Aarde in ademnood
Lucht! Aarde in ademnood
Door menselijk toedoen komt dubbel zoveel stikstof in de lucht terecht als in het pre-industriële tijdperk. De uitstoot van stikstofhoudende en andere vervuilende stoffen veroorzaakt schadelijk ozongas op lage hoogte, en afbraak van de ozonlaag in de atmosfeer. Het lage ozonsmog veroorzaakt astma, allergieën en andere ademhalingsproblemen. Een dunne ozonlaag verhoogt de kans op huidkanker door uv-straling. De toenemende hoeveelheid fijne partikeltjes in de lucht verhoogt de kans op hart- en longziekten. Gezonde ecosystemen onttrekken vervuilende stoffen als ozon, ammoniak, stikstofoxiden en zwaveldioxide uit de lucht. Maar de achteruitgang van natuurlijke ecosystemen vermindert de luchtkwaliteit. Het natuurlijke vermogen van de lucht om zichzelf te reinigen van vervuilende stoffen is mogelijk tot 10 procent gedaald in vergelijking met pre-industriële tijden. Klimaat Veranderingen in het landgebruik veroorzaken plaatselijk negatieve klimaateffecten. Ontbossing van tropische wouden en woestijnvorming bijvoorbeeld verminderen de regenval. De concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer is sinds 1750 met 32 procent gestegen. Koolstofdioxide is een broeikasgas dat mee verantwoordelijk is voor de opwarming van de Aarde, en dat vrijkomt bij de verbranding van fossiele brandstoffen en door veranderingen in het landgebruik. Ongeveer twee derde van de stijging is na 1959 gebeurd. Een positieve noot: sinds het midden van de vorig eeuw nemen de ecosystemen meer koolstofdioxide op dan ze afgeven. Waar de natuur op het land in de negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw netto koolstofdioxide afgaf, heeft een veranderd landgebruik in de laatste decennia tot een netto opname geleid. (Maar niet genoeg om de uitstoot veroorzaakt door menselijke activiteiten te compenseren). Hoe de veranderende ecosystemen de uitstoot van koolstofdioxide in de toekomst zullen beïnvloeden, is onzeker. De klimaatopwarming beïnvloedt de verspreiding van planten- en diersoorten, de grootte van de populaties, het tijdstip van hun migratie en de voortplanting. Koraalriffen verbleken als de temperatuur gedurende een maand een halve of een hele graad boven het warmste gemiddelde blijft. Sommige ziekten komen in het veranderde klimaat vaker voor. Tijdens de overstromingen die volgden uit het oceaanfenomeen El Niño in 1997 en 1998, braken cholera-epidemieën uit in Somalië, Kenia, Tanzania en Mozambique. Gevreesd wordt dat de opwarming die zich voordoet in de Grote Afrikaanse Meren, het risico op cholera en andere ziekten in de omringende landen zal doen toenemen. Biologische diversiteit De veranderingen in het klimaat, de achteruitgang van de natuurlijke gebieden en de verslechtering van de lucht- en waterkwaliteit, verarmen ook de minder grijpbare rijkdommen van de natuur, zoals de biologische diversiteit. De klimaatverandering is tegen het eind van deze eeuw waarschijnlijk de belangrijkste oorzaak van het uitsterven van soorten. Door menselijke toedoen stierven soorten in de voorbije eeuwen 1.000 maal sneller uit dan gemiddeld in de geschiedenis van het leven op Aarde. Zowel het aantal soorten als het aantal individuen per soort gaat er op achteruit. Zo'n 12 procent van de vogels, 25 procent van de zoogdieren en minstens 32 procent van de amfibieënsoorten zijn met uitsterven bedreigd. In zoetwaterecosystemen is het percentage van uitstervende soorten het hoogst. De soortenverdeling op Aarde wordt homogener. Met andere woorden: het assortiment aan soorten op de ene plaats gaat almaar meer lijken op het soortenassortiment op andere plaatsen. Door vrachtverkeer en internationaal verkeer worden soorten buiten hun oorspronkelijke leefgebied verspreid. De genetische diversiteit (de soortenrijkdom) gaat er wereldwijd op achteruit. Planten, dieren, bacteriën en andere organismen leveren veel nuttige scheikundige stoffen en nieuwe geneesmiddelen. Deze rijkdom dreigt verloren te gaan, doordat de natuurlijke biotopen van de soorten teloorgaan, of omdat de geneeskrachtige soorten uit de natuur geplunderd worden. Oplossingen Natuurherstel werkt luchtzuiverend, want de natuur onttrekt scheikundige stoffen uit de lucht. Bossen bijvoorbeeld bevorderen de luchtkwaliteit. De aanplant van nieuwe bossen en een goed beheer van andere ecosystemen bevorderen ook de opname van koolstofdioxide uit de lucht, en kunnen zo het broeikaseffect tegenwerken. De internationale handel in 'koolstofdioxide-equivalenten', in het kader van het verdrag van Kyoto, stimuleert initiatieven die de uitstoot van broeikasgassen verminderen. Investeringen in onderzoek en ontwikkeling moeten schonere energie leveren. De besparende technologieën die er al zijn, moeten meer worden toegepast. Ten minste een deel van de klimaatverandering blijft onafwendbaar. De mens zal zich aan de nieuwe omstandigheden moeten aanpassen. De mogelijkheid op een rampzalige escalatie bestaat. Activiteiten die vervuiling in de hand werken, zoals overdreven gebruik van meststoffen in de landbouw, moeten belast worden met een taks die gelijk staat aan de kost voor het milieu. Vermindering van de landbouwsubsidies kan ook de overproductie van voedsel in geïndustrialiseerde landen verminderen, zodat ontwikkelingslanden eerlijk kunnen concurreren op de internationale markt. Website www.MAweb.org 07/04/2005 Kim De Rijck ©Copyright De Standaard |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 12:14. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.