Tweede pensioen nodig
 

Tweede pensioen nodig


BRUSSEL - Als geen ander beleid gevoerd wordt dan vroeger, zijn de aanvullende pensioenen inderdaad enkel voor degenen die al het meest hebben. Vandaag heeft iedereen een tweede pensioen nodig, zegt professor Jos Berghman.


Voor het eerst zijn er cijfers bekend over de gepensioneerde werknemers die vandaag zowel een wettelijk als een aanvullend ('extralegaal') pensioen via hun werkgever hebben. Een pensioen van de eerste en een van de tweede pijler, zoals dat heet. (Terloops: de derde pensioenpijler is het individuele pensioensparen.)

Wie heeft zo'n aanvullend pensioen? Degenen die ook een hoger dan het gemiddelde wettelijk pensioen hebben. En het bedrag van hun aanvullend pensioen is hoger als hun wettelijk pensioen ook hoger is. Dat blijkt uit gegevens die professor Jos Berghman en zijn medewerkers distilleerden uit het Pensioenkadaster. Ze klaarden die klus, geholpen door de Leerstoel Pensioenbeleid die aan Berghman werd toegekend door Swiss Life, de marktleider voor de aanvullende pensioenverzekeringen in België.

Het water loopt dus naar de zee. Of, zoals het evangelie zegt: 'Aan hem die heeft, zal gegeven worden', het mattheuseffect.

Die vaststelling is echter geen reden om tegen aanvullende pensioenen te zijn, zegt Berghman. Integendeel. Wel moeten we zorgen dat er een beleid gevoerd wordt om een andere evolutie te bekomen.

De wettelijke pensioenen van de werknemers zijn al twintig jaar zachtjes aan het verglijden tot een minimumpensioen, gelijk voor iedereen. Dat bleek nog afgelopen dagen uit andere studies: de Belgische pensioenen waren vroeger relatief hoog maar vandaag behoren ze bij de laagste in Europa; België heeft bij het hoogste aantal armen onder zijn gepensioneerden.

Een aanvullend pensioen is dus nodig voor iedereen, zegt Berghman. Maar als er geen beleid gevoerd wordt, zijn die tweede pensioenen er enkel voor wie het al relatief goed heeft. De overheid en de sociale partners beseffen dat ook. Afgelopen jaren hebben ze al werk gemaakt van de WAP, de Wet op de Aanvullend Pensioenen. Die zet vakbonden en werkgevers aan per bedrijfstak aanvullende pensioenen op te bouwen voor al hun werknemers.

Het aantal werknemers voor wie zo'n tweede pensioen opgebouwd wordt, is daardoor gestegen, maar nog lang niet voldoende, zegt Berghman.

Zowat iedere werknemer zou een tweede pensioen moeten hebben. Van degenen die vandaag met pensioen zijn, is dat maar een derde. Meer mannen dan vrouwen.

Wie enkel een wettelijk pensioen (eerste pijler) heeft, heeft doorgaans een lager pensioenbedrag (gemiddeld 748 euro) dan wie daarnaast een pensioen van de tweede pijler heeft (gemiddeld 1.316 euro). En het bedrag van dat tweede pijlerpensioen neemt toe naarmate het bedrag van het wettelijke pensioen ook hoger is.

De cijfers die Berghman en zijn medewerkers inzamelden, tonen ook nog eens de grote verschillen tussen de pensioenen van mannen en vrouwen (vooral door de 'slechtere' loopbaan van de vrouwen).

En ze tonen ook de reusachtige verschillen tussen de wettelijke pensioenen voor werknemers en die vastbenoemde ambtenaren. Voor de mannelijke ambtenaren zijn die tweemaal zo hoog als voor mannelijke werknemers.

Die van de zelfstandigen zijn beschamend laag.


DS, 03-10-2007 (Guy Tegenbos)