/forums/forumdisplay.php?f=132)
-   -   Het kostbare weefsel (http://actualiteit.org/forums/showthread.php?t=23067)

Barst 6th December 2008 16:51

Het kostbare weefsel
 
De pessimist in de separatist

Bart De Wever, Het kostbare Weefsel, Kapellen: Pelckmans, 2008 (226p).


BRUSSEL - De maatschappij is ziek, de gezinnen versplinterd, de gemeenschap geatomiseerd en de individuen verloren gelopen in hun absolute vrijheid. In zijn columns toont Bart De Wever zich als een cultuurpessimist. Een onafhankelijk Vlaanderen is voor hem ook een maatschappelijk project. 'We moeten het kostbare weefsel van de samenleving herstellen.'


Bart De Wever wil niet alleen een onafhankelijk Vlaanderen om de pensioenen veilig te stellen, hij heeft er ook een maatschappijvisie voor. In de politique politicienne van de staatshervorming raakt dat soort vragen ondergesneeuwd. Maar in zijn columns in De Standaard en De Morgen vond De Wever wel ruimte om zijn visie op mens en maatschappij uit te werken. Weliswaar gefragmenteerd in korte tekstjes, geordend volgens de toevallige loop van de actualiteit en gevuld met meer maatschappijkritiek dan voorstellen hoe het concreet anders moet, ontwikkelde De Wever daarin zijn ideeën over identiteit en gemeenschap, sociale cohesie en het belang van een collectief waardestelsel. Die teksten zijn nu gebundeld in het boek Het kostbare weefsel, een verwijzing naar de Britse conservatieve filosoof Edmund Burke (1729-1797), de ideologische bron van De Wever.

'Mijn maatschappijvisie is in grote mate gebaseerd op de filosofie van Edmund Burke, die ik tijdens mijn studentenjaren heb bestudeerd. En ik moet zeggen dat mijn ideologische kader sindsdien nauwelijks veranderd is. Burke blijft een kapstok waar ik alle nieuwe maatschappelijke vragen aan op kan hangen. Dat is een enorme troef in de politiek. Mijn ideeën zijn niet gebaseerd op kiezersenquêtes of marktonderzoeken, ze spruiten voort uit een diepe en duidelijke overtuiging.'


U begint uw boek met een stuk over Burke dat u in 2003 in De Standaard publiceerde.

'Ik was toen nog een beginnend politicus, die bovendien net onder de kiesdrempel was gedoken. Een mens zou van minder een dipje krijgen. Het schrijven van dat essay was een uitstekende therapie, en ik heb er veel reacties op gekregen. Dat iemand van mijn leeftijd weer voor zulke ideeën durfde uit te komen, was nieuw.'


U claimde er de geuzennaam 'conservatief' mee. Wat betekent dat voor u?

'Het begrip is semantisch vervuild. Progressief zou gelijkstaan met modern, tolerant en toekomstgericht. Conservatief met ouderwets, gesloten en antimodern. Dat ben ik dus niet. “Conservatief, drukt voor mij uit hoe ik de mens zie functioneren in de maatschappij. Ik geloof niet in de absolute vrijheid van het individu, zoals het liberalisme propageert, noch in de dominantie van de staat, zoals het socialisme doet. Dat zijn twee ideologieën die geloven dat de samenleving via rationele schema's maakbaar is.'

'Een conservatief gelooft dat het maatschappelijk weefsel zich organisch ontwikkelt en dat de mens maar tot zijn volle ontwikkeling komt in zijn relatie tot anderen. Hij wordt niet als geboren als een leeg vat dat de volle vrijheid krijgt om zijn eigen leven vorm te geven, maar in een beschaving die al duizenden jaren functioneert en waarin een mens wordt gesocialiseerd. Hoe meer de mens in die samenleving wordt opgenomen, hoe sterker en gelukkiger hij wordt. Vandaar dat wij belang hechten aan tradities, identiteit, spontane solidariteit, verantwoordelijkheidszin, gezin, waarden en normen.'


Als u niet gelooft in de maakbaarheid van de samenleving, waarom dan nog aan politiek doen?

