Zeggen, denken en doen
Zeggen, denken en doen
Steven Pinker, De stof van het denken, Amsterdam: Contact, 592 blz., 45 €. Taal is een overlevingsinstinct dat zit ingebakken in de mens, zegt de taalkundige en psycholoog Steven Pinker. Wie weet hoe de taal werkt, weet ook hoe onze geest werkt. We kunnen ons een wereld zonder taal niet voorstellen. Zonder taal zijn we nergens. Taal is veel meer dan de letters die je nu leest of de regels van het Groene of het Witte boekje. Het is een instrument om te overleven, ingebakken in onze biologie. Dat is het uitgangspunt van Steven Pinker, hoogleraar in de psychologie en de taalwetenschap in Harvard. Hij is ook een begenadigd schrijver, die al een zevental dikke turven op zijn naam heeft staan over de taal en de geest. De kern van zijn verhaal is dat onze taal zicht geeft op de cognitieve machinerie waarmee we in de wereld kunnen overleven. Ook Pinkers jongste boek, De stof van het denken, is doorspekt met talloze voorbeelden. Uitgaande van ogenschijnlijk banale zinnetjes, woorden of gespreksfragmenten leidt Pinker de lezer naar de diepe wortels van de taal. Hij toont hoe belangrijk werkwoorden zijn, de motoren achter de zinnen. Hij wijst op het subtiele betekenisverschil tussen 'Piet geeft Jan een cadeautje' en 'Piet geeft een cadeautje aan Jan'. Het een gaat vooral over het cadeautje, het ander over Jan. Onze taal is ook de taal van het denken, het 'mentalees', met een fijnkorrelige structuur die weerspiegelt hoe wij voortdurend ruimte en tijd, oorzaak en gevolg, maar ook menselijke intenties (doelen en middelen) aanwenden om de wereld te begrijpen. De taal is ontwikkeld als skelet voor het menselijk denken. In de eerste tweehonderd bladzijden leidt dat tot soms lastige passages, ondanks de vele leuke voorbeelden en grappige woordspelletjes. Daarna verlaat Pinker het gebied van de veeleer abstracte linguïstiek en wordt het een taalfestijn. Over hoe indirect taalgebruik de deur van het denken op een kier zet: als iemand in Palermo een winkel binnenkomt en zegt: 'U hebt hier een mooie winkel, het zou jammer zijn als die zou afbranden', dan weet je dat die man niet echt bezorgd is om de winkel, maar jou voorstelt beschermgeld te betalen. Dat vertelt heel veel over de manier waarop en waarom we dikwijls niet rechtuit zeggen wat we bedoelen. Pinker analyseert ook grappen, vloeken, schuttingtaal en obsceniteiten, taboes en beeldspraak. Het is een rijke rondgang door de catacomben van de taal. Daaruit blijkt dat - zoals filosofen wel eens durven te beweren - het niet de taal is die bepaalt hoe we denken en hoe we de wereld zien. Pinker demonstreert hoe de werkelijkheid de taal bepaalt en de manier waarop we daarmee als biologische en sociale dieren hebben leren omgaan. DSL, 11-01-2008 |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 21:46. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.