Het nuchtere pessimisme van Saramago
Nobelprijswinnaar José Saramago: ,,Ik weiger de wereld hoopvol te bekijken''
,,Ik heb de wereld altijd al gezien als iets wat ik niet begrijp'', bekent José Saramago. ,,Waarom zijn wij, mensen, ongelukkig? Waarom zijn wij zo wreed? Waarom is er angst en hongerdood? Al het prachtige waartoe de mens in staat is, kan nooit een excuus zijn voor die gruwel.'' Een interview met de omstreden Portugese schrijver en Nobelprijswinnaar op zijn thuisbasis Lanzarote, aan de vooravond van een literair bezoek aan Antwerpen. Ja, ik ben al eens eerder in Antwerpen geweest. In september 1998. Ik was er op een soort Boekenbeurs, waar de hele dag lezingen en debatten werden gehouden.Voor mijn optreden was de belangstelling gering. Toen ik na afloop naar buiten ging, kwam een hele horde mensen de trappen op, voor een andere lezing.Ik herinner me dat ik een steek van jaloezie voelde. Wat moet een schrijver doen om zulke grote grepen lezers te bereiken, vroeg ik me af.'' Twee weken na die frustratie won José Saramago de Nobelprijs. Tweeëntachtig is hij intussen. Een slanke, elegante man met een kaal, bruin hoofd, melancholische bruine ogen, een gezicht dat in werkelijkheid veel vriendelijker is dan op de meeste schrijversfoto's die ik van hem heb gezien. Hij heeft prachtige, fijne handen. De schrijver woont in een modern, licht huis op een heuvel, tien minuten rijden van Puerto del Carmen, het toeristische inferno van Lanzarote, het meest oostelijke der Canarische eilanden - waar geen kanarie te zien is. Saramago woont er met zijn veel jongere Spaanse vrouw Pilar, veel moderne kunst aan de muren, en drie magere kefhondjes. Een smal stenen trapje leidt uit de werkkamer van Pilar op de benedenverdieping naar de kamer van de schrijver boven. De muren zijn boeken. Ongevraagd wijst de auteur op zowat zes strekkende meter boeken die aan weerszijden van zijn werkkamer op de bovenste plank staan: Saramago in 41 talen. ,,In de kelders zitten nog eens duizenden boeken. Het wordt hier te klein. Daarom laat ik momenteel aan de overkant van de straat een bibliotheek bouwen.'' Saramago trekt de deuren naar het balkon open. ,,Toen we hier in 1992 kwamen, stond hier niets'', zegt hij, wijzend op zijn inmiddels met allerlei stekelig groen begroeide achtertuin en de helling daarachter, ,,geen planten, geen huizen, niets.'' Lanzarote is een vulkanisch eiland, je ziet er niets dan barre heuvels, tot rode en zwarte aarde gestolde lava. Saramago verhuisde uit Lissabon naar Lanzarote omdat de toenmalige Portugese staatssecretaris van Cultuur Saramago's roman Het leven van Jezus Christus had teruggetrokken voor de Europese Oresteia-literatuurprijs. Dat gebeurde op verzoek van de Portugese bisschoppen, die Saramago's roman godslasterlijk vonden, wat hij ook is. Saramago was buitengewoon gegriefd en vertrok. Maar waarom in 's hemelsnaam naar Lanzarote, een kale klonter geronnen vulkanenbloed waar niets gedijt behalve cactussen en toeristen? ,,De zus van mijn vrouw woonde hier al twintig jaar. Haar man is architect. Op een dag zei Pilar tegen me: 'Laten we daar een stuk grond kopen en een huis bouwen.' 'Ben je nu helemaal gek?' zei ik. 