Kader Abdolah over zijn vertaling van de koran
Kader Abdolah over zijn vertaling van de koran
Een moslim wordt geboren met de Koran en hij wordt er ook mee begraven. Kader Abdolah vertaalde de 114 soera's uit de Koran voor een westers publiek en vertelt het verhaal van de profeet. Want je kunt de Koran niet begrijpen als je Mohammed niet begrijpt. Elk nieuw boek van de Iraans-Nederlandse schrijver Kader Abdolah is een gebeurtenis. Zijn roman Het huis van de moskee is in 2007 uitgeroepen tot de op een na beste Nederlandstalige roman aller tijden na Harry Mulisch' De ontdekking van de hemel. Maar het strenge embargo rond het verschijnen van zijn jongste boek, het tweeluik De boodschapper en De Koran, heeft vooral met het onderwerp te maken: Abdolah is aan de slag gegaan met de Koran. Zijn nieuwe roman is een eigenzinnige 'vertaling' van de 114 soera's die de Koran rijk is, gecombineerd met het levensverhaal van de profeet Mohammed. Deze vertaling is een keerpunt in zijn schrijverschap. Geen verhalen of fictie meer, maar de herwerking van een bestaande tekst, bovendien een tekst die gelovigen onaantastbaar achten. Abdolah heeft er zijn eigen vertaling van gemaakt. 'Opdat het toegankelijk zou zijn voor de Nederlandse lezer.' Hij beschouwt de Koran als een historisch en literair document. Met zijn vertaling wil hij een bijdrage leveren aan de Nederlandse literatuur. 'De Koran is in de afgelopen veertienhonderd jaar de inspiratiebron geweest van de grote oosterse dichters, schrijvers en architecten. De wortels van de hele Arabische en oosterse literatuur liggen in dit boek.' Wanneer hebt u besloten om u over de Koran te buigen? 'Ik had nooit gedacht dat de Koran een thema in mijn schrijverschap zou worden. Maar het leven besliste er anders over. Door mijn verblijf in Nederland werd ik gedwongen mijn wortels te onderzoeken. Op een nacht, kort nadat Het huis van de moskee voltooid was, ben ik wakker geschrokken van een stem die me zei dat ik me in de Koran moest verdiepen.' 'Vooral na de aanslagen in New York en Washington en de naweeën ervan in heel de westerse wereld kwam de Koran in het brandpunt van de belangstelling te staan. Iedereen was met de Koran bezig, behalve Kader Abdolah (lacht).' Welke plaats had de Koran tot dan toe in uw leven? 'Ik kom uit een traditionele, literaire familie. Ik ben opgegroeid in de sfeer die ik heb beschreven in Het huis van de moskee. De grote moskee van de stad was van ons. De imam van de stad was van ons. Iedereen stond ten dienste van de moskee en de Koran was het boek des huizes. Het was ons boek. Je werd geboren met de Koran en je werd begraven met de Koran. Dat heb je overal in de islamitische wereld, maar bij ons was het nog net iets meer het geval. Tot mijn vijftiende had ik een goed contact met de Koran. Als kind heb ik hem thuis geleerd en gelezen. Je krijgt het met de moedermelk mee, zowel in het Arabisch als in het Perzisch. Alle moslims leren vanaf hun zesde of zevende de Koran lezen, van thuis uit. Nog voordat je andere teksten leert lezen, ken je de Koran. Ik had hem dus gelezen, ik was er gedurende vijftien jaar mee opgevoed. Maar ik had hem nog niet gelezen als volwassene, als schrijver, als rebel.' U bent niet meer gelovig. Wanneer bent u het contact met de Koran verloren? 