'De tegenstelling organisch-maakbaar is natuurlijk niet absoluut. Maar onze kijk op politiek is wel bescheidener dan bij liberalen en socialisten. Zij geloven met de overmoed van de verlichting dat ze de samenleving naar hun hand kunnen zetten. Het communisme en het nationaal-socialisme zijn daar de extreme gevolgen van.'

'Conservatieven daarentegen prediken een grote bescheidenheid in de politiek. Ze gaan liever als een chirurg te werk, die het spontane weefsel niet wil schaden en zeker niet wil vervangen door iets wat hij zelf heeft ontworpen. Mooi voorbeeld zijn de onderwijshervormingen die in onze buurlanden tot rampen hebben geleid, terwijl er een uitstekend systeem bestond dat uit de traditie was gegroeid.'


De maatschappelijke aanvaarding van homoseksualiteit of euthanasie is toch te danken aan enkele progressieven die geloofden dat de publieke opinie maakbaar was?

'Laat het duidelijk zijn dat ik echt niet wakker wil worden in de jaren vijftig. Mijn maatschappijbeeld is niet statisch. Een samenleving bestaat uit levende krachten die ideeën cultiveren, waardoor een beschaving evolueert. Niets is zo sterk als een idee waarvoor de tijd rijp is. Ook dat is een organische proces.'


Is een onafhankelijk Vlaanderen niet ook een utopische maakbaarheidsgedachte?

'De N-VA is nooit een revolutionaire partij geweest. Wij bewandelen het pad van de geleidelijkheid en het democratische proces. We laten de ideeën rijpen.'


Marc Reynebeau dient u in het voorwoord van repliek. Hebt u hem dat gevraagd?

'Ja. Het is gezond om een in een boek vol eigen opinies een tegenstem te hebben. Het valt me op dat we het in de analyse vaak eens zijn. Alleen onze politieke conclusies zijn compleet tegengesteld.'


Marc Reynebeau wijst erop dat u geen underdog bent, zoals u zich graag voorstelt. Uw meningen hebben een breed draagvlak.

'Bij de bevolking wel. Maar onder opiniemakers overheerst de linkse gedachte. Op het publieke forum blijf ik de underdog.'


Een underdog die dan toch gretig door de pers wordt geconsulteerd.

'Ik kan niet klagen over een gebrek aan forum. Maar de rechtse stem blijft beperkt tot enkelingen. Het ligt ook aan de conservatieven zelf. Er is hier een ongelooflijk gebrek aan ambitie om die rechtse stem te laten horen. Noem het zelfs intellectuele luiheid. Ik zou graag wat meer conservatieven in de pen willen zien kruipen.'


U draagt uw boek op aan uw vrouw en uw kinderen. Hebt u nu wat meer tijd voor hen?

'Ze zien me integendeel minder dan vroeger. Tijdens de onderhandelingen waren er lange, dode periodes dat ik thuis zat. Nu niet meer. Ik heb mijn boek aan mijn gezin opgedragen omdat mijn vrouw die columns haatte. De weinige momenten dat ik in het weekend thuis was, moest ik nog mijn stukje voor de krant schrijven. Ik hoop dat hiermee te hebben goedgemaakt. Ik doe dolgraag aan politiek, maar de combinatie ervan met een gezin is niet vanzelfsprekend. Voor mijn vrouw en kinderen is dit een hard beroep.'


DS, 06-12-2008 (Lieven Sioen)

Barst 6th December 2008 17:31

Op de bres voor het kostbare weefsel
 
Op de bres voor het kostbare weefsel


Na ruim 2,5 jaar eindigt bij deze mijn vaste aanwezigheid op deze opiniepagina als columnist. Op vraag van uitgeverij Pelckmans werd evenwel een ruime selectie van de verschenen columns gebundeld in een boek onder de titel Het kostbare weefsel. Die titel is niet alleen een woordspeling op mijn eigen achternaam, maar ook een verwijzing naar 'the costly fabric of society' waarvoor Edmund Burke het twee eeuwen geleden al opnam. In het boek voorzag ik iedere column van een inleiding waarin ik trachtte, maar allicht faalde, om op een niet al te pedante manier op het losgeweekte debat terug te blikken. De onderstaande, afsluitende bijdrage is een aan het boek toegevoegd essay over het opinielandschap in Vlaanderen en de rol die ik daarin speel als columnist.