'Lanzarote! Waarom zou ik op Lanzarote gaan wonen?' De eerste reactie van een man op een voorstel van zijn vrouw is altijd: nee. Stom. Idioot. De tweede reactie, meestal de volgende ochtend, is: dat was nog niet zo'n slecht idee van jou. En de derde reactie is meestal: dat idee was helemaal niet van jou, dat was mijn idee! (glimlacht) '' ,,Ik heb het bij die tweede reactie gehouden. Maar een balling ben ik niet. Ik heb mijn banden met Portugal nooit verbroken. Ik heb nog steeds een appartement in Lissabon, betaal belastingen in Portugal, zie mijn vrienden en mijn uitgever en collega's in Portugal geregeld. Ik woon soms daar en vaak hier, dat is alles.'' Niets te zeggen In 1947 publiceerde Saramago zijn eerste roman, Terra do pecado (Dorp van de zonde). Een tweede roman bleef ongepubliceerd en ligt ook vandaag nog in Saramago's kast. ,,Na mijn dood moeten ze maar zien wat ze ermee doen'', zegt de schrijver daarover nu. Vervolgens deed Saramago er opvallend lang het zwijgen toe: gedurende negentien jaar publiceerde hij niets, naar eigen zeggen omdat hij... niets te zeggen had. Een jong en ambitieus schrijver die van zoveel zelfkennis en nederigheid blijk geeft, dat is toch niet goed voorstelbaar? ,,Ik heb nooit zo uitdrukkelijk en zelfbewust tegen mezelf gezegd: je hebt niets te zeggen, zwijg dus maar. Maar als ik nu terugkijk op die periode en me afvraag waarom ik toen bijna twintig jaar lang niets heb geschreven, dan kan ik alleen maar besluiten dat het dat moet geweest zijn: ik had niets te zeggen. Een andere reden kan ik niet bedenken.'' Dus deed hij maar andere dingen. In 1969 sloot Saramago zich aan bij de toen nog illegale Communistische Partij van Portugal. Hij raakte actief betrokken bij de Anjerrevolutie, die in 1974 een einde maakte aan de dictatuur van Salazar. Saramago begon zich ook te bemoeien met het publieke debat: hij begon literaire kritieken en politieke commentaren te schrijven, werd lid van de Portugese schrijversbond en vervolgens adjunct-hoofdredacteur van de krant Diario de Noticias . Hij was een communist van de harde soort, eentje die geen hoge dunk had van de steeds populairder wordende socialisten in Portugal. Na nauwelijks zes maanden werd hij wegens al te onbuigzaam ontslagen. Het debacle in de journalistiek was achteraf bekeken een cruciaal moment. ,,Ik zat opeens zonder werk. Toen, in 1975, heb ik tegen mezelf gezegd: het is nu of nooit. Nu moet je maar eens kijken of je inderdaad kunt worden wat je denkt dat je bent: een schrijver.'' De eerste romans bleven tamelijk onopgemerkt. Het grote succes kwam er pas met Memoriaal van een klooster (1982), een parodie op een historische roman over het Portugal van de achttiende eeuw, waar de Inquisitie welig tiert en vorsten en hovelingen het klootjesvolk schaamteloos uitbuiten. Maar het boek is vooral memorabel vanwege de schitterende liefdesgeschiedenis tussen de eenarmige oud-soldaat Baltasar en Blimunda, een onvergetelijk meisje dat dwars door mensen en dingen heen kan kijken. Nog groter succes viel Saramago te beurt met zijn roman De stad der blinden (1995). Daarin beschrijft hij hoe in een niet nader genoemde stad alle mensen, behalve uitgerekend de vrouw van de oogarts, één voor één blind worden. De 'witte ziekte' reduceert de hele stad tot een danteske hel van rondzwervende, hongerende, zieke, smerige mannen en vrouwen en kinderen. De lijken liggen in de straten. Je zou willen hopen dat zoveel onzegbaar leed de mensen tot meer solidariteit en samenwerking aanzet. Maar dat is in Saramago's roman niet het geval. Integendeel: blindheid maakt van de meeste mensen nog erger crapuul dan ze al waren. Ze beroven, bedriegen, chanteren en verkrachten elkaar, in de hoop alleen, op de rug van de anderen, te overleven. Behalve dan de vrouw van de oogarts, wier verantwoordelijkheid het is ,,ogen te hebben terwijl de anderen ze kwijt zijn''. De stad der blinden is een hallucinante allegorische roman, vergelijkbaar met La peste van Camus of Waiting for the Barbarians van J.M. Coetzee. Gruwel Van enig cultuuroptimisme kun je de schrijver van De stad der blinden geenszins betichten. Maar waar komt zijn grenzeloze scepticisme ten aanzien van het menselijke vermogen om de maatschappij op een beetje een menswaardige manier in te richten vandaan? Is het gebaseerd