'Als kind wist ik niet dat de sjah van Iran een marionet was van de Verenigde Staten. Ik besefte niet dat vlak na mijn geboorte de geschiedenis van mijn land herschreven werd. Als jongen van vijftien werd ik me gaandeweg bewust van de amerikanisering van mijn land. Iran had vroeger een tweeduizend kilometer lange grens met de Sovjet-Unie. Tijdens mijn universiteitsjaren kwam ik in contact met de ondergrondse linkse beweging. Vanaf mijn vijftiende ruilde ik de Koran in voor Che Guevara en Castro: zij waren onze nieuwe helden. De Koran was voortaan slechts “opium voor het volk,. Wij vonden dat we niets met de Koran te maken hadden. Het was een boek voor achterlijke mensen. Bijna dertig jaar lang was mijn contact ermee verbroken. Zodra ik het Huis van de moskee verliet, verdween ook de Koran uit mijn leven, tot ik in Nederland aankwam.' Hoe was het om na dertig jaar de draad weer op te nemen? 'Ik had zelfs geen koran in huis. Ik ben verschillende versies en interpretaties gaan kopen. Maar ik kwam er niet door. Het waren zo'n stroeve vertalingen. Ik las het in het Arabisch en dacht voortdurend: wat moet ik hiermee? De tekst is heel zwaar. Als kind had ik het wel gelezen, maar ik had me er nooit in verdiept. Ik kende heel veel soera's uit het hoofd, maar nu had ik iets van: ik begrijp het wel, maar waar gaat het over? Ik nam ook de Nederlandse en Engelse versies erbij, maar het bleef ontoegankelijk. Ik vroeg me af hoe mijn oude oom Aga Djan het zevenhonderd keer had kunnen lezen en het kon blijven herlezen. Nu is hij 94 en hij is nog altijd met de Koran bezig. Welke magie heeft hem zo aangetrokken dat hij levenslang met het boek bezig kon zijn?' U besloot het te herschrijven, maar zonder het te veranderen. Uw doel was: de tekst toegankelijker maken, vertelde u in interviews. 'Ik moet een paar dingen bekennen. Het is onmogelijk om de Koran te vertalen. De schoonheid van Mohammads taal gaat verloren in het vertaalproces. (Abdolah hanteert in het boek de naam 'Mohammad', zoals hij in de Koran geschreven staat en zoals de islamitische wereld hem gebruikt, nvdr). Om de tekst toegankelijker te maken, heb ik enkele zonden moeten begaan. Zo heb ik de volgorde van de soera's veranderd. De Koran is niet chronologisch samengesteld. Het boek kreeg zijn uiteindelijke vorm onder de derde kalief, Osman. Er zit eigenlijk weinig logica in de huidige volgorde. De soera's zijn gerangschikt van lang naar kort. De langere staan vooraan en de korte achteraan in het boek.' 'Ik heb de soera's chronologisch geordend, zodat we de ontwikkeling van Mohammed en zijn Koran beter kunnen volgen: eerst de 82 soera's uit de Mekkaanse periode van de profeet en dan de 32 soera's of vertellingen uit Medina.' 'Een andere zonde die ik begaan heb, is de toevoeging van een extra soera. Ik heb de 115de soera geschreven omdat in de Koran de profeet Mohammed slechts een boodschapper is, een bemiddelaar, een medium langs wie de boodschap geopenbaard wordt. Met die soera wilde ik hulde brengen aan de profeet. Men heeft altijd de Koran naar voren geschoven, maar niet de boodschapper die erachter zat. Vandaar ook de titel van het tweede boek, De boodschapper.' In 'De boodschapper' hanteert u het vertelperspectief van Zeeëd, de kroniekschrijver. Wie is Zeeëd? Kader Abdolah zelf? 'De verteller is Kader Abdolah. Ik ben tot al die kennis gekomen met al de boeken die ik gelezen heb. Maar Zeeëd is ook de naam van twee historische figuren: de ene was de adoptiefzoon van Mohammed, die heel dicht bij hem stond. De andere was de samensteller van de Koran. Hoewel Zeeëd dus heeft bestaan, werd hij nooit eerder naar voren geschoven. Zeeëd staat hier voor de geest van die Perzische, Turkse, Arabische meesters die uitgebreid over Mohammed hebben geschreven. Ze hebben zoveel prachtige dingen over Mohammed gezegd die je in de religieuze teksten niet aantreft. Ik heb die literatuur van de afgelopen duizend jaar gelezen. Kader Abdolah belichaamt die geest.' 