De man is nog altijd geketend
De man is nog altijd geketend
Cultuur Marnix Verplancke– 10:16, 20 mei 2018 BoekrecensieAan de grote wereldproblemen ligt mannelijk gedrag ten grondslag, vindt Jens van Tricht. Pak dat aan. Vorige maand heb ik gehuild. Ogi, de vijftienjarige kater van mijn vriendin, had al een tijdje botkanker in een achterpoot. “We kunnen die amputeren”, zei de dierenarts, “maar dat zal Ogi’s leven alleen met een half jaar verlengen. Daarna zal hij toch sterven.” Het alternatief was hem met rust laten tot hij al te verzwakt zou zijn. Dan kon hij een spuitje krijgen. We kozen voor het laatste, ook al omdat de dierenarts ons verzekerde dat zo’n kanker pijnloos is. Dus huppelde Ogi door het gras, genoot van het extra lekkere voer dat hij voortaan kreeg en likte de wonde op zijn poot een paar keer per dag netjes schoon. Tot hij te zwak werd, hij zich niet langer kon likken en lopen moeilijk werd. Toen brachten we hem naar de dierenarts, waar hij rustig insliep. Toen heb ik dus gehuild, om Ogi, en ook wel een beetje om het onophoudelijke afscheid nemen dat leven heet. En terwijl ik daar zo stond, met mijn zakdoek in de hand, bleef een vraag door mijn hoofd zeuren: kan dat nu wel, zo’n man die staat te grienen voor een kat? Volgens Jens van Tricht, de auteur van ‘Waarom feminisme goed is voor mannen’, kan dat niet alleen. Het moet. Een van de zaken die Van Tricht, die zich specialiseerde in vrouwenstudies en directeur is van een bureau voor mannenemancipatie, doet wanneer hij voordrachten geeft over wat het betekent man te zijn, is de deelnemers typische mannelijke eigenschappen laten opnoemen. Steevast krijgt hij dan steekwoorden als sterk, stoer, competitief, seksueel actief, doortastend en zelfverzekerd te horen. Wanneer hij vraagt wat echt niet bij een man hoort, is iedereen unaniem: huilen, dat is typisch voor een vrouw. Geketend Voor Van Tricht bewijst dit maar één ding, dat een eeuw vrouwenemancipatie de vrouw tot op zekere hoogte bevrijd heeft, maar dat de man nog steeds met handen en voeten geketend ligt aan de maatschappelijke constructie die mannelijkheid is. Waar vrouwen bij de ontwikkeling van hun persoonlijkheid vandaag veel meer vrijheid en opties hebben dan vroeger, worden kleine jongetjes nog steeds in het keurslijf van de man gedrongen. Vrouwen worden daar het slachtoffer van, schrijft Van Tricht, maar die mannen nog veel meer, want de race to the top waartoe het mannenleven wordt gereduceerd, draait meestal uit op een race to the bottom, waarbij relationele en psychische problemen de man onderuit halen. Kijk naar de grote problemen op deze wereld en je zult merken dat ze allemaal veroorzaakt worden door mannelijk gedrag, merkt Van Tricht knap op: schooluitval, agressie, verkeersonveiligheid, radicalisering en oorlog. Het zijn mannelijke fenomenen. Maar niemand erkent ze zo. Er wordt verwezen naar de rol van cultuur, religie, een gebrekkige opvoeding, onderwijs, etniciteit en ga zo maar door, maar dat onze opvatting over mannelijkheid er iets mee te maken heeft, willen we niet zien. En dat is ergens ook te begrijpen natuurlijk, want die opvattingen maken deel uit van het dominante verhaal. We maken vrouwen weerbaar tegen mannelijk geweld en grensoverschrijdend gedrag. Die man zelf aanpakken doen we niet, want zo is die man nu eenmaal. Dat is zijn natuur. Fout, aldus Van Tricht, die pleit voor feminisme en emancipatie. We moeten jongens anders gaan opvoeden, schrijft hij, hun tonen dat ze ook een veelzijdig mens kunnen zijn in plaats van een enge man. Twijfelachtig Hoe lovenswaardig zijn opzet ook mag zijn, toch overtuigt Van Trichts boek niet helemaal. Dat de psyche van de man voor honderd procent een maatschappelijke constructie is die gekneed kan worden als een deegbal, is hoogst twijfelachtig. Nature en nurture gaan hand in hand en zoals altijd ligt de waarheid ergens in