Bindende toelatingsproef wenselijk?
KU Leuven wil toch bindende toelatingsproef
De KU Leuven pleit ervoor de toegang tot de universiteit afhankelijk te maken van een bindende toelatingsproef voor studenten uit een aantal zogenaamde ‘niet-aansluitende richtingen’. Een voorbeeld? Leerlingen uit het secundair beroepsonderwijs. Dat heeft rector Rik Torfs vrijdag gezegd tijdens een lezing. De KU Leuven wil het groot aantal mislukkingen bij eerstejaars fors aanpakken. Een bindende toelatingsproef is geen taboe moer. ‘Het voorstel komt een beetje shockerend over en druist in tegen een lange traditie, waarvan we ons echter kunnen afvragen of het de goede was’, verklaart Torfs de keuze. ‘We willen niemand uitsluiten om universitaire studies te volgen en schakelprogramma’s blijven bestaan, maar wie beroepsonderwijs volgde heeft in de praktijk weinig kans op slagen aan de universiteit en moet daarom volgens ons eerst slagen in een toelatingsproef.’ Voor details verwees hij naar een nota waarmee de Leuvense alma mater binnenkort zal uitpakken. Torfs had nog een andere boodschap voor de onderhandelaars: ‘Meer dan geld heeft de universitaire wereld nood aan autonomie in de besteding van middelen.’ Lokale noden Op de vele plaatsen in Vlaanderen waar de KU Leuven sinds de integratie van de hogeschoolopleidingen aanwezig is, wil het ook de expertise aanbieden voor de aanpak van lokale noden. Zo zijn er volgens Torfs al gesprekken gevoerd met Brusselse politici over multiculturalisme en maatschappelijke achterstand. DS, 22-06-2014 |
Mieke Van Hecke: ‘Torfs discrimineert en stigmatiseert leerlingen uit beroeps’
Een toelatingsproef invoeren voor leerlingen uit het beroepsonderwijs die naar de universiteit willen? Het controversiële voorstel komt van de rector van de KU Leuven, Rik Torfs. Maar veel bijval krijgt hij niet. ‘Dit voorstel is discriminerend en stigmatiserend’ reageert Mieke Van Hecke, het hoofd van het katholiek onderwijs in Het Nieuwsblad. Ook andere universiteiten willen er niet van weten. Het gemeenschapsonderwijs sluit zich aan bij die kritiek. Wie na het secundair onderwijs naar de universiteit trekt, komt meestal uit het ASO of TSO. Maar ook leerlingen uit het beroepsonderwijs schrijven zich soms in aan onze universiteiten. Af en toe behalen zij ook een universitair diploma, maar meestal moeten ze afhaken. In een lezing in Leuven greep Rik Torfs vrijdag die lage slaagkansen aan om te pleiten voor een bindende toelatingsproef voor leerlingen uit het beroeps of richtingen die niet aansluiten bij universitaire studies. Met andere woorden: wie statistisch weinig of geen kans maakt om de universiteit aan te kunnen, moet eerst bewijzen dat hij of zij het wél kan. Voor alle anderen blijft de universiteit vrij toegankelijk. Is dat niet discriminerend of een voorbeeld van klassenonderwijs? Feit is dat Torfs inhoudelijk alleen lijkt te staan met zijn voorstel. Directeur-generaal van het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (VSKO) Mieke Van Hecke is er alvast niet over te spreken. ‘Het is stigmatiserend. Leerlingen uit het beroeps worden nog maar eens met de vinger gewezen, terwijl we die richting net willen promoten. Zeggen dat er een probleem is met het beroeps, maar niet met de anderen, kan niet. Het laatste wat we mogen doen, is deuren sluiten.’ GO!: 'Niet correct' Ook het GO! (Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap) noemt het voorstel van Torfs over een bindende toelatingsproef voor studenten 'niet correct en stigmatiserend'. 'Er is geen absolute één op één relatie tussen vooropleiding en hoger onderwijs, dus enkel de beroepsopleidingen viseren is niet correct en bovendien stigmatiserend, zegt afgevaardigd bestuurder Raymonda Verdyck. 'Motivatie is ook een belangrijke factor die de slaagkansen enorm kan verhogen, dus we moeten toch voorzichtig zijn met het inrichten van dit soort proeven, zeker als ze een bindend karakter hebben.' Volgens het GO! is het belangrijk dat leerlingen in het secundair onderwijs voldoende begeleid worden bij het kiezen van de juiste studierichting. 'Nu al doen scholen hun uiterste best om jongeren te helpen zich te oriënteren naar de juiste studierichting. Dat is belangrijk, want een jongere die op basis van zijn talenten en interesses een weloverwogen studiekeuze maakt heeft meer kans op slagen. Een brede eerste graad met een uitgestelde studiekeuze op 14 jaar, zoals in het masterplan van de hervorming is opgenomen, zal hier zeker aan bijdragen.' Blog DS, 22-06-2014 (Farid El Mabrouk) |
Studenten kanten zich tegen toelatingsproef
Studenten kanten zich tegen toelatingsproef
De Studentenraad van de KU Leuven en de Vlaamse Vereniging voor Studenten (VVS) moeten niet weten van het voorstel van rector Rik Torfs om voor sommige studenten een bindende toelatingsproef te organiseren. Dat meldt het studentenblad Veto. ‘Niet alleen is dit discriminerend ten opzichte van de mogelijkheden van andere studenten, ook viseert Torfs hiermee onrechtstreeks net die bepaalde kansengroepen die hij naar de universiteit wil leiden.’ Dat is het strenge oordeel van de Leuvense Studentenraad. ‘Wil hij echt werken van multiculturalisme en het wegwerken van maatschappelijke achterstand, dan bedenkt hij zich best nog eens over dit voorstel.’ De Studentenraad is wel voorstander van een niet-bindende oriënteringsproef. ‘Wie in het hervormd secundair onderwijs een abstract-theoretische richting volgt, is beter voorbereid om universiteit te doen’, zo legde Rik Torfs, rector van de KU Leuven, het voorstel vandaag uit in De Standaard. ‘Wie een arbeidsmarktgerichte opleiding volgt, heeft de beste competenties voor hoger beroepsonderwijs. Wil de student van dit modeltraject afwijken, dan moet hij een bindende toelatingsproef afleggen. Wie niet slaagt, kan een tussentraject volgen.’ Ook de VVS kant zich tegen dit voorstel. ‘We vragen al jaren om een aangepaste oriënteringstraject dat begint in het vierde middelbaar. Officieel is de KU Leuven daar ook voor, maar nu wil men blijkbaar een bocht van 180 graden. Zo’n bindende proef is een gemakkelijkheidsoplossing die op lange termijn niets oplost. Het drukt een stempel op de student. Hij weet wat hij niet mag doen, maar weet niet wat hij wel kan doen. Eén voormiddag bepaalt zijn toekomst. Na het volgen van een traject zouden studenten beter geïnformeerd een studiekeuze kunnen maken’, aldus Bram Roelant van VVS. Blog DS, 23-06-2014 |
Ik heb leerlingen in bso die ik perfect in staat acht om te slagen voor een hogere of zelfs universitaire opleiding. De redenen waarom zij in bso terechtgekomen zijn, zijn legio, maar intellect is daar niet altijd bij. Doordat ze meestal met een gigantisch gebrek aan voorkennis starten gaat een toelatingsproef uiteraard nooit lukken voor die leerlingen, maar mits de nodige motivatie kunnen ze met een eerste jaar overzitten hun achterstand bijwerken.
Wat bedoelt men bij die Kul eigenlijk met dat tussentraject indien de student niet slaagt voor de toelatingsproef? Want op zich zou ik zo'n proef nog wel zien zitten als dat niet definitief een 'njet' is, maar eerder een aanzet naar mogelijkheden tot bijspijkeren van kennis en evt. studiemethoden. Op die manier hoeft een jaar dubbelen misschien zelfs niet. |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 21:15. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.