Mohammed en Karel de Grote
Mohammed en Karel de Grote
In 1937 verscheen een postuum boek van de beroemde, twee jaar eerder gestorven Belgische historicus Henri Pirenne: Mahomet et Charlemagne. Pirenne wees ermee als eerste op de rol van de islam in de Europese geschiedenis. Tot dan bleven moslims daarin alleen randfiguren, ongelovigen die met kruistochten werden bestreden. Volgens Pirenne doorbrak de islamitische expansie de oude eenheid van Oost en West, sinds de Middellandse Zee beiden niet langer verenigde, maar een 'vijandige' binnenzee werd. Dat sneed Europa definitief los van zijn klassieke wortels. Het continent was voortaan op zichzelf aangewezen. Zijn zwaartepunt verschoof naar het Germaanse noorden, met Aken als nieuwe centrum. Toen kregen de theocratische en feodale middeleeuwen definitief vorm. Zonder Mohammed, aldus Pirenne, had Karel de Grote nooit zijn beslissende betekenis. Overtuigt Pirennes bewijsvoering vandaag niet meer, zijn provocerende boek, dat nog altijd in druk is, was wel een mijlpaal. Het bestreed dat het Avondland ontstond uit de Germaanse invallen van het jaar 400 of dat de klassieke erfenis teloorging door interne decadentie - een succesrijke theorie in Pirennes tijd, die ook die was van Oswald Spenglers Der Untergang des Abendlandes. Daarin gaf wel de islam de doorslag, als expansieve kracht én als morele overtuiging. (mr) DS, 06-03-2007 (mr) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 07:27. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.