Jeugdwerkloosheid in Brussel en Wallonië 'dramatisch hoog'
 

Jeugdwerkloosheid in Brussel en Wallonië 'dramatisch hoog'


BRUSSEL - Meer dan een derde van de Franstalige en Brusselse jongeren vindt geen werk.


België scoort niet bijster knap in de statistieken die de jeugdwerkloosheid in de EU-landen weergeven. Volgens cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) was de werkloosheid onder de jongeren in ons land vorig jaar veel hoger dan in andere Europese landen. Waar het gemiddelde werkloosheidscijfer in Europa 17 procent bedroeg, scoorde België met zijn 21% opvallend slecht.

Het Vlaamse Steunpunt Werk en Sociale Economie (WSE) nam de cijfers van de jongerenwerkloosheid onder de loep. In een rapport dat gisteren werd vrijgegeven, kwamen de onderzoekers onder meer tot de conclusie dat de slechte score voor België bepaald wordt door de ronduit weinig hoopvolle toekomstmogelijkheden die jongeren in Wallonië en Brussel hebben. Vlaanderen daarentegen is een succesverhaal.

In 2006 had maar 12,5% van het aantal Vlaamse jongeren (tussen 15 en 24 jaar) die zich op de arbeidsmarkt aanboden, geen succes in hun zoektocht naar een baan. Daarmee scoren de Vlamingen meer dan behoorlijk. De regio nestelt zich met een achtste plaats tussen de Europese middenmoot en de kopgroep, die aangevoerd wordt door Nederland, Denemarken, Ierland en Oostenrijk. Nog beter nieuws is dat Vlaanderen met de huidige 47.000 werkzoekende jongeren weer op het niveau zit van 1999, het jaar voor het laagste jeugdwerkloosheidscijfer ooit werd genoteerd.

De situatie in Wallonië en Brussel valt volgens het Steunpunt ronduit 'dramatisch' te noemen. Met respectievelijk 31% en 35% sluiten beide gewesten het rijtje in de Oeso-statistieken wat jeugdwerkloosheid betreft. 'Ook wanneer we Brussel en Wallonië met andere Europese regio's vergelijken, behoren ze tot de top-10 van regio's met een hoge werkloosheid. Alleen acht Poolse en twee Italiaanse regio's torsen een nog hoger aantal werkzoekende jongeren', meldt het rapport.

Dat Brussel en Wallonië het niet goed doen, heeft onder meer te maken met de hoge uitstroom van ongekwalificeerde jongeren waarmee beide regio's te kampen hebben. Veel Waalse en Brusselse jongeren hebben eenvoudigweg geen diploma secundair onderwijs wanneer ze aan de slag gaan, wat hun kansen op de arbeidsmarkt drastisch verlaagt.

Bovendien scoren zowel Franstalige en Brusselse (maar ook Vlaamse) jongeren niet goed als het aankomt op de combinatie werken-studeren. In de andere Oeso-landen houdt de studerende jeugd er vaker een bijbaantje op na.

Het Steunpunt WSE stelt ook vast dat in alle Europese landen de werkloosheidsgraad bij jongeren een stuk hoger ligt dan de totale werkloosheidsgraad. Die trend hoeft niet te verbazen. Jongeren moeten hun weg zoeken op de arbeidsmarkt. Ze botsen vaak op een gebrek aan ervaring en vinden niet allemaal even snel een baan. Eenmaal aan de slag is die eerste baan niet altijd de droomjob die ze voor de rest van hun leven willen doen. Bovendien werken jongeren meestal op basis van een tijdelijk of een uitzendcontract, wat maakt dat ze regelmatig opnieuw in de werkloosheid belanden. Die dynamiek jaagt de werkloosheidsgraad de hoogte in.

www.steunpuntwse.be


DS, 18-09-2007