Europa stolt als een pudding
Europa stolt als een pudding
Europa gaat een nieuwe fase in. Om zichzelf te beschermen, stelt het zich harder op tegenover de buitenwereld. Dat is wennen, schrijft Caroline de Gruyter. Europa verandert drastisch: het trekt grenzen op om zichzelf te beschermen in een ongure wereld. Om te begrijpen wat dat voor consequenties kan hebben, moeten we even de Franse markies de Custine volgen, die in 1839 een reis maakte naar Rusland. In Frankrijk werd destijds gesproken over democratisering en meer macht voor het volk. De markies zag daar niets in. Hij wilde graag bewijzen dat de mensen het in Rusland beter hadden, zónder democratie. Zes weken later was de markies terug in Parijs – compleet van gedachten veranderd. Wat hij had gezien in het Rusland van de tsaar (die hij had gesproken), vervulde hem met afschuw. Het was een wereld vol horigheid, despotisme en corruptie, waarin één man met een knip van de vingers over het lot van miljoenen besliste. Custines boek over die trip, La Russie en 1839, is een ode aan Europa en de Europese cultuur van vrijheid, redelijkheid en overleg. Hij raadde iedereen die het in Frankrijk even niet zag zitten aan: ga naar Rusland, dan besef je dat wij het hier eigenlijk best goed hebben. Nu Europa grenzen optrekt met de buitenwereld, lijkt hier een soortgelijk proces in gang gezet. Langzaam trekken wij een scheidslijn tussen het mijn en het dijn. Voorbeelden te over: tijdens de pandemie heeft Europa voor het eerst de buitengrenzen gesloten. We praten over Europese defensie, tot voor kort taboe. Mede door de Brexit stelt Europa zich harder op tegenover derde landen. Frontex wordt in ijltempo omgebouwd tot een grenswacht met tienduizend agenten in uniform. Turkije krijgt steeds duidelijker te verstaan dat het geen lid kan worden. Al die dingen gebeuren in reactie op een buitenwereld die onherbergzamer en gevaarlijker wordt. Je kunt bijna zeggen: Europa stolt, zoals een pudding stolt. Het verschil tussen ons en andere landen wordt groter. Daarmee gaat Europa een nieuwe fase in. Nood aan een nest Tijdens de Koude Oorlog was Europa voor ons West-Europa. We zaten diep ingebed in het westerse bondgenootschap. We hadden de grenzen niet zelf getrokken, aan de andere kant van het IJzeren Gordijn zaten ook Europeanen. Maar of die er ooit weer bij kwamen, wist niemand. Dat Europa was saai en benauwd. De meeste ‘spannende’ dingen (popmuziek, modehypes, cinema) kwamen uit Amerika. Toen viel de muur, in 1989. Dat leidde tot het andere uiterste: Europa kreeg volop lucht. Grenzen gingen open, steeds meer landen werden lid van de EU. Dit was een periode waarin wij volop diversiteit en vrijheden verkenden. Maar na een poosje vroegen burgers: waar eindigt dit? Waar houdt Europa op? Komt Turkije erbij? Politici gaven geen antwoord. Zij wisten het ook niet. Dus werden de vragen steeds luider en gingen populisten ermee aan de haal. Daardoor, en door de toenemende dreiging van buitenaf – zoals terrorisme, ongecontroleerde migratie, Chinese staatsbedrijven die strategische Europese havens opkopen, buurlanden als Rusland en Turkije die ons tarten – zijn wij nu grenzen aan het optrekken. Mensen willen bescherming, een nest. Politici geven hun dat. Europa verandert momenteel, zoals de Franse filosoof Michel de Certeau schreef, van de space (oneindige ruimte) die het na 1989 was, in een place (plek) die meer geborgenheid biedt. We checken buitenlandse investeringen in de EU, willen Amerikaanse digitale giganten belasten en bevechten jihadisten tot in Mali. De talk of the town in Brussel is ‘strategische autonomie’, proberen op eigen benen te staan en onafhankelijk te zijn van anderen. Vuile handen Dat krijgt interessante gevolgen. Allereerst gaat Europa politieker denken, meer in termen van macht en (iets) minder in termen van regels. Als je in termen van macht denkt, moet je soms allianties sluiten met landen waar je heel kritisch voor bent, en vuile handen maken. En als je jezelf beschermt, bezeer je soms anderen. Vuile handen maken, hard zijn tegen anderen –Europeanen moeten daaraan wennen. Zie de aantijgingen dat Frontex (nu al!) vluchtelingen terugstuurt naar Turkije, en mensenrechten schendt. Zie ook de Britse vissers die geen vis meer in de EU kunnen verkopen – als Brussel hen tegemoet was gekomen, had het zichzelf benadeeld. Doordat het buiten onherbergzaam wordt, zijn Europeanen nog steeds niet tevreden met de EU (hoe het werkt), maar wel meer tevreden in de EU. Dat is nieuw. Je ziet het in de peilingen. De vergiftiging van Aleksej Navalny, Turkije dat oorlog voert in Libië, Syrië en Nagorno-Karabach en de Brexitschade die voor veel Britten aanzienlijk is – dat zijn allemaal ‘Custine-momenten’, om nog te zwijgen van EU-buitenlandvertegenwoordiger Josep Borrell, die tijdens zijn trip naar Moskou voor schut werd gezet door de gastheer. Die dingen doen Europeanen beseffen dat het in de EU, ook al is die verre van perfect, zo slecht nog niet is. Mede daardoor wordt de tegenstelling tussen nationalisten en kosmopolieten wat minder sterk. Kosmopolieten bepleiten ineens grenscontroles – zij het aan buitengrenzen, niet binnengrenzen – nationalisten praten minder over exits uit de EU. Matteo Salvini schaart zich achter Mario Draghi, de ‘redder’ van de euro. Marine Le Pen heeft haar pleidooien tegen de euro ingeslikt. Viktor Orban lapt Europese regels aan zijn laars, maar wil de EU niet uit – integendeel, net als die anderen wil hij Europa van binnenuit veranderen. Allen verleggen hun werkterrein van een nationaal podium naar het Europese politieke toneel. Dat is nieuw. Het zal de debatten over Europa feller maken, en waarschijnlijk verrijken. Soms weet je pas wie je bent, schreef de markies de Custine, als je ook weet wie je niet bent. En dat laatste weten wij steeds beter. DS, 26-02-2021 (Caroline de Gruyter) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 11:22. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.