het midden. Bovendien zweeft zijn betoog ook een beetje doordat het historische verankering mist. Zijn er ooit tijden en culturen geweest waarin mannen anders waren? Als mannen altijd en overal mannen zijn geweest, is de kans immers bijzonder klein dat wij er opeens mensen van zouden kunnen maken. Waarom haalt Van Tricht bijvoorbeeld de fa’afafine van Samoa niet aan, jongens die van kleins af als meisjes opgevoed worden en daardoor niet alleen een ander genderbeeld vertonen, maar ook ander gedrag? Het had zijn verhaal zeker overtuigender gemaakt. Een goede aanzet dus, dit ‘Waarom feminisme goed is voor mannen’, maar ook niet meer dan dat. Jens van Tricht Waarom feminisme goed is voor mannen Atlas Contact; 160 blz. € 17,99 Recensenten van Trouw bespreken pas verschenen fictie, non-fictie, jeugdliteratuur en thrillers. Lees hier eerdere boekrecensies. Bron: Trouw ( 20 mei 2018) https://www.trouw.nl/cultuur/de-man...etend~a570f62a/ Eigen mening: Afgelopen weekend werd mijn (half-)broertje 7 jaar – eigenlijk een week vroeger al, maar toen was hij bij zijn moeder, dus vierden we het vorige vrijdag én zaterdag: dubbel feest! Terwijl ik dit typ wordt ik nog steeds omringt door de rondslingerende cadeaus – voornamelijk “jongenslego”, een skateboard, spidermanpak, Star Wars-prularia, …”- en kaarten met daarop verschillende jongensidolen waaronder Spiderman/Deadpool en Jedi’s. Quasi obligaat met verjaren is het “opsmossen” van verjaardagscenten in de speelgoedwinkel. Toen ik op een drafje doorheen de winkel getrokken werd – “ZUS! Daar is het jongensspeelgoed!” – viel het me op hoe het speelgoed nog steeds ingedeeld is in “jongens” en “meisjes”. Op zich lijkt me dit niet zo vreemd; genderneutraliteit verkrijg je niet van de ene op de andere dag. Doch viel me de reactie van mijn grootmoeder op toen ik even afdwaalde naar de boeken en het “meisjesspeelgoed”. Zij klonk eerder geschrokken wanneer ik mijn broertje een kook-en-eteke -een fornuis met speelgoed potten en pannen- aanbood. Zelf vond ik haar reactie best vreemd aangezien ze voor mij steeds jongensspeelgoed kocht. Meisjesspeelgoed deed me als kind niets; ik klom in bomen, speelde met draken en lego, ging skateboarden en inlineskaten, deed aan ninjutsu en verzamelde zowat alles van Pokémon en Harry Potter. Destijds ging ze mee in het feit dat een meisje met jongensspeelgoed wou spelen: waar ligt het verschil in een jongen die met meisjesspeelgoed wil spelen? In mijn ogen is hier de vaste rol van een jongen – “boys don’t cry” – merkbaar. Vrouwen mogen dan al vrijgevochten en stoer zijn, mannen kunnen blijkbaar (nog steeds) geen/zo min mogelijk emoties tonen. Ik ben het dan ook eens met Van Tricht. Jongens moeten op een andere, rustigere(?) manier opgevoed worden. Doch denk ik dat jongens altijd jongens zullen blijven – boys will be boys. Op verjaardagsfeestjes en speelpartijtjes zie je ook onderlinge verschillen tussen rustige kinderen/jongens en echte wildebrassen die in de gordijnen hangen als je even niet oplet. (Opgelet: ook bij meisjes zijn zulke verschillen in gedrag merkbaar, hoor!) Misschien dat genderneutraal speelgoed wel helpt om de veelzijdigheid van zowel jongens als meisjes naar voren te halen; jongens kunnen het huishouden doen en zorgzaam zijn, meisjes kunnen dingen repareren en zich volledig smijten in een sport. Ter illustratie van dit topic (dat al enkele jaren meegaat) een kleine playlist: The Cure – Boys don’t cry (1984): https://www.youtube.com/watch?v=9GkVhgIeGJQ Macho – Doe Maar (1987): https://www.youtube.com/watch?v=N1X...XI&pbjreload=10 Kinderen Voor Kinderen - Jongensdingen, meidendingen (2015): https://www.youtube.com/watch?v=Y9k3fup_Bm0 K3 – Prinsesje of superman (2017): https://www.youtube.com/watch?v=CTh5kG4ObKY |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 07:31. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.