E.U.: niet altijd kommer en kwel...
Waarom het samenwerkingsakkoord tussen EU en India over Galileo best wat aandacht mag krijgen
De Europese Unie heeft met India enkele belangrijke economische en strategische deals afgesloten. Dat soort Europese bezigheden krijgt veel te weinig aandacht. Wij doen liever aan zelfkastijding en vergelijken ons graag met de Verenigde Staten die het zoveel beter doen. Maar als we af en toe wat meer in onszelf geloven, is de crisis hier al voor de helft opgelost. HET is bekend dat Tony Blair, de Britse premier en de huidige EU-voorzitter, verstand heeft van public relations. Dat bleek vorige woensdag nog in New Delhi, op de jaarlijkse topbijeenkomst tussen de Europese Unie en India. Bij de ondertekening van een gezamenlijk actieplan over strategische samenwerking stonden er vijf stoelen achter de tafel. Aan de ene kant zat Commissievoorzitter José Manuel Barroso naast Javier Solana, de Hoge Vertegenwoordiger en toekomstig minister van Buitenlandse Zaken van de Unie. Aan de andere kant de Indische premier Manmohan Singh en zijn minister van Buitenlandse Zaken, Natwar Singh. Maar de belangrijkste plaats, die in het midden, nam Tony Blair, de voorzitter van de Europese Unie voor zich. De Britse premier heeft, in tegenstelling tot de meeste andere EU-voorzitters, maar weinig geld opzijgezet op de Britse begroting om evenementen in het kader van zijn Europees voorzitterschap te financieren. Blair vreesde het debat daarover in het Britse Lagerhuis. Maar hij heeft er toch voor gezorgd dat zijn voorzitterschap niet onopgemerkt voorbij gaat. Hij neemt gewillig Franse en Duitse Europawatchers uit Brussel mee op zijn trip naar de andere kant van de wereld. Zowel in China als India waren ze er. Die Britse geste komt heel Europa goed uit. Ze plaatst het strategische samenwerkingsakkoord met de ontwakende supermacht India in volle daglicht. Dat India belangstelling toont om met de Europese Unie samen te werken voor de verdere ontwikkeling van het Europese navigatie- en plaatsbepalingssysteem Galileo is, naast de bijkomende bestellingen voor tientallen Airbussen, een strategische opsteker. Het gaat weliswaar nog maar om een intentie waarvan de details moeten worden uitgewerkt, en militaire implicaties heeft de samenwerking niet. Maar des te meer wordt er op de commerciële gevolgen gemikt. Eerder zijn China en Israël in het systeem gestapt. Het Europese consortium dat Galileo ontwikkelt, voert ook gesprekken met Argentinië en Brazilië, Marokko, Mexico, Noorwegen, Zuid-Korea, Canada en Australië. Het Galileo en Airbusverhaal staat in schril contrast met wat je de jongste tijd hoort over het Europa in volle existentiële crisis. De Duitse en Franse werkloosheidscijfers domineren het nieuws in ,,old Europe'' . Een Italiaanse minister kan ongestraft de geloofwaardigheid van de euro in vraag stellen. De Unie heeft geen antwoord op de Aziatische en Amerikaanse dynamiek die Europese jobs bij bosjes doet verdwijnen. De vergrijzing en de migratie zullen de Europese samenleving doen verzuren en de crisis nog erger maken. En na Madrid en Londen heeft het terrorisme ook de Europese samenleving in haar greep. De Vijfentwintig vinden daarop geen deftig politiek antwoord, omdat de lidstaten daar al lang niet meer toe in staat zijn en het Europese niveau na de referenda in Frankrijk en Nederland in een nooit geziene institutionele crisis verkeert. De Unie verzinkt in immobilisme omdat ze de haar opgedrongen uitbreiding, nu ook met Turkije, niet aankan. En toch. ,,Europa's grootste geheim is dat het momenteel vrij goed bezig is'', schreef uitgerekend de Financial Times vorige week. Het was niet eens cynisch bedoeld. Opvallend is overigens dat ook andere Angelsaksische auteurs zoals Jeremy Rifkin ( De Europese droom verdringt de Amerikaanse ) en Charles Kupchan ( Het einde van het Amerikaanse tijdperk ) over hetzelfde thema opvallende analyses publiceerden waaraan in de EU weinig geloof wordt gehecht. ,,Europa gaat Amerika binnenkort inhalen, niet vanwege een superieure economie of sterkere technologische basis, maar omdat de eenwording het indrukwekkende intellectuele en grondstoffenkapitaal uit de verschillende staten bijeenbrengt'', durft Kupchan schrijven. Maar wie de moeite doet om wat eerlijk te observeren, hoeft die boeken niet eens te lezen. Niet alleen China en Rusland, maar ook de Arabische wereld vult de monetaire reserves steeds gretiger aan met euro's in plaats van dollars. Ondanks de fenomenale groei van de Chinese economie de jongste jaren, is het verschil in rijkdom per hoofd tussen de Chinezen en pakweg de gemiddelde Fransman toegenomen in het voordeel van de laatste. Kanselier Schröder heeft zijn verkiezingen volgens steeds meer waarnemers zeer slecht getimed omdat de Duitse industrie zich stilaan herpakt na de hervormingen van de voorbije jaren. Wie geregeld in de wijken rond het Brusselse Schumanplein komt, waar het centrum van de Europese macht zichtbaar zou moeten zijn, gelooft zijn ogen en oren niet als hij zoiets leest of hoort. De Europese Commissie publiceert dezer dagen immers veel liever doemscenario's, het ene na het andere, daarin discreet aangemoedigd door de Europese werkgeversorganisatie UNICE. Van de weeromstuit verliezen de Europese vakbondsmilieus hun geloof in de Europese eenmaking en in de Europese solidariteit. Natuurlijk zijn er aanpassingen nodig. In de Europese Unie zijn te weinig mensen aan het werk. En er moet meer geld naar wetenschappelijk onderzoek. Maar de doemscenario's dreigen de bereidheid om bij te sturen in de kiem te smoren, omdat ze de uitzichtloosheid doen zegevieren. De inspanningen zijn nochtans relatief klein in vergelijking met het reusachtige Europese potentieel dat ze in beweging kunnen brengen. Is er in het Berlaymontgebouw niemand die ook dat eens durft te vertellen? 09/09/2005 Bernard Bulcke ©Copyright De Standaard |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 22:13. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.