Niet alle stakers zijn kameraden
Niet alle stakers zijn kameraden
Echte 'wilde' stakingen zijn zeldzaam. Stakingen 'buiten proportie' komen (te) vaak voor. Vakbonden schrokken van de kritiek op Zaventem. VANDAAG stemmen de vierhonderd werknemers van de motorenfabrikant SML, in Genk, over het al dan niet aanvaarden van een loonakkoord tussen de vakbonden en de directie van SML. Bonden en bedrijf raakten het maandagnacht eens over een bijkomende loonsverhoging van vier procent, bovenop de nationale loonsverhoging in de metaalsector van vijf procent. Maar die forse opslag bleek tot grote verbazing en ongenoegen van de vakbondsafgevaardigden onvoldoende voor de arbeiders van SML. Dinsdagochtend weigerden ze over het voorstel te stemmen en gingen ze zonder verpinken door met hun staking, die maandagmiddag spontaan was uitgebroken. Omdat SML just in time motoren en achterassen aanlevert aan Ford Genk, kwam de productie bij de autobouwer maandagavond helemaal stil te liggen. Ford ligt plat tot de stemming van vandaag. In het beste geval, zo niet nog langer. Veel stakingen ontstaan spontaan, zonder voorafgaande aankondiging. Maar ook zonder stakingsaanzegging gaat het uiterst zelden om wilde stakingen. Bijna altijd worden spontane acties immers 'erkend' door de vakbonden. Lees: de vakbondsafvaardiging steunt de eisen en het gekozen actiemiddel, en de stakers die bij een vakbond zijn aangesloten kunnen rekenen op een stakersvergoeding, ter compensatie van het geleden loonverlies. Maar bij SML is het dus niet zo gegaan. De lokale vakbondsafgevaardigden en -secretarissen bleken niet bij machte om de stakers op andere gedachten te brengen. En omdat de vakbonden de actievoerders inhoudelijk en tactisch ongelijk geven - ,,hun looneisen zijn onrealistisch en de schade als gevolg van hun actie is buiten proportie'' - zal de staking niet worden erkend. Zelfs Herwig Jorissen, de militante voorzitter van de socialistische metaalvakbond, noemt de staking bij SML ,,onverantwoord''. Zoiets zegt Jorissen niet snel. ,,Beseffen die stakers wel waar ze mee bezig zijn?'', heette het scherp op de dag dat de vakbonden het slechte nieuws bij Opel Antwerpen moesten verwerken. Bij Opel is nogmaals bewezen hoe fragiel de werkzekerheid in de Belgische auto-industrie wel is, dat mag Ford ook niet weer overkomen, luidt de redenering. Bovendien komt het incident in Genk nauwelijks enkele dagen na de ophefmakende stakingen op de luchthaven van Zaventem (vrijdag) en bij de spoorwegen (maandag). Heel wat vakbondsleiders zijn geschrokken van de enorme golf van verontwaardiging in de publieke opinie over de 'gijzeling' van 26.000 vliegtuigreizigers door een handvol veiligheidsagenten en over de kritiek op de chaos in de avondspits door de staking van de treinbegeleiders. Anders dan bij SML ging het hier niet om wilde stakingen. In beide gevallen genoten de actievoerders de uitdrukkelijke steun van de vakbonden en was er zelfs sprake van een aankondiging van de staking. Probleem: in beide gevallen viel de impact van de staking vele malen groter uit dan vooraf ingeschat en was de veroorzaakte schade 'buiten proportie'. Het deed enkele liberale politici pleiten voor de invoering van een gegarandeerde minimale dienstverlening in publieke diensten, zoals het treinverkeer, en bij uitbreiding ook voor het vliegverkeer op de luchthavens. Gelijkaardige afspraken daarover bestaan bijvoorbeeld al in de gezondheidszorg. Maar hoe doe je dat in een bedrijf? Brandweerpersoneel kan misschien opgevorderd worden. Maar hoe ga je 400 (onterecht) stakende arbeiders van een motorenfabriek vervangen of opvorderen? Het belangrijkste wapen tegen excessen lijkt een sterkere greep van de vakbondshiërarchie op de eigen achterban te zijn. Vakbondsafgevaardigden die instaan voor het 'gerede' karakter van stakingsacties, zoiets. Maar daarvoor is het natuurlijk essentieel dat die vakbonden impact hebben op de betrokken werknemers. Dat was in Genk niet het geval. De wilde staking bij SML wordt volgens de lokale vakbondsafgevaardigden gedragen door een groep jonge arbeiders die ,,niets te verliezen heeft''. Het gaat om laagbetaalde jongeren met tijdelijke contracten die ,,hier en nu meer willen verdienen''. Zij hebben geen boodschap aan de bedenking dat hun actie misschien de toekomst van het bedrijf in gevaar brengt. Hun toekomst bij dat bedrijf is sowieso tijdelijk. En hun affiniteit met het instituut vakbond is ook al beperkt. Het zijn geen 'kameraden', om het in ABVV-termen te zeggen. Die vaststelling plaatst de vakbondsleiders voor een nieuwe, en serieuze uitdaging. Hoe kunnen ze wegen op de jonge generatie flex-werknemers? De top van ACV en ABVV beseft dat hun organisaties geen schijn van kans maken om ooit door de kmo-bedrijfsleiders als partners te worden erkend - en voet aan huis te krijgen in die kmo's - als ze niet kunnen instaan voor de 'redelijkheid' van de standpunten van hun achterban. De vakbonden beseffen heus wel dat ze hun geloofwaardigheid verliezen wanneer te pas en te onpas door groepjes 'oncontroleerbare' werknemers wordt gestaakt, om welke reden ook. De historiek van Volkswagen Vorst is terzake erg leerzaam. Toch kan het anders. De werknemers en vakbondsdelegaties bij Opel Antwerpen tonen aan dat er ook bij stormweer ruimte blijft voor een beheerst optreden. In de eerste vierentwintig uur na de bekendmaking van het banenverlies werd er niet gewerkt. Elke productieploeg mocht na de informatiesessies naar huis. Maar die werkonderbreking is alweer verleden tijd. Aan de Noorderlaan weten ze dat een staking alleen nog meer vraagtekens oplevert voor de toekomst van de fabriek. DS, 19-04-2007 (Johan Rasking, redacteur economie) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 19:37. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.