Reportage atheïsme
Reportage Atheïsme
De niet-gelovige hoogleraar filosofie Mieke Boon tijdens de dienst in de Stiftskerk in Weerselo. Die bezoekt ze elke week. Ze is atheïstisch opgevoed en ongelovig gebleven. Toch gaat hoogleraar wetenschapsfilosofie Mieke Boon elke zondag naar de kerk. Hoe kan dat? Zondagmorgen. De voorzomerse tuin van Mieke Boon, aan de rand van Weerselo, heeft iets paradijselijks. De rododendronstruiken bloeien, het vingerhoedskruid reikt naar de lucht waaruit de ochtendnevel wegtrekt. Tussen de bomen door is de middeleeuwse kerk te zien waar we straks de dienst bij zullen wonen. Mieke Boon vertelt hoe ze als kind in een atheïstisch gezin opgroeide in een streng protestants dorp. Haar ouders versleten de gelovigen voor dom. “Ik niet, ik voelde wel een afkeer, maar ook fascinatie. Hoe konden ze geloven in God, wiens bestaan alle wetenschappelijk bewijs tegen zich had? Wat bezielde ze?” Nu is Mieke Boon 62 en zélf kerkganger. Terwijl ze nog steeds niet gelooft. Wat betekent een kerkdienst voor haar? Kun je dat niet elders net zo goed vinden? In de jaren negentig was Boon een veelbelovend chemicus – een professoraat lonkte, of het grote geld bij Shell. Maar ze sloeg een andere weg in. De rol van de chemische technologie in duurzaamheid, milieuschandalen en klimaat hadden haar belangstelling voor de filosofie gewekt. “Wat is mijn verantwoordelijkheid als ingenieur, hoe draagt mijn wetenschappelijk onderzoek bij aan oplossingen?” Als techniekfilosoof aan de universiteit Twente verdiepte Boon zich daarin en werd in 2012 alsnog hoogleraar, in de wetenschapsfilosofie. Kennis als een robot afleiden uit theorieën De scheikundige die filosoof werd: het markeert een omslag in haar denken. “Ik was een echte bèta die geloofde dat wetenschappelijke theorieën wáár zijn. Daar kon je als een soort robot alle andere kennis logisch of wiskundig uit afleiden.” Nu, als filosoof, legt ze de nadruk op de rol van de mens bij het ontwikkelen van die kennis. “Wetenschappelijke kennis komt niet uit de hemel vallen, ze is door ons, mensen, gemaakt. In het onderzoeksproces speelt gevoel wel degelijk een belangrijke rol – gevoelens zoals ‘dit klopt’, ‘dit deugt,’ ‘hier doe ik het voor,’ ‘dit is briljant’.” Wetenschapsfilosoof Boon wil ‘uitstijgen boven het idee dat objectiviteit en subjectiviteit elkaar uitsluiten.’ “Wat voor mijn vroegere zelf uitgesloten was, namelijk dat wetenschap en religie naast elkaar kunnen bestaan, is zo mogelijk geworden.” Ontwaken uit een dogmatische sluimer Boon liet zich hiervoor inspireren door de filosoof Immanuel Kant. “Hij stapte af van de overtuiging dat onze waarnemingen en kennis de werkelijkheid weerspiegelen. Hij noemde dat zelf zijn ‘ontwaken uit een dogmatische sluimer’. Voor mij is belangrijk dat Kant taal, ideeën en denkregels zag als raamwerken die onze waarnemingen en ervaringen in het gelid duwen. Domheid, zei Kant, is de theorie voor de werkelijkheid verslijten.” Als voorbeeld noemt ze de mechanicawetten van Isaac Newton. “Hij beschreef niet de werkelijkheid, maar schiep een theoretisch frame dat je over ervaringen van de werkelijkheid heen legt. Zo maken we betekenisvolle kennis waarmee we dan weer verder kunnen denken en doen. Maar wetenschap kan geen absolute zekerheid geven. Wel moet wetenschappelijke kennis voldoen aan waarden zoals relevantie, adequaatheid, betrouwbaarheid, begrijpelijkheid en transparantie. Hoe dat werkt, is Boon aan het verkennen. Het is een ‘experiment’ dat ze uitvoert door niet alleen naar die twee fenomenen te kijken, als een toeschouwer, maar vooral door eraan deel te nemen. ‘Betrokkenheid’, noemt Boon het. Ook in de kerk. Je eigen geest onderzoeken Haar religieuze zoektocht begon bij het boeddhisme. “Door alles wat ik daar heb geleerd – gevoel voor religie, traditie en ritueel – kon ik de volgende stap zetten, naar de christelijke praktijk.” Een inzicht dat ze door jaren meditatie opdeed, is dat ‘tussen iets weten of zelfs begrijpen en daadwerkelijk ervaren een gat gaapt’. “Je kunt wel lezen over meditatie, maar de ervaring doe je alleen op door het te doen. “Meditatie is je eigen geest onderzoeken. Zo worden onbewuste processen bewust, waardoor je gaat ervaren hoezeer ideeën en concepten in je hoofd bepalen hoe je situaties interpreteert en daar gevoelsmatig op reageert.” Wat Boon in boeddhistische meditatie ervoer, sloot naadloos aan bij wat Kant theoretisch had bedacht: dat het menselijk vernuft zo’n beslissende rol speelt in hoe we de wereld zien. Nonnen met blauw bloed In haar dorp richt ze nu haar betrokkenheid op de Stiftsgemeente. Het is tegen tienen, Boon pakt haar mobiele telefoon (‘voor de collecte’) en loopt haar huis uit, de Eikenlaan in. Het is een korte wandeling naar de zandstenen Stiftskerk. Buiten reikt de koster de liturgie en liedboeken uit. Binnen ademt alles traditie. Langs de wanden staan zerken uit het ‘cloester’, het