![]() |
(Chinese) sprookjes bestaan niet
(Chinese) sprookjes bestaan niet
Wat maakt een mooi verhaal tot een sprookje? In sprookjes zijn er altijd goeden en kwaden, drama, en een flinke dosis schijn. De wolf vermomt zich als de lieve grootmoeder. Sprookjes zijn niet zomaar verhaaltjes voor het slapen gaan: ze verraden diepliggende angsten en obsessies. De openingsceremonie van de Olympische Spelen werd geregisseerd als een Groot Verhaal over China, bijna als een sprookje. Maar ook de berichtgeving over China heeft wel wat van sprookjes, met China als Grote Boze Wolf. De Spelen, die voor het Chinese regime de gelegenheid moesten bieden om de Chinese natie in al haar grandeur aan de wereld te tonen, vormen voor de Westerse media de aanleiding om met een zichtbaar genoegen de achterkant van de Chinese samenleving bloot te leggen en de ambities van de Chinese leiders aan de kaak te stellen. Dat behoort trouwens tot de taak en het wezen van de vrije pers. Tegelijk verraadt de obsessie met China echter ook de angst van het Westen voor de oprukkende grootmacht, en de pogingen om met morele argumenten de afkalvende superioriteit te bevestigen. Daarvoor moeten de Spelen vooral politiek geduid worden, en komt de rol van slechterik uiteraard bij de Chinese leiding - het 'Chinese Politbureau' - terecht. Vandaar de opmerkelijke eenzijdigheid in de berichtgeving, ook al beantwoordt die eveneens aan de wetten van de media. Die verkiezen nu eenmaal een eenvoudige oppositie boven een complex verhaal vol nuances. Toch willen we even een poging doen om wat nuance aan te brengen. Het aandoenlijke verhaal van het lelijke eendje met de stem van een nachtegaal dat in de openingsceremonie van de Olympische Spelen weggestopt werd in de coulissen van het vogelnest, opgeofferd aan de machtswellust van de Chinese machthebbers, en vervangen door het mooie frêle gezichtje van Lin Miaoke, vormt een goed uitgangspunt. Hier komt de sprookjesstructuur van de berichtgeving over China uiteraard sterk tot uiting. Voor heel wat medeburgers bood het bericht de gelegenheid om de dankbare rol van de veroordelende witte ridder te spelen. Volgens senator Els Schelfhout achtte het Chinese Politbureau de arme Yang Peiyi 'niet perfect genoeg om China voor de ogen van de wereld te vertegenwoordigen'. Ook voor Marcel Van Nieuwenborgh was het duidelijk: de Chinese leiders hadden trouwens nooit van kleine meisjes gehouden. Maar is dat wel zo? Al blijft de volledige procedure niet geheel duidelijk, werd de keuze voor Miaoke voor zover we konden nagaan gemaakt door de regisseur van de openingsceremonie Zhang Yimou en verkoos de politieke leiding integendeel de stem van Peiyi. Chen Qigang, de musical director van de openingsceremonie en nauwe medewerker van Zhang Yimou, zegt in een interview op de Pekinese radio dat de keuze voor Miaoke door 'de organisatoren' werd gemaakt. Hij spreekt in dat verband in de eerste persoon meervoud, wij. Die beslissing hoeft overigens niet te verwonderen. Zhang Yimou heeft vooral naam gemaakt als regisseur van magistrale films als Het rode korenveld, Hero, House of the Flying Daggers en Curse of the Golden Flower. Liefhebbers van klassieke muziek kennen hem ook als de ontwerper van de spectaculaire choreografie van Puccini's opera Turandot in de Verboden Stad. In de perfect geregisseerde massascènes vol licht en kleur, maar ook in gestileerde bewegingen ontleend aan de Chinese krijgskunsten en de keuze van de karakters toont Zhang Yimou zich een radicale perfectionist en estheet. Daarbij passen geen afwijkingen. In zijn versie van de opera Turandot vinden we een mooi voorbeeld van Zhang Yimous esthetische ingrepen, wanneer hij de beul - traditioneel vertolkt door een grote lelijk manspersoon - vervangt door een beeldschone, maar koele jonge vrouw. Een ingreep die Zhangs esthetiserende aanpak ten volle illustreert. In de openingceremonie van de Olympische Spelen, die volledig geregisseerd is als de spektakelfilms waarop Zhang Yimou een patent heeft, beantwoordt het kleine meisje Miaoke, die zich verder in de ceremonie al zwevend zal voortbewegen, aan het esthetische ideaal van Zhang Yimou, en niet de molligere Peiyi. Het Chinese publiek herkende Miaoke trouwens onmiddellijk als een pupil - een 'Yimou-girl' -, naar analogie met Zhangs vroegere muze Gong Li en die andere Chinese schone Zhang Ziyi. Hoe dan ook blijkt de keuze voor Lin Miaoke zowel politiek gemotiveerd als esthetisch. Lin Miaoke vertolkte het openingslied niet zozeer omdat zij een 'perfect' beeld van China belichaamt, maar ook en vooral omdat zij beantwoordde aan het esthetisch ideaal van de regisseur: macht en schoonheid vonden elkaar. Men kan zich evenwel verder afvragen waarom dat beeld zo aanspreekt. Die esthetiek van Zhang Yimou, wat maakt dat zowel Chinezen als Westerlingen zo van zijn producties houden, is zowel in de Chinese als in Westerse tradities en idealen verankerd, een fusie van de gestileerde esthetiek van de Chinese krijgskunsten - waarin traditioneel mooie vrouwen uitblinken - en het Westerse schoonheidsideaal dat blanke, lange en magere jonge vrouwen prefereert. Onbewust - dat althans heeft senator Schelfhout goed gezien - komt de kritiek op China als een boemerang in ons eigen gezicht terecht. Deze opmerkingen doen niets af aan de soms gefundeerde kritiek aan het adres van de Chinese autoriteiten en zeker op het faken - als daar echt sprake van was, want de Chinese organisatoren maakten geen geheim van de rolverdeling tussen de twee meisjes. Maar ze wijzen wel op het gemak waarmee we kritiekloos een complexe realiteit versimpelen en in onze voorgeprogrammeerde politieke schema's gieten. Dat simplisme maakt de berichtgeving over China weinig geloofwaardig, vooral in de ogen van de Chinezen zelf. Ondertussen was het zevenjarige meisje Yang Peiyi het gelukkigste meisje ter wereld, omdat haar stem was uitverkoren om te weerklinken op de openingsceremonie van de Olympische Spelen, althans tot Westerse beeldenstormers het nodig vonden om een droom aan gruizelementen te slaan. In het werkelijke leven bestaan sprookjes niet. Shu-chin 'Claire' Chang doceert Europese cultuurgeschiedenis aan de Fu-Jen Universiteit in Taipei (Taiwan) en publiceerde o.m., met Marcel Van Nieuwenborgh, China in Kuifje (1993) Patrick Pasture doceert Geschiedenis van interculturele betrekkingen aan de KU Leuven DS, 19-08-2008 |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 07:12. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.