'Ik zocht naar een manier om over Mohammed te vertellen. Ik dacht eerst een roman te schrijven. Maar als je een roman schrijft, kan je niet in de slaapkamer van Mohammed komen. Bovendien denkt de lezer dan dat het allemaal slechts aan je verbeelding ontsproten is. Door Zeeëd het verhaal te laten vertellen, kon ik veel meer zeggen over Mohammed. Toch is er niets verzonnen, want wat Zeeëd vertelt, is de verzameling van al die teksten die overal voor het rapen liggen in de oosterse literatuur. Teksten die zijn geschreven door vrijzinnige meesters, die de Koran als een boek lazen en het boek zagen als een juweel.' U legt de nadruk op de Perzische of sjiitische traditie van Koraninterpretatie. Vooral het 'wachten' stelt u voor als kenmerkend voor de sjiitische islam. 'Wachten op iemand is een motief dat afkomstig is uit het oude Perzische geloof, het zoroastrisme van Zarathoestra. De Perzen geloofden vijfduizend jaar lang in het zoroastrisme, tot de Arabieren veertienhonderd jaar geleden het Perzische rijk binnenvielen. Ze verwoestten het land en vernietigden het zoroastrisme. Wij moesten de Koran en de profeet Mohammed accepteren. Maar de Perzen weigerden de cultuur over te nemen van de achterlijke stammen die de Arabieren toen nog waren. Uiteindelijk hebben we gezegd dat we wilden knielen voor de Koran, maar hun taal en cultuur niet wensten over te nemen. De Perzen zijn vervolgens begonnen de islam van de Arabieren van binnenuit te veranderen. Zo kwamen we tot een andere beleving, de sjiitische islam.' 'De sjiieten interpreteerden de Koran. Zonder hun verzet had ik deze twee boeken niet kunnen schrijven. Ze hebben de geest van het zoroastrisme in de islam gestopt. Een groot verschil tussen sjiieten en soennieten is dat voor die laatsten de eerste vier kaliefen, Abu Bakr, Omar, Othman en Ali de enige “rechtgeleide, zijn. In hun visie is Ali dus de vierde kalief. Voor de sjiieten is Ali de eerste kalief. Na hem kwamen zijn zonen Hassan en Houssein. De twaalfde imam in de rij, Mehdi - wat verlosser betekent - verdween. Op zijn terugkeer wachten de sjieten nog steeds. Die afwachtende houding vloeit voort uit het zoroastrisme. Ze heeft enorm veel schoonheid en literatuur voortgebracht. Dezelfde traditie is ook in mijn boeken aanwezig.' Het is dus niet toevallig dat de meeste critici van de islam in Europa Iraniërs zijn? 'Ja, zij zitten in diezelfde traditie van verzet. Je zult nooit een Turk of Arabier vinden die Mohammed met blote billen, als pedofiel of als homo afbeeldt. Dat komt nooit voor. De Perzische traditie van uitleg en interpretatie vormt daar de voedingsbodem voor.' 'In de middeleeuwen bracht de Korankenner Tabari een vijfdelige vertaling met uitleg. Nu breng ik opnieuw een vertaling én uitleg én een boek over Mohammed. Dat telkens opnieuw uitleggen, herbekijken en veranderen is een Perzische traditie.' U kondigde aan dat u de schoonheid van de Koran wilde tonen. Wat opvalt, is dat de tekst van uw vertaling bijzonder 'streng' is. Berispingen zoals 'wee diegene', komen meermaals voor. De God van de Koran is streng en vermanend. 