‘Deze pijplijn is neokolonialisme van de zuiverste soort’
‘Deze pijplijn is neokolonialisme van de zuiverste soort’
TotalEnergies en de Oegandese regering willen in het Murchisonnatuurpark een olieveld en een 1.500 kilometer lange pijpleiding aanleggen. Milieuactivisten waarschuwen voor een natuurramp en klagen aan dat voor 100.000 onteigende mensen de armoede lonkt. ‘We worden uit onze huizen gejaagd als slaven.’ In 2006 ontdekten geologen aan de Oegandese kant van het Albertmeer een groot oliereservoir van 6,5 miljard vaten. Zes jaar later begon de Franse oliegigant Total – ondertussen TotalEnergies – in dat gebied met de aanleg van een olieveld dat zal bestaan uit 34 platformen en in totaal 400 olieputten. Tien van die platformen – goed voor 132 putten – zullen gebouwd worden in het Murchison Falls-natuurpark. Het is de bedoeling dat TotalEnergies het grootste olieveld zal exploiteren: het zogenaamde Tilenga-gebied. Een kleiner veld, Kingfischer, is in handen van de Chinese multinational CNOOC. Vanuit dit oliegebied zal een 1.445-kilometer lange pijpleiding vertrekken die dwars door Oeganda en een deel van Tanzania loopt en uitkomt in de haven van Tanga. Vanwege de stroperige olie moet deze ondergrondse East African Crude Oil Pipeline (EACOP) voortdurend op een temperatuur van 50 graden verwarmd worden. De EACOP is voor 62 procent in handen van TotalEnergies, het Chinese CNOOC heeft 8 procent, Oeganda en Tanzania hebben elk een minderheidsaandeel van 15 procent. Bedoeling is dat er vanaf 2025 150.000 olievaten per dag door de EACOP gaan stromen. Volgens de ngo Les Amis de la Terre France doorkruist de pijpleiding meer dan 400 dorpen waardoor 31.000 mensen hun huizen moeten verlaten. In totaal worden volgens de organisatie 100.000 mensen onteigend van hun huis of landbouwgrond. Onderzoekster Juliette Renaud wijst op de volgens haar desastreuze ecologische impact van het project: ‘Dat er meer dan honderd olieputten in een beschermd natuurpark als Murchison Falls geboord worden, is stuitend. Olieboringen brengen altijd het risico op lekkage, rookontwikkeling en afvalwater met zich mee. De rijke biodiversiteit van dit gebied is erg kwetsbaar. De habitat van onder andere olifanten, giraffen en nijlkrokodillen zal fataal verstoord worden. 50 procent van de vogelsoorten en 39 procent van de zoogdieren die op het Afrikaanse continent voorkomen, zijn vertegenwoordigd in dit park. Maar ook voor de bevolking zijn de gevaren groot: 30 procent van de visvangst in Oeganda gebeurt op het Albertmeer.’ Renaud zegt dat er in het park ook nieuwe wegen aangelegd zullen worden waarop dagelijks tweeduizend vrachtwagens en terreinwagens passeren. ‘We vrezen dat wilde dieren zoals olifanten het park zullen ontvluchten. Dat is dan weer slecht nieuws voor boeren van wie de velden vertrappeld zullen worden.’ Ook de bekende Amerikaanse ecologist Bill Mc Kibben kloeg in The New Yorker de onverantwoorde houding van TotalEnergies en de Oegandese regering aan: ‘Het voorgestelde traject lijkt gekozen om zo veel mogelijk dieren in gevaar te brengen.’ Geen maniok en bananen meer De olieontginning en de EACOP leiden niet alleen in het Murchison Falls-park tot milieugevaren. De pijpleiding loopt in de buurt van kwetsbare waterbekkens zoals het Victoriameer in Oeganda en het Tanganyika-meer in Tanzania. Een deel van het traject gaat door aardbevingsgevoelige regio’s. Renaud: ‘Ik mag er niet aan denken dat er zich in de buurt van het Victoriameer een lek zou voordoen. Dan komt niet alleen een prachtig meer in gevaar, maar ook de drinkwaterbevoorrading van 40 miljoen Oegandezen.’ Oegandese activisten hebben zware kritiek op de manier waarop TotalEnergies en de nationale overheid zo’n 100.000 mensen onteigenen. Kayinga Muddu Yisito van de ngo Community Transformation Foundation Network (COTFONE) zegt dat de getroffen gezinnen het wettelijke recht hebben om op hun gronden te telen tot er een vergoeding wordt uitgekeerd. ‘Maar in de realiteit is dat niet het geval. Zodra de overheid besliste dat hun eigendom onteigend zou worden, kregen de getroffenen te *horen dat ze voortaan alleen nog seizoensgewassen mochten telen. Andere gewassen zoals maniok en bananen mochten niet meer verbouwd worden. Maar laat dat nu de producten zijn die in Oeganda als basisvoedsel gelden en ook het meest geld opleveren op de markt. Zij die zich niet aan dit gebod houden, krijgen bezoek van agenten en worden afgedreigd. Deze aanpak bedreigt duizenden gezinnen in hun bestaan: mensen moeten terugvallen op één maaltijd per dag en lijden honger, ouders kunnen het schoolgeld niet meer betalen en halen hun kinderen van school, huwelijken worden uitgesteld omdat de bruidsschat niet betaald kan worden, hospitaalbezoeken zijn te duur en worden uitgesteld.’ Diana Nabiruma van het Africa Institute for Energy Governance (AFIEGO) zegt dat TotalEnergies de afgelopen weken is begonnen met het uitbetalen van schadevergoedingen. ‘Maar het gebeurt op kleine schaal en het bedrag verschilt erg van regio tot regio. Gemeenschappen worden tegen elkaar uitgespeeld. Dit is een spelletje verdeel-en-heers geworden. Willekeur heerst. Bovendien werd het bedrag van de compensaties al vastgelegd in 2018. We zijn vier jaar later en er wordt amper rekening gehouden met de verliezen die voortkwamen uit het feit dat mensen hun eigendom niet meer vrij mochten gebruiken.’ Kritische activisten die de komst van het olieproject aanvechten, staan onder zware druk en werden het slachtoffer van intimidaties en geweld. In februari pleegden onbekenden een overval op het kantoor van Kayinga Muddu Yisito. ‘Behalve pc’s, tablets en een smartphone werden ook vertrouwelijke documenten over de pijpleiding gestolen, en dan vooral klachtendossiers van gedupeerden van het EACOP-project waarmee we naar de rechtbank wilden stappen. In de weken voor de inbraak waren er al anonieme doodsbedreigingen. De inbrekers probeerden ook binnen te dringen in mijn privéwoning maar buren slaagden erin ze weg te jagen.’ Voor zijn moed en ‘uitmuntende bijdrage aan de bescherming van de mensenrechten in zijn gemeenschap’ werd Kayinga Muddu Yisito dit jaar genomineerd voor de Mensenrechtenprijs van de EU-delegatie in Oeganda. ‘We maken ons veel zorgen over de veiligheid van de activisten die kritische vragen stellen over het olieproject van TotalEnergies in Oeganda en Tanzania’, zegt Renaud. ‘Franse collega’s die voor onderzoek in Oeganda waren, kregen bedreigingen en moesten zich op een bepaald moment schuilhouden. Op een radiostation werd zelfs opgeroepen om die onderzoekers op te jagen en over te leveren aan de politie. Eind vorig jaar nodigden wij twee Oegandese experts uit om te komen getuigen op een proces dat in Frankrijk tegen TotalEnergies loopt. Na hun terugkeer in Oeganda werden ze opgepakt en ondervraagd. Daarna leefden zij een tijdje ondergedoken. De afgelopen maanden namen de bedreigingen en het geweld almaar toe: bureaus van ngo’s moeten op bevel van de autoriteiten sluiten, activisten krijgen dreigtelefoons, er wordt ingebroken in hun kantoren.’ Nabiruma: ‘De verantwoordelijken van TotalEnergies weten heel goed dat ze samenwerken met een repressief regime dat hard optreedt tegen kritische stemmen. Dat maakt hen op zijn minst medeplichtig.’ In mei 2021 werden ook de Italiaanse journaliste Frederica Marsi en de Oegandese activist Maxwell Atuhura opgepakt toen ze in de buurt van het Albertmeer mensen aan het interviewen waren die voor het TotalEnergies-project onteigend zouden worden. Ze werden later zonder aanklacht vrijgelaten met het bevel de regio onmiddellijk te verlaten. In november 2021 blokkeerden Oegandese agenten zelfs een officiële missie van EU-diplomaten. De diplomaten hadden nochtans een officiële toestemming van het Oegandese ministerie van Buitenlandse Zaken, maar toen ze zich in de regio van de olieontginning aan lokale autoriteiten voorstelden, kregen ze te horen dat ze het gebied meteen moesten verlaten en naar de hoofdstad Kampala moesten terugkeren. Intimidatie en agressie Begin dit jaar tekenden vier speciale VN-rapporteurs gezamenlijk protest aan tegen de gewelddadige praktijken van de Oegandese overheid tegen activisten en journalisten. ‘Deze daden lijken deel uit te maken van een breder patroon van intimidatie en agressie op organisaties die zich zorgen maken over de mensenrechtenproblemen die voortkomen uit de olie-en gasprojecten.’ Om de olie-installaties nabij het Albertmeer te beveiligen, ontplooide Oeganda een nieuwe mountainbrigade in de regio. ‘De militairen van deze eenheid kregen hun opleiding van het Franse leger’, zegt onderzoeker Kristof Titeca van de Universiteit Antwerpen. ‘Oeganda doet enorme inspanningen om TotalEnergies ter wille te zijn om de raffinaderij en de pijpleiding te bewaken. Deze door Fransen getrainde mountainbrigade is eerder dit jaar een operatie begonnen in Congo tegen de rebellen van de Allied Democratic Forces die het als een bedreiging ziet voor de olie-installaties.’ Maar deze operatie heeft ook regionale gevolgen: Rwanda maakt zich bijzonder zenuwachtig over de almaar groeiende invloed van Oeganda. Om het zekere voor het onzekere te nemen namen TotalEnergies en zijn Chinese partner CNOOC ook het bewakingsbedrijf Saracen onder de arm dat volgens Le Monde voor dit project 1.500 bewakers rekruteerde. Saracen is in handen van de gepensioneerde generaal Salim Saleh, de machtige halfbroer van president Museveni die in een vorig leven controversiële militaire operaties leidde en door de VN-veiligheidsraad beschuldigd wordt van het plunderen van Congolese grondstoffen. Titeca: ‘President Museveni heeft de oliemiljarden nodig om zijn regime in stand te houden. Hij kan zich geen slabakkende economie veroorloven: 80 procent van de Oegandezen is jonger dan dertig. