‘Wij gebruiken pas geweld als de politie begint’
‘Wij gebruiken pas geweld als de politie begint’
Het gaat er hard aan toen bij de straatprotesten in Chili, die nu al vier maanden duren. In de strijd met de oproerpolitie staan de jongens van de ‘primera línea’ in de frontlinie. Maar hun rol is omstreden. ‘Rennen, rennen, rennen’, roept een jongen met een bromfietshelm op. Hijgend laat hij weten dat de oproerpolitie mensen arresteert. Hij wil de andere kant op, om de politie te omsingelen. Het is een bloedhete dag in het centrum van Santiago, en de waterkanonnen richten zich al op de kleine groep die verderop de ‘frontlinie’ van de protesten vormt. Vlakbij maakt een groep jongeren een stoeptegel kapot. Met ijzeren staven halen ze de enorme tegel met z’n vieren van zijn plek, daarna breken ze hem in stukken. De katapult in hun handen verraadt wat ze met de stukken steen van plan zijn. Dit zijn de jongeren die het in de ‘primera línea’ opnemen tegen de oproerpolitie; met schilden, harnassen en helmen staan ze vooraan in de protesten. Hun rol is omstreden: sommige Chilenen zeggen hen nodig te hebben om te kunnen protesteren, anderen vinden dat het geweld van deze jongeren juist leidt tot meer escalatie. Vincente is nog maar zestien en een van de jongeren in de frontlinie. In bloot bovenlijf – het is 35 graden – en met een grote steen in zijn hand rent hij weg. De scholier kent geen angst, zegt hij. ‘Mijn ouders zijn wel heel bezorgd. Maar ik vecht met de politie, zodat de meerderheid rustig kan protesteren. Of ik geweld gebruik? Nee, dat doen we pas als de politie begint.’ Hulppost onder vuur Chili gaat zijn vierde protestmaand in. De demonstranten eisen grote veranderingen: gelijke kansen voor iedereen, een betaalbare gezondheidszorg en beter onderwijs. Vanaf het begin van de acties ging het er hard aan toe. Volgens het Chileense Instituut van Mensenrechten vielen er al 3.500 gewonden en minstens 26 doden. Er waren ook ruim 200 gevallen van seksueel geweld en 400 mensen liepen een ernstig oogletsel op. In november concludeerden de Verenigde Naties dat er op grote schaal mensenrechtenschendingen plaatsvinden. Aan het geweld en de incidenten lijkt geen eind te komen. Een jongen uit de frontlinie, Mauricio Fredes, kwam onlangs om het leven tijdens de protesten. Een meisje van tien belandde in kritieke toestand in het ziekenhuis, nadat een traangasgranaat op haar hoofd was terechtgekomen. De burgemeester van Santiago, Felipe Guevara, ligt onder vuur wegens zijn omstreden rol in het blokkeren en onmogelijk maken van protesten, waardoor de oppositie een constitutionele aanklacht tegen hem indiende. Het parlement zal stemmen of hij moet vertrekken. Vincente bindt de doek rond zijn hoofd nog wat steviger vast, een nieuwe walm van traangas is in de verte te zien en prikt al in ogen en neus. Het lawaai van de protesten is zo luid dat hij amper te verstaan is. Er klinkt geknal van vuurwerk, traangasgranaten en van de bommen die demonstranten gebruiken, terwijl de menigte schreeuwt en op trommels en potten en pannen slaat. Vincente wijst naar een theater dat onlangs tijdens protesten afbrandde. ‘Ik zag het gebeuren. Een traangasgranaat vloog recht op het theater af. De politie richtte er doelbewust op, het was een eerstehulppost voor de frontlinie. Studenten geneeskunde boden daar gratis eerste hulp aan voor de gewonden tijdens de protesten.’ Officieel onderzoek naar de oorzaak van de brand is nog gaande. Onnodige escalatie Op sociale media wordt de primera línea geďdealiseerd, ze heeft zelfs een eigen Instagram- account. Maar een tegengeluid is ook hoorbaar. Menig Chileen steunt de protesten, maar vindt dat de primera línea leidt tot onnodige escalatie. Want het geweld komt niet alleen van de kant van de oproerpolitie. Sinds vorige week een kerk in brand werd gestoken – de tweede in Santiago sinds het begin van de protesten – neemt de steun voor de primera línea sterk af. De kerk was bedoeld voor politiemannen en -vrouwen in Santiago. Maar Vincente is niet bang om de steun van de demonstranten te verliezen. Bij hem sluiten zich nog enkele andere jongeren van de frontlinie aan. ‘Hoezo steun verliezen? Zonder ons verandert dit land niet. Wij trotseren kogels en geweld van de politie.’ Paola Gramdon beaamt dat. Zij is samen met een vriendin aan het protesteren, beiden dragen een helm. Demonstreren kan niet zonder de hulp van de primera línea, menen ze. ‘Kijk’, zegt Gramdon. Ze wijst naar de waterkanonnen en de rook van het traangas, zo’n 200 meter verderop. ‘Je ziet het zelf. Zonder de primera línea zouden wij hier nu niet rustig kunnen staan. Dan zou de politie óp het plein staan, in plaats van eromheen.’ ‘Het loopt uit de hand’ Natuurlijk blijven de demonstranten deze primera línea beschermen’, zegt Marcos Michea. Maar zelf is hij sceptisch. De 37-jarige receptionist is voor verandering in het land, maar met de manier waarop de protesten de afgelopen tijd escaleren is hij het niet eens. ‘Deze jongens hebben niets te verliezen. Dit is, zoals wij dat zeggen, tuig. Natuurlijk, de politie valt ook veel te verwijten. Maar ik pleit voor vredige protesten, het begint uit de hand te lopen.’ DS, 25-01-2020 (Metka Hagen) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 22:38. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.