op een historische analyse of is het veeleer het gevolg van een fatalistisch mensbeeld? Is de mens volgens Saramago dan zo gedetermineerd dat hij nooit uit zijn fouten leert en dus gedoemd is om altijd opnieuw dezelfde of ergere stommiteiten te begaan? ,,Gedetermineerd is misschien wat te sterk uitgedrukt'', licht de schrijver toe. ,,Natuurlijk hebben mensen in de loop der tijden wonderlijke dingen verwezenlijkt. Maar onze geschiedenis is een geschiedenis van gruwel en verschrikking. De geschiedenis is een gruwelijke catalogus van alle dwalingen en vergissingen die je je maar kunt voorstellen. Misschien is dat normaal. Het is voor een wezen zoals de mens, dat vanaf zijn geboorte veroordeeld is om te sterven, immers niet gemakkelijk om gelukkig te zijn.'' ,,En misschien heeft mijn pessimisme ook wel een beetje met mijn temperament te maken. Ik ben erg melancholisch. Altijd geweest, ook toen ik nog een kleine jongen was. Ik heb de wereld altijd gezien als iets dat ik niet begrijp. Waarom zijn wij, mensen, ongelukkig? Waarom slagen we er niet in op deze wereld een beetje respectvol met elkaar om te gaan? Waarom zijn we onverdraagzaam? Waarom zijn we zo wreed? Waarom zijn we in staat te martelen? Waarom is er angst, waarom hongersnood?'' ,,Al het prachtige waartoe de mens in staat is, kan nooit een excuus zijn voor de gruwel. Niets verschoont de ongelooflijke miserie in Afrika, de langzame genocide waar de volkeren in wat wij Latijns-Amerika noemen, al vijf eeuwen lang het slachtoffer van zijn. Zij zijn de werkelijke seigneurs van deze aarde. Zij waren daar al toen wij er aankwamen. Deze zogezegd primitieve volkeren - miljoenen en miljoenen van hen, mannen, vrouwen, kinderen - hebben wij afgemaakt. Nee, ik weiger de wereld hoopvol te bekijken.'' In uw boeken gaat het vaak over de menselijke verantwoordelijkheid. Maar als u de hoop afschaft, waarom of waarvoor zou ik me dan nog verantwoordelijk moeten voelen? ,,Dat we geen hoop meer hebben: dáárvoor zijn wij verantwoordelijk. Het is door wat wij zijn en door wat wij doen, dat er geen hoop meer is. Wij hebben de hoop gedood.'' Maar als je én de religie én de hoop afschaft, waarom zou een mens zich dan nog verantwoordelijk voelen? (Fluisterend, alsof hij iets onkies vertelt) ,,Omdat we niet anders kunnen. Zo zitten we nu eenmaal in elkaar. Je hebt een soort innerlijke stem die zegt: dit hoort niet. Dit mag je niet doen.'' Waar komt die innerlijke stem dan vandaan? Is dat niet iets wat je door opvoeding leert? ,,Opvoeding dient tot niets. Wat stelt die term nog voor? Er is een verschil tussen opvoeding, éducation , en onderricht, instruction . Het begrip 'onderricht' is helemaal verdwenen, en de tijd dat een gezin voor de opvoeding instond, is voorbij. Gezinnen voeden niet meer op. Ze beseffen dat ook. Daarom hebben ze die verantwoordelijkheid doorgeschoven naar de school. Maar de school kan en doet het evenmin. Hoe zou een school kinderen kunnen opvoeden in een maatschappij die zelf niet is opgevoed? De school is geen eiland. Wat zouden leerlingen eraan hebben om opgevoed te worden in een school als die opvoeding tot niets meer dient zodra ze de school verlaten? Nee, de tijd van de opvoeding is voorbij, niet alleen in Europa maar overal ter wereld.'' In 2002 was u met het Internationale Schrijversparlement op bezoek in Ramallah, op de Westelijke Jordaanoever. U vergeleek de situatie daar met Auschwitz. Dat is u in Israël niet in dank afgenomen. ,,Het was een mondiaal schandaal. Maar men heeft mijn woorden verdraaid. Ik heb niet gezegd dat Ramallah Auschwitz was. Ik heb gezegd dat in Ramallah de geest van Auschwitz heerste. Wat wilt u dat ik nu zeg? De situatie in het Midden-Oosten verandert iedere dag. Vandaag zijn het de joden