'Jazeker. Ik heb de tekst niet veranderd, de tekst is de tekst. De Nederlandse belastingdienst huldigt als motto “Mooier kunnen we het niet maken, wel makkelijker,. Ik heb de Koran toegankelijker gemaakt, maar ik kan de tekst niet veranderen. Het is een strenge, maar ook een mooie God. Hij gebruikt strenge en harde woorden om de corrupte samenleving te veranderen. Het was een samenleving waarin dochters vermoord of levend begraven werden, waarin vrouwen als beesten werden behandeld. Mohammed stond daar met lege handen tegenover, hij had enkel zijn woorden. Hij dreigde en bedreigde, maar heeft die dreiging nooit uitgevoerd. Zijn taal was zijn wapen.' U hebt ervoor gekozen om de soera's over geweld te laten staan. 'Vooral de geweldpassages heb ik laten staan. Het geweld dat Mohammed gebruikt, moet je in de context van zijn tijd plaatsen. We gebruiken vandaag geweld in Irak en in Afghanistan en noemen dat legaal geweld, want de onderliggende bedoelingen zijn goed. Men wil Irak democratiseren en de Afghanen een waardig bestaan bieden. Mohammed zei in zijn tijd eigenlijk hetzelfde: “Ik wil de samenleving veranderen. Ik wil de mensen een waardig leven geven en ik gebruik geweld., Waarom gebruikt hij geweld? Om de afgoden te vervangen door God. Hij gebruikte geweld om te vermijden dat meisjes gedood werden. Hij gebruikte gewelddadige taal om zijn doel te bereiken.' Toch ergert u zich aan journalisten die keer op keer op zoek gaan naar de fameuze geweldpassages. 'Eén ding moet duidelijk zijn: ik lees en behandel de Koran als een boek, als literatuur en als een historisch document. Een boek van veertien eeuwen geleden over een specifieke samenleving. Wie vandaag wil regeren met de Koran in de hand, is achterlijk. Wie een samenleving wil vormgeven met de wetten van de Koran creëert een achterlijke samenleving. De wetten en de gewelddadige passages van de Koran zijn niet bedoeld om gebruikt te worden. De Koran is een boek voor persoonlijk gebruik.' Hoe moeten gelovige moslims uw boek lezen? 'In Nederland en België zijn zoveel negatieve dingen gezegd over de islam en de Koran dat islamitische jongeren niet meer met hun Koran naar buiten durfden te komen. Als ze dat willen, kunnen ze deze vertaling ter hand nemen en naar de universiteit, naar school, de bioscoop, het café of waar dan ook naartoe gaan. Want iedereen zal dit boek gelezen hebben. Zowel de professor als de journalist als de buurvrouw. Dat is heel goed voor die jongere generaties. Ze kunnen voortaan als gelovigen trots zijn op het boek dat ze van thuis uit hebben meegekregen.' 'Ik denk dat het overgrote deel van de moslims in Nederland en België met een glimlach zal zeggen: “Kijk toch, dat heeft Kader Abdolah gedaan. Het is oké., Maar er zullen ook mensen zijn die zich erg gekwetst voelen. Dat was absoluut niet mijn bedoeling. Ik wilde de schoonheid van de Koran laten zien en dat kan in deze tijd niet anders dan op deze manier.' 'Misschien zal een kleine groep zich beledigd voelen en vinden dat ik te ver ben gegaan. Ze zullen me misschien dingen verwijten als “Wie is Kader Abdolah om Mohammed als persoon neer te zetten?,, of “Wie is Kader Abdolah om soera 115 aan de Koran toe te voegen?, Ik gebruik jouw pen om me tot hen te richten: vriend, het is goed voor de Koran. Het is goed voor je kinderen, je zusje, je broertje. Het is goed voor je vader, voor je moeder. Het is goed voor België, voor Nederland. En het is ook goed voor Kader Abdolah. Je mag boos op me zijn, maar maak een wandeling en dat gaat over. Want ik heb het uit liefde gedaan.' DS, 26-04-2008 (Meryem Kanmaz) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 14:41. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.