Sinds het einde van de jaren 1960 beheerst de linkerzijde het maatschappelijk debat. Het bestaan van een elitaire consensus - een geheel opvattingen waarvan de intellectuele bovenlaag doordrongen is en die ze uitdraagt - is natuurlijk heel normaal. Maar dat de bestaande elitaire consensus sinds de jaren 1990 in toenemende mate onder de roepnaam 'politieke correctheid' terechtkwam, duidt op een diepe malaise van de klassieke linkse opvattingen. In Nederland publiceerde de linkse opiniemaker Joost Zwagerman in de zomer van 2007 een opmerkelijk pamflet onder de veelzeggende titel De schaamte voor links (Querido). Het is een beklijvende afrekening met het paars, progressief, multicultureel gedachtegoed. Het opruimen van de traditionele normen en waarden in ruil voor onbeperkte individuele vrijheid, het deconstrueren van begrippen als identiteit en het naïeve geloof in de zegeningen van de multiculturele samenleving, leverden aan het einde van de rit een geatomiseerde samenleving. Daarin schreeuwt iedereen om meer warmte, verliezen sociaal zwakkeren iedere culturele houvast en voelen ze zich aan hun lot overgelaten in een wereld die sociaaleconomisch met een rotvaart verandert. De linkerzijde staat erbij en kijkt ernaar met de mond vol tanden.

In Nederland leidde dit de jongste jaren tot een brede en diepe bevraging van de heersende opvattingen over de samenleving. Het maatschappelijk debat werd er radicaal en brutaal opengebroken door intellectuele talenten als Pim Fortuyn en Ayaan Hirsi Ali. De elitaire consensus kwam er in beweging en zoekt sindsdien moeizaam naar een nieuw evenwicht. Het is een bijzonder boeiend schouwspel. In Vlaanderen is daarvan vooralsnog heel weinig te merken. Bij ons geen radicaal nieuw geluid als dat van Fortuyn of Ali dat onweerstaanbaar het debat aanzuigt, maar slechts de langzaam vollopende vergaarbak van het rechts populisme dat door de heersende elitaire consensus vakkundig in de ban wordt geslagen.

Moeilijk is dat laatste ook niet, want stellen dat het barst van het intellectueel talent ter rechterzijde in Vlaanderen is op zijn zachtst gezegd overdreven. Wie zich als spreker regelmatig op de Vlaamse wegen waagt en er de Vlaamse middenklasse ontmoet, zal kunnen getuigen van het eindeloos geweeklaag over de kloof tussen de overheersende opinie van de pers en 'de bv's' enerzijds en die van 'het volk' anderzijds. Maar aangezien er met het maken van opinies door de bank geen stuiver te verdienen valt, beperken de aanwezigen zich daarna doorgaans tot het leegdrinken van hun glas. Bij gebrek aan enige uitdaging is het linkse eenheidsdenken bij opiniemakers uit de journalistieke en culturele wereld in Vlaanderen bijgevolg op enkele barstjes na nog zo goed als intact. Van een maatschappelijk debat zoals in Nederland kunnen we hier alleen dromen.

Een opiniepeiling in september 2008 onder 682 Vlaamse journalisten door het Center for Journalism Studies van de Universiteit Gent in samenwerking met de Vlaamse Vereniging van Journalisten spreekt boekdelen. De sp.a haalt 34%, Open Vld en Groen! elk 20%, het toenmalig kartel cd&v/n-va 18%, ldd 2% en hekkensluiter vb 1%. Driekwart van de bevraagden acht zichzelf gematigd tot bijzonder progressief. Wie deze resultaten afweegt tegen de kiesresultaten van juni 2007 ziet inderdaad hoe omgekeerd evenredig de Vlaamse opinie vertegenwoordigd is bij degenen die er de pen van vasthouden. Ik leef helemaal niet met het gevoel, zoals Frank Vandenbroucke in een bijdrage beweerde, dat 'Vlaanderen bevrijd moet worden van zalen vol linkse mensen'. Maar ik vind wel dat de elite die de publieke opinie stuurt getuigt van een ondraaglijk eenheidsdenken dat tegengas nodig heeft.

