Eigen huis = meer tevreden...
 

Huurders minst tevreden.
Drie op de vier Vlamingen zijn eigenaar van woning


BRUSSEL - Vlamingen die eigenaar zijn van hun woning hebben het meer naar hun zin dan huurders. Doorgaans tonen de meeste Vlamingen zich tevreden over hun huis en de omgeving waarin ze wonen. De slechte staat van de fietspaden of de afwezigheid ervan is echter voor velen een bron van ergernis.


DE studiedienst van de Vlaamse regering analyseerde de resultaten over de woonkwaliteit in Vlaanderen op basis van de socio-economische enquête van eind 2001, of de volkstelling. De studie brengt de tevredenheid van de Vlaming in kaart over zijn woonomgeving en de nabijheid van voorzieningen.

Vlamingen blijken doorgaans zeer tevreden te zijn met de omgeving waarin ze wonen. Op het platteland zijn de bewoners iets meer tevreden over hun omgeving dan de stedelingen. De minste tevredenheid werd gerapporteerd in de grootsteden en in de Vlaamse rand rond Brussel. Daar werden vooral klachten over geluidshinder genoteerd. Twintig procent van de Vlamingen geeft aan last te ondervinden van lawaai.

Over de nabijheid van voorzieningen en faciliteiten tonen de Vlaamse huishoudens zich vrij tevreden. Positieve uitschieters zijn de gezondheids- en sociale voorzieningen en de scholen. De fietspaden zijn echter een bron van ergernis: er zijn vier keer meer ontevreden dan tevreden bewoners. De tevredenheid over de lokale diensten en voorzieningen is het hoogste in de centrumsteden, behalve voor de voet- en fietspaden.

Drie op de vier Vlaamse huishoudens is eigenaar van een woning of flat. In 1991 was dat nog 69 procent. ,,Het aantal mensen dat eigenaar is van een woning heeft zeker de limiet nog niet bereikt", zegt auteur Jan Pickery van de Vlaamse administratie Planning en Statistiek. ,,Bepaalde bevolkingscategorieën kunnen immers nog hogere cijfers voorleggen." Zo beschikt liefst 95 procent van de tweeverdieners boven de veertig jaar met kinderen over een eigen woonst.

Eigenaars blijken meer tevreden te zijn over de omgeving waarin ze wonen dan huurders. Vermoedelijk zit de hogere woonkwaliteit van hun woning en een hogere identificatie met de buurt daar voor iets tussen. Eigenaars hebben dikwijls meer woonruimte en comfort en beschikken vaker over een tuin.

Huurders zijn vaak alleenstaanden, alleenstaande ouders met kinderen en lager geschoolden. Zes procent van de huishoudens huurt bij een sociale woningmaatschappij, negentien procent huurt op de privé-markt. Die laatste groep, vooral in grote steden, is het minst tevreden over de kwaliteit van de woning. Huurders bij sociale woningmaatschappijen klagen het vaakst over netheid.

Al bij al is de woningkwaliteit in Vlaanderen vrij goed. Slechts tien procent van de huishoudens vermeldt dat minstens één grote herstelling nodig is.

De Standaard, 17/07/2004 (mb)