die protesteren omdat ze uit hun nederzettingen verdreven dreigen te worden. Ik weet niet of de situatie nu zal verbeteren. Het grote probleem is niet Ramallah, maar Cisjordanië. Daar zijn meer dan tweehonderd joodse kolonies. Gaat Israël die allemaal opgeven? Krijgen de Palestijnen heel Cisjordanië terug? Israël zou een idealistisch gebaar moeten stellen en zeggen: kijk, wij zijn nu eenmaal hier, en we moeten hier blijven, want een andere plek hebben we niet. Waarom kunnen we niet samenleven? Waarom vormen we niet een Palestijns-Israëlische regering? Israëli's en Palestijnen hebben tenslotte dezelfde bronnen. Het conflict is een broederoorlog.'' Gelooft u dat het beleid van George Bush bijdraagt aan een oplossing voor de wereldproblemen? ,,Bush is een marionet die zijn werk doet. Het is zijn taak om de mensheid een nieuw systeem op te leggen, ik noem het een autoritair kapitalisme. Dat doet hij voortreffelijk.'' U bent geliefd bij de andersglobalisten, maar een paar weken geleden hebt u hun in Porto Alegre op het hart getrapt. ,,Ik heb daar in een debat gezegd dat het maar eens afgelopen moet zijn met het utopische denken. De utopie is gebaseerd op het idee dat je in een onbepaalde toekomst kunt verwezenlijken wat je nu nodig hebt. Maar de utopie vergeet één belangrijk detail: wij weten vandaag niets over de interesses, de noden en de levensstijlen van die toekomstige eeuwen, waarvan de utopisten verwachten dat ze onze huidige behoeften zullen bevredigen. Wat ons vandaag interesseert, interesseert de mensen over twee drie eeuwen misschien helemaal niet meer. De ware utopie is mórgen, want morgen leven we hoogst waarschijnlijk nog. Wat na morgen gebeurt, hangt af van wat wij morgen zullen doen.'' ,,Ik ben een anti-utopische communist. Het communisme als utopie is mislukt omdat het zich blindstaarde op een denkbeeldige toekomst. Utopieën legitimeren zich net zoals oorlogen. Wij voeren ook altijd oorlog in naam van een denkbeeldige toekomst. Wij zeggen: wij voeren vandaag oorlog zodat onze zonen morgen geen oorlog meer hoeven te voeren. Terwijl wij heel goed weten dat vroeg of laat, om wat voor reden dan ook, onze zonen toch weer oorlog zullen voeren. De 'toekomst' is altijd een lomp excuus, net als vaderlandsliefde, de geschiedenis, de beschaving. Utopieën zijn nutteloos en gevaarlijk.'' U doet me vaak denken aan Albert Camus: de schrijver-moralist. Heeft Camus u geïnspireerd? ,,Of hij me geïnspireerd heeft, weet ik niet. Ik heb hem natuurlijk wel gelezen, in een tijd toen ik er zelf nog helemaal niet aan dacht om schrijver te worden. Maar ik hou niet van het woord 'moralist'. Ik vind het verwarrend: het lijkt op 'moraliserend', en moraliseren wil ik niet.'' ,,Ik hecht belang aan ethische kwesties, dat is iets anders. Dat deed Camus natuurlijk ook. Hij wilde de wereld beschrijven zoals hij die zag, zonder omwegen, zonder illusies. Hij kon niet anders naar het leven kijken dan zo, zonder verfraaiingen. Le monde est comme ça. Maar ik ben niet de nieuwe Camus.'' (glimlacht) U hebt ooit uw eigen grafschrift bedacht: 'Hier rust, verontwaardigd, José Saramago.' Was dat een grap? ,,Nee. Ik meen dat heel ernstig. Ik zal om twee redenen verontwaardigd zijn: omdat de wereld nooit zal veranderen. En omdat ik dood zal zijn.'' Op 4 maart 2005 organiseert de vakgroep Portugees van het Hoger Instituut voor Vertalers en Tolken in Antwerpen een literaire avond met José Saramago in het Provinciehuis. De avond wordt opgeluisterd door de zangeres Aldina Duarte. Inschrijven kan via www.hivt.be/saramago. Meer inlichtingen: 03/240 19 02. 26/02/2005 Frank Albers ©Copyright De Standaard |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 11:05. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.