De grens tussen verdienste en hebzucht...
NU IKKE
GEEN wonder dat de dik 22 miljoen euro die Jan Coene rijker werd in zijn drie jaar bij Picanol, de volkse spotzucht prikkelen en zelfs al het onderwerp van quizvraagjes zijn. Het bedrag is zo groot als dat in het Antwerpse OCMW-'schandaal'. En het jaarinkomen van Coene ligt - zonder het wisselgeld uit andere mandaten - nog ietwat boven de inzet van de Superlotto waarmee de Nationale Loterij gisteren haar zeventigste verjaardag vierde. Coene won dus drie jaar na elkaar een dikke Superlotto. Voor gewone stervelingen is dat statistisch ondenkbaar... Spreken Vlamingen niet graag over wat op hun bankrekening belandt, ze houden elkaar wel in de gaten. Ze vinden snel dat anderen te veel en zijzelf te weinig verdienen. Zelfs over de schamele vijfduizend euro die Ramsey Nasr als Antwerpse stadsdichter krijgt, meende een krant te moeten beweren dat dat geld toch beter was gebruikt om er de kleine pensioentjes wat mee op te krikken. Coenes loon had meer dan duizend keer zoveel arme oudjes gelukkig kunnen maken. Deze krant noemde dat vorig weekend op zijn frontpagina kortweg ,,hebzucht''. Dat is niets te veel gezegd. Hoe krijgt een mens in godsnaam al dat geld besteed, zonder het door deuren en ramen buiten te gooien? De modale kleinverdiener kan zich daar niet zo meteen veel bij voorstellen. Wat niet wegneemt dat Coene een geweldige manager moet zijn. Caramba, zoals die man kan onderhandelen! Als hij zijn zaakjes fiscaal even kordaat heeft geregeld, valt hem niet bijster veel te verwijten. Het enige wat hij deed, was zijn marktwaarde verzilveren. En die marktwaarde wordt niet anders bepaald dan die van alle andere handelswaar. Zoals een populaire uitdrukking het zegt: het is wat de zot ervoor geeft. Mogelijke bezwaren zijn dan ook ethisch van aard. Valt het te verantwoorden dat één iemand meerdere honderden leeflonen tegelijk kan incasseren? Kan één individu dan zoveel meer verdienste hebben dan zijn medeburgers? Het zijn wat gevaarlijke vragen, omdat ze al snel gaan ruiken naar populisme en jaloezie. Toen hij Coene vorige week omwille van de Picanol-affaire de laan uitstuurde als Belgacom-voorzitter, vond zelfs de socialist Johan Vande Lanotte het te delicaat om daaraan een morele les of enige maatschappelijke bespiegelingen te koppelen. Rond de jaarwisseling had de toenmalige Vlaamse minister-president Bart Somers in interviews nochtans veel te mopperen over ,,de afgunstmaatschappij''. Hij klaagde daarmee een vermeende Vlaamse middelmatigheid aan, waardoor Vlamingen talent en ambitie in het bedrijfsleven - met uiteraard de bijpassende financiële snoepjes - meteen als verdacht zouden ervaren. Somers gaf dat discours inmiddels op. Met reden. Want Vlaanderen is allerminst egalitair en het valt dus reuze mee met wat het moreel zoal kan verdragen aan inkomensverschillen, armoede en ontoereikende solidariteit. De nog altijd toenemende maatschappelijke ongelijkheid is allerminst een prominent politiek thema. Toch bewijst de zaak-Coene dat daar een grens aan is. Trop is nu eenmaal te veel, en omgekeerd. Als onderhandelingstalent ontaardt in hebzucht, gaat loonvorming fel lijken op take the money and run . Dat is fnuikend voor de publieke moraal, het maatschappelijke vertrouwen, de sociale cohesie - en uiteraard ook voor het sociaal overleg. En het kan leiden tot een mentale corruptie die in de VS onder meer de schandalen rond WorldCom en Enron mogelijk maakte. Coenes incasseringsvermogen staat inderdaad in geen verhouding tot wat andere bedrijven voor gelijkaardige functies betalen. Niet het verschil in inkomen tussen managers en 'gewone' werknemers zorgde voor ophef bij het publiek, wel dat Coene buitensporig meer verdiende dan zijn collega's. Blijkbaar beseften de hoge heren bij Picanol dat ook. Coenes loonpakket kwam in alle geheimzinnigheid tot stand, zonder enige transparantie of corporate governance . Dat paste bij de slordigheidjes die het Vlaamse bedrijfsleven tegenwoordig wel vaker plagen, zeker wanneer het gaat om bonussen of de verhoudingen tussen aandeelhouders. De zaak-Coene kon deze proporties aannemen als gevolg van handjeklap in het old boys' network rond de Vlerick-managementschool. Ons kende ons. Coene was overigens tot vorige week voorzitter van de club van Vlerick-alumni. De school kon zopas trots melden dat ze in de jongste ranking van MBA-opleidingen is gestegen van nummer 47 tot de vijftiende plaats. Die rangschikking wordt bepaald door onder andere het succes van het netwerk rond de school en de mate waarin haar alumni hun salarissen zien stijgen. Het kan niet anders dan dat de Vlerick-school voor die sprong in de rankings veel te danken heeft aan het Picanol-avontuur van Jan Coene. 19/10/2004 Marc Reynebeau ©Copyright De Standaard |
Re: De grens tussen verdienste en hebzucht...
Citaat:
Uiteraard. Dat is nogal logisch dat topmanagers een pak meer verdienen dan werknemers. Ik kan niet begrijpen dat dit nu zo'n soap geworden is. Net alsof iemand zaken heeft met hoe een bedrijf z'n financiën verdeelt... Beloon diegenen die succesvol zijn. Het enige dat dit teweegbrengt is de 'rijke smeerlap'-reactie van sommige mensen. 't Was beter als de media eens iets kritisch schreef over de enorme dotaties die elk jaar aan onze koninklijke familie worden gegeven... want voor die kosten draaien wij WEL op. Voor dit niet, dus moei ik mij er niet mee. Of misschien een onderzoek naar de gigantische kosten die de overdreven bureaucratie in ons systeem met zich meebrengt... Of over de miljarden (jaja, miljarden) transfers die jaarlijks naar Wallonië vloeien... Of over de bedragen die jaarlijks moeten worden betaald om de uitbreiding van het staatsapparaat te bekostigen... Dat is waar ik mij zorgen over maak, omdat ik er rechtstreeks bij betrokken ben. Ik draai op voor de kosten van de hierboven genoemde voorbeelden... niet voor dat loon van die manager. |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 19:57. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.