stiftklooster voor nonnen met blauw bloed dat in de Reformatie protestants werd. In de gotische ramen getuigen de gebrandschilderde familiewapens van de adellijke historie. Ideeën creëren Wat het betekent om mee te zingen en te bidden als je niet gelooft? Boon: “Het bijzondere van ons, mensen, is dat we concepten, ideeën, woorden hebben gecreëerd van ‘iets’ dat je niet in de werkelijkheid kunt aanwijzen, zoals ‘democratie’ of ‘vrijheid’. Rond zulke ideeën bouwen we praktijken, zoals een staatsvorm die democratie en vrijheid praktisch invult. Net zo zijn religieuze praktijken opgebouwd, rond het ‘idee van God’, met rituelen en regels, teksten, dominees en kerkdiensten.” Zulke praktijken, zegt Boon, veranderen met de tijd. “Democratie kan versterkt of verzwakt worden, kan nieuwe inhoud krijgen, net zoals religie.” Ambivalentie in het menselijk bestaan Kerkgang is voor Boon het onderhouden van de religieuze praktijk. Met klokgelui en gebed. Zitten en staan. Luisteren en zingen. Het hoort er allemaal bij. Boon: “Ik vat God, Heer en de Geest van hierboven niet op als letterlijke beschrijvingen, ik zoek hun betekenis.” Die betekenis verdiept zich, zegt Boon, “door de verbinding met begrippen als mededogen, vergeving, rechtvaardigheid, schuld en schaamte, verlatenheid, eenzaamheid, barmhartigheid, toewijding, dankbaarheid, trouw, genade, vertroosting, en ziel”. Door het wekelijkse kerkbezoek vervlecht zich dat “met mijn eigen ervaringen van vreugde, pijn, verdriet en rouw, met het mooiste en hoogste dat je je kunt voorstellen en met alle ambivalentie in het menselijk bestaan”. Die serie begrippen, aldus Boon, vind je eigenlijk alleen in de kerk en nergens anders – niet bij een klimaatdemonstratie van XR, niet in de natuur, niet bij het humanisme. Stilte wordt onderschat Na de preek bidt de dominee, de gemeente bidt mee. Eén fase in dat gebed wordt onderschat, zegt Boon later: de stilte. “Dat is zó belangrijk, daar mogen predikanten wel wat meer tijd voor gunnen. Zij hebben hun gebedsintenties geformuleerd, daarna krijg ik in stilte de kans om aan mijn eigen dingen te denken, wat me bezighoudt of verdrietig maakt, aan mensen over wie ik me zorgen maak. Die noem ik dan.” Die ervaring is een andere dan die Boon kent uit de boeddhistische praktijk. “Daar richt je je vooral op de eigen geest. In de kerkdienst kijk je juist naar de wereld om je heen, met liedteksten, Bijbelteksten en uitleg die je nieuwe gezichtspunten bieden op je eigen ervaringen, gedachten en de vragen waar je mee rondloopt.” Het klinkt alsof de kerkelijke traditie Boon als gegoten zit. Toch past die haar niet helemaal. “Ik heb veel moeite met de geloofsbelijdenis: ‘Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde’. Die tekst reduceert een religieuze praktijk tot een aantal dogma’s waarin je moet geloven. Nou, daar ben ik te ongelovig voor.” Broze gemeenschap Tegen het eind van de dienst is het tijd voor de collecte. Boon scant de QR-code in het liturgieboekje en maakt een bedrag over voor ‘instandhouding Stiftsgemeente’. Vandaag zijn er 24 kerkgangers en dan is het nog druk dankzij de toeristen; de gemeente is broos. “Daar maak ik me zorgen over. De religieuze praktijk die rond het idee van God is opgebouwd, kan zomaar verdwijnen.” En dat zou zonde zijn. Boon: “Zoals zoveel progressieve, atheïstische mensen was ik individualistisch. Je moet het allemaal zelf doen, je bent voor alles verantwoordelijk, en onmacht is je eigen schuld. Dat vind ik nu te veel gevraagd van mensen. Kerken en religie hebben in dat opzicht veel te bieden, ze zijn goed voor het individuele welzijn én voor de maatschappij.” Dat brengt Boon tot een opmerkelijke slotsom. “Misschien dat je vooral naar de kerk moet gaan als je niet gelovig bent.” Bij de uitgang geven dominee en ouderling de bezoekers een hand en nodigen ze uit voor de nazit. Boon: “Beurtelings verzorgen we de koffie”. Aangeraakt Op de terugweg passeren fietsers die genieten van het Twentse landschap dat geurt naar bloesems en uitgereden mest. Lopend over de kinderkopjes naar huis vertelt Mieke Boon dat ze in de kerk telkens ‘aangeraakt’ wordt. “Dat vind ik een mooi woord, voor het ervaren van de verbinding met mensen om je heen, maar ook abstracter, met het grotere geheel, de geschiedenis, de traditie, de mensheid. “Als iemand uit de Stiftsgemeente is overleden, zingen we de volgende zondag: ‘Heer herinner U de namen, van hen die gestorven zijn, en vergeet niet dat ze kwamen langs de straten van de pijn’. Die tekst… Dan ben ik zomaar in tranen. Alle dierbaren, hun levens, hun vreugden en geploeter. Een diep en open gevoel van verbondenheid met mensen, hun grootheid en tekorten, met menselijk verlies, verdriet, en lijden.” Is dat genade? “Ik denk het wel.” Trouw, 09-06-2024 (Lodewijk Dros) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 20:56. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.