Europees gezin geeft liever uit dan dat het spaart
Europees gezin geeft liever uit dan dat het spaart
De consumptie lijkt in Europa te exploderen, ten koste van het sparen. De voormalige Oostbloklanden spannen de kroon. NA een zwak 2005, waarbij de consument zich bepaald afwachtend opstelde en vanwege de flauwe economische groei niet erg geneigd was tot uitspattingen, werd 2006 het jaar van de wederopstanding. En voor dit jaar lijken de zaken er nog beter voor te staan. Beter in de ogen van Cetelem, een van de belangrijkste verstrekkers van consumptiekrediet in Europa. De organisatie spreekt voor dit jaar van een echte consumptie-explosie. Liefst 60procent van de gezinnen stelt een toename van de consumptie in het vooruitzicht, tegen 41procent afgelopen jaar. De gemiddelden worden danig opgetrokken door de Centraal- en Oost-Europese landen. Niet minder dan 92procent van de Hongaren, 76procent van de Polen en 72procent van de Slovaken zeggen dat ze dit jaar meer zullen uitgeven. In West-Europa is Spanje een buitenbeentje, met 74procent kooplustige gezinnen. Met 47procent blijft ons land onder het Europees gemiddelde. In rodelantaarndrager Duitsland denkt minder dan een derde van de gezinnen meer uit te geven dan vorig jaar. Om te consumeren zit je onvermijdelijk met je hand in je spaarpot. Met uitzondering van Duitsland is er geen land in Europa waar het sparen sterker zal toenemen dan de consumptie. De Hongaren, bijvoorbeeld, geven dit jaar al zeker 64procent meer uit dan ze sparen en eigenlijk willen ze dat percentage nog opdrijven tot 86procent. En wat kopen de Europeanen dan vooral? Dat verschilt sterk van land tot land, maar in het algemeen wordt de top drie gedomineerd door hobby's en reizen, elektrische huishoudtoestellen en verbouwingswerken, in die volgorde. Opvallend daarbij is dat drie landen systematisch een stuk beter scoren dan het gemiddelde, en dat zijn Groot-Brittannië, België en Frankrijk, ook in die volgorde. Ons land is in een aantal sectoren zelfs Europese koploper, zelfs als rekening wordt gehouden met de verschillen in koopkracht. Een plasmatelevisie is immers niet in elk land even duur. Zo gerekend bezet ons land met een jaarbudget van 315euro voor micro-informatica (pc's, gsm's...) de eerste plaats, voor Groot-Brittannië met 221euro en Frankrijk met 208. We kopen ook meer huishoudtoestellen dan de andere Europeanen (266euro per jaar) en bezetten met 300euro ook de tweede plaats op de markt voor tv/hifi en video. En we zijn duidelijk ook een land van doe-het-zelvers, want ons jaarbudget bedraagt 867euro, goed voor de derde plaats, na Duitsland en Groot-Brittannië met allebei iets meer dan 950euro per jaar. Opvallend ten slotte is dat afgelopen jaar 12procent van de Belgische gezinnen een nieuwe auto kocht, ruim een op de acht dus. In Italië en Spanje - op respectievelijk de tweede en de derde plaats - is dat maar 9,7 en 9,6procent, minder dan een gezin op de tien. Ondanks dat hoge consumptieniveau steekt de Belg zich een stuk minder dan gemiddeld in de schulden. Iets meer dan 3.600 euro aan consumptiekrediet per gezin, tegen een Europees gemiddelde van meer dan 5.260 euro. Dat gemiddelde wordt vooral opgetrokken door Groot-Brittannië, dat met 10.675 euro per gezin duidelijk de kroon spant, voor Duitsland met bijna 6.000 euro en Spanje met net geen 5.900 euro. De nieuwe Europese landen leggen hier duidelijk weinig gewicht in de schaal. DS, 09-03-2007 |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 16:22. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.