Uitvoering straffen is ,,surrealistisch'', zegt rechter
 

Uitvoering straffen is ,,surrealistisch'', zegt rechter


Een rechter in Brussel hekelt de stelselmatige inkorting van gevangenisstraffen in ons land. De manier waarop in ons land celstraffen stelselmatig worden ingekort tot een derde, is ,,surrealistisch''. Van een dergelijke strafuitvoering gaat geen afschrikwekkend effect uit, luidt zijn boodschap.


Rechter Dirk Moeremans van de Brusselse correctionele rechtbank neemt geen blad voor de mond: ,,Het wordt voor de rechter steeds moeilijker om een correcte straf op te leggen. Geldboetes worden nauwelijks geïnd, gevangenisstraffen drastisch worden teruggebracht.''

De minister van Justitie en haar administratie ,,lijken zich weinig aan te trekken van de redenen waarom een rechter een bepaalde straf geschikt acht''.

Moeremans deed uitspraak in een strafzaak tegen Indiase mensensmokkelaars. De aanklager op het proces had er eerder op gewezen dat dit keer, bij wijze van uitzondering, de kopstukken van een bende terechtstaan.

Zeven personen kregen zware celstraffen, van acht tot twaalf jaar. Hoewel enkelen onder hen geen vaste verblijfplaats in ons land hebben, kunnen ook deze kopstukken vrijkomen na een derde van hun gevangenisstraf te hebben uitgezeten. Voor hen geldt dezelfde regeling als voor Belgische veroordeelden. ,,Voor de uitvoerende macht lijkt het belangrijkste wel dat van een (opgelegde) celstraf zo weinig mogelijk wordt uitgevoerd.''

,,De rechter die een veroordeling uitspreekt, weet dat een gevangenisstraf van enkele maanden bijna nooit wordt uitgevoerd en dat een straf van enkele jaren wordt gehalveerd of nog erger.''

De administratie van Justitie moet vaak tot vervroegde vrijlatingen overgaan om de overbevolking in de gevangenissen de baas te kunnen. Sommige strafrechters lopen hierop vooruit, door zwaardere straffen op te leggen dan ze zinnens waren.

Volgens rechter Moeremans houdt dat een gevaar in. ,,De rechter die dat doet, begeeft zich op glad ijs. Hij werkt de inkorting van straffen in de hand, en loopt ook het risico dat de straf die uiteindelijk wordt uitgevoerd, langer is dan de rechter had bedoeld.''

Merkwaardig is dat de rechter weinig verbetering verwacht van de strafuitvoeringsrechtbanken die in februari 2007 van start gaan.

Bij het Brusselse parket is te horen dat de vrijlating na een derde van de straf vanaf dan geen gunst meer is, maar een recht voor de veroordeelde. Als het openbaar ministerie niet kan aantonen dat er tegenaanwijzingen bestaan, moet de veroordeelde vrijgelaten worden.

,,De wet over de strafuitvoeringsrechtbanken is een meesterzet van de regering'', is te horen.

,,De vrijlating na een derde, wat de regering nu toepast, wordt de regel, en de rechters krijgen hiervoor de verantwoordelijkheid toegeschoven.''


DS, 16-11-2006 (Filip Verhoest)