Het is tegen deze achtergrond dat ik vijf jaar geleden begonnen ben met het schrijven van columns in achtereenvolgens De Standaard ('Het Kostbare Weefsel') en De Morgen ('De Gedachte'). Zonder mezelf veel talent toe te dichten - schrijven is voor mij vooral hard labeur en wanhopig botsen op mijn taalkundige beperktheid - of de illusie te koesteren dat mijn stukjes een geweldige impact hebben, heb ik met deze bijdragen getracht om het maatschappelijk debat in Vlaanderen open te breken naar Nederlands voorbeeld. De kroonjuwelen van de linkse kerk zijn dan ook niet toevallig mijn favoriete onderwerpen: het debat over normen en waarden, het omgaan met burgerschap in een multiculturele omgeving en tot slot de relatie tussen identiteit en democratie.

Die laatste topic heeft in de Belgische context natuurlijk een bijzondere dimensie gezien de communautaire problematiek. In dat debat dicteert het mainstreamdenken dat identiteit slechts een constructie is van bevolkingsgroepen die er feitelijk hun sociale agenda mee articuleren en propageren. Identiteit is bijgevolg een categorie die men liefst zou achterlaten in de 19de en 20ste eeuw om door te groeien naar het Walhalla van een soort wereldburgerschap dat omgeven wordt door een waas van globale vrede, liefde en goede verstandhouding. Dat flinterdunne verhaaltje over identiteit en burgerschap moet volstaan als de fundering voor een nieuwe belgitude: de verheerlijking van België precies omdat het land géén bezitter (meer) is van een schragende identiteit. Op die manier is België plots geen aflopend verhaal meer wegens totaal mislukt als natiestaat maar een soort voorbode van de gedroomde toekomst.

Toen De Standaard in juni 2008 aan tientallen jonge creatieve landgenoten vroeg om naar aanleiding van de aanslepende communautaire crisis een nieuw licht over België te laten schijnen, leverde het een reeks bedenkingen op die baadde in deze nieuwe belgitude. Maar wat vooral pijnlijk duidelijk werd, is de complete argumentatieve leegheid van dit verhaal. Zo mogelijk nog pijnlijker werd die blootgelegd toen De Standaard - de krant die ooit avv vvk op haar voorpagina droeg - op vrijdag 19 september 2008 de hoofdredactie van de krant voor één dag overdroeg aan Jan Fabre.

De krant werd een ode aan de nieuwe verheerlijking van België. De kunstenaar beargumenteerde die met de stelling dat politici moeten leren om de schoonheid van België te zien. Wie dat niet kan, produceert 'rechts geruis en gedruis dat constant onze ogen en oren vertroebelt'. Dat laatste was zo ongeveer de enige relevante gedachte. Niet omdat ze strookt met de waarheid, maar omdat ze onthult dat het nieuwe belgicisme feitelijk wortelt in angst voor de Vlaamse democratie. De Vlamingen stemmen omgekeerd dan de opiniemakers en dus moet België als schild worden opgeblonken om te vermijden dat men ooit in een 'Beieren aan de Noordzee' wakker zou worden. Nog liever de gigantische bestuurlijke inefficiëntie van België als permanente diplomatieke conferentie tussen twee landen voorstellen als een te koesteren surrealisme dan zich te moeten neerleggen bij de democratische verhoudingen in Vlaanderen. Veel meer is het niet.

Na de lectuur van mijn stukken behoeft het allicht geen verder betoog dat mijn opvattingen eerder tegengesteld zijn aan degene die gelden als mainstream onder het geheel der opiniemakers. Een tegenstelling die vooral opvalt in De Morgen, toch de huiskrant van progressief Vlaanderen, waar mijn bijdragen naar verluidt steevast heel wat reacties doen binnenstromen op de redactie. Vaak reageren andere columnisten en opiniemakers in De Morgen, maar ook elders, op mijn stukken. In het beste geval met een tegenargumentatie, in het slechtste geval met een veredelde scheldpartij, maar soms ook met waardering voor sommige argumentaties. Het beeld dat ik uit de vele reacties opmaak is dat van een klassieke haat-liefdeverhouding.

