Marokkaanse gemeenschap spreekt zich uit
Marokkaanse gemeenschap spreekt zich uit
Er is vaak om gevraagd: een duidelijke stellingname, een krachtige veroordeling. Meestal viel er een pijnlijke stilte. Tot deze week. De moslimgemeenschap veroordeelde de uitspraken van een imam. Keihard. En breed gedragen. De Haags-Syrische ultraorthodoxe imam Fawaz.Er was een onaardige briefwisseling in de krant, een schreeuwerige confrontatie op tv volgde. De Haags-Syrische imam Fawaz noemde stadsdeelvoorzitter Marcouch (PvdA) van Amsterdam-Slotervaart een ’hypocriet’ en ’afvallige’. Marcouch klaagde dat de ultraorthodoxe imam van de salafistische As Soennah moskee te vaak op de persoon speelt en een fatwa tegen hem had afgekondigd. Dat schreeuwde om een reactie. En dit keer konden we er niet rustig nog een nachtje over slapen, vond Fouad Sidali, voorzitter van SMN, Samenwerkingsverband van Marokkanen in Nederland. Hij riep Fawaz ter verantwoording. We vinden het welletjes, de manier waarop dit soort mensen meent te kunnen spreken namens de islam, zei Sidali. Er zijn nog zwarte schapen in de familie, maar toch is de moslimgemeenschap de afgelopen maanden verbroederd. Religieuze en maatschappelijke organisaties zijn naar elkaar toegegroeid en werken samen. Eerst om de Marokkaanse gemeenschap ’volwassen’ te laten reageren op de film ’Fitna’, nu om de stemmers op Wilders en Verdonk hun goede bedoelingen te tonen. Vorige week besloten de Marokkaanse organisaties niet met Wilders in debat te gaan over ’Fitna’. Ze kozen ervoor via vakbonden en maatschappelijke organisaties met zijn achterban in gesprek te raken. In die strategie past ook de stellingname tegen imam Fawaz. Zo snijdt het mes aan twee kanten, is de opvatting. Zowel de stemmers van Wilders als de eigen aanhang zien dat er duidelijke grenzen worden gesteld. De rel tussen Fawaz en Marcouch kwam eigenlijk als geroepen om de nieuwe eensgezindheid te tonen en wat pr-werk te verrichten. De krachtige reactie van de moslimgemeenschap kwam niet uit de lucht vallen. Er was achter de schermen hard aan gewerkt. Nu was het moment daar. Sidali is in mei één jaar voorzitter van SMN en manifesteert zich steeds nadrukkelijker als de aanvoerder van het nieuwe front, dat nog zo breekbaar is. Jarenlang stonden religieuze strominkjes en maatschappelijke clubjes lijnrecht tegenover elkaar. Samen waren ze boos op Fortuyn, Hirsi Ali of Van Gogh. Samen koesterden ze hun slachtofferrol en zetten ze wel eens stekels op. Maar als de aandacht van de buitenwereld verflauwde, richtten ze hun pijlen weer op elkaar. Dat dreigt nog steeds. Want veel moslims hebben bakken kritiek op Marcouch, de fanaat uit Slotervaart die zo bikkelhard oordeelt over Marokkaanse rotjongens en hun in de opvoeding falende ouders. En velen vinden staatssecretaris Aboutaleb een kaaskop of hielenlikker. Nieuw is dat de familie zwart schaap Fawaz veroordeelt omdat hij problemen ’islamiseert’: Marcouch en Aboutaleb mag je gewoon slechte politici vinden, maar je moet ze geen slechte moslims noemen. Er zijn jongeren die zich aangesproken voelen door orthodoxe boodschappers als Fawaz, die radicaliseren en uit het zicht dreigen te raken. Sidali erkent dat hij die groep nog niet kan bereiken. Nog twee jaar, denkt hij, dan moeten de extremisten die nu nog in de grote moslimgemeenschap schuilgaan, eruit gefilterd en zichtbaar zijn. Dan mogen de Wilders- en Verdonk-stemmers bang zijn voor die kleine groep, maar dan kan het wantrouwen naar al die andere goedwillende, allang geïntegreerde moslims, verdwenen zijn. Trouw, 30-04-2008 |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 16:29. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.