Toen ik aangezocht werd om voor De Morgen te schrijven, vroeg ik naar het waarom van deze verrassende vraag. Men vertelde mij dat de redactie van oordeel was dat er op de opiniepagina te weinig leven in de brouwerij was en dat er derhalve een voor het lezerspubliek nogal tegendraadse columnist nodig was. Men kwam vervolgens tot de conclusie dat ik (in de categorie onder de 65 jaar) een van de weinigen in Vlaanderen ben die deze rol desgevallend kon opnemen. Voor alle duidelijkheid: niet omdat ik zo'n uitzonderlijk talent zou hebben maar wegens de al aangehaalde intellectuele armoede buiten de elitaire consensus.

Voor deze rol van hond in het kegelspel heb ik wel degelijk enige waardering en zelfs respect gevoeld. Weliswaar vaak in een sfeer dat één ketter in de kerk wel welkom is, al is het maar als fysiek bewijs van de eigen tolerantie én als excuus om anderen aan de deur te houden. De amusementswaarde van zo'n Savonarola is bovendien groter dan de bedreiging die er van uit gaat, zeker als je meester blijft van de brandstapel. Maar vooral heeft men natuurlijk een tegenstander nodig om de noodzaak van het eigen streven te bewijzen. Men kan moeilijk blijven waarschuwen voor de levensbedreigende gevaren van een kwalijk ethisch reveil, een destructief nationalisme of een sluimerende vreemdelingenhaat als de enige tegenstanders die dat zogezegd belijden veilig zitten opgeborgen in een cordon dat hen de toegang tot de opiniepagina's ontzegt. Je hebt een witte raaf nodig die dingen schrijft die er van ver voldoende op lijken om hem dezelfde kwalijke intenties toe te dichten.

Vaak moest ik dan ook vaststellen dat er reacties kwamen waarin men fel van leer trok op basis van intentieprocessen die kant noch wal raakten. Soms waren er zelfs reacties die volledig voorbij gingen aan het eigenlijke onderwerp van mijn oorspronkelijke column. Ook humoristisch bedoelde passages - in een column moet je niet alles serieus nemen - of plagerige provocaties, werden vaak gelezen als de ultieme bewijzen van mijn doorslechte gedachten. Hele tirades werden soms opgehangen aan één enkele kwinkslag. Al snel begreep ik dat het geen enkele zin had om te reageren met een toelichting over de ware intenties van een stuk of door te wijzen op de intellectuele oneerlijkheid van sommige antwoorden. Om het even wat je nog zegt, het zal sommige tegenstanders toch niet beletten om beter dan jezelf te weten wat je echt bedoelt. Tegenwerpingen worden zo gelezen dat ze enkel de bewijsvoering à charge versterken.

Bij momenten nam dat griezelige vormen aan en kreeg ik het benauwd van de voelbare hatelijkheid in het debat. Hoewel ik zelf schuttingtaal probeer te vermijden, bulkten sommige reacties van de verdachtmakingen en de persoonlijke beledigingen. Maar anderzijds moet ik toegeven dat ik me soms ook heb gevoeld als een dokter Pavlov die met een klein gebaar het schuim op de lippen kan toveren. En dat ik daarvan bij momenten intens heb genoten. Een journalist vertrouwde me ooit toe dat ik in de middens waar hij doorgaans verkeert, doorging als 'the man you love to hate and hate to love'.

Ik betwijfel of mijn schrijfsels zoveel eer waard zijn, maar ik heb ze aan deze krant graag aangeboden als mijn bescheiden maar oprechte bijdrage tot het maatschappelijk debat in Vlaanderen.

Mijn laatste woorden zijn er van oprechte dank. Dank aan deze krant omdat ze een samenwerking die oorspronkelijke maximaal een half jaar mocht duren zolang heeft volgehouden, omdat ze de openheid had met mijn columns een opinie te publiceren die haar vast lezerspubliek steevast tegen de haren instreek. Dank ook aan de lezers, zowel aan degenen die de columns met waardering lazen als nog meer aan degenen die ze ondanks hun ergernis lazen.

Bart De Wever is voorzitter van N-VA. Dit is zijn laatste bijdrage als tweewekelijks columnist van De Morgen

Info: www.pelckmans.be


DM, 05/12/08


Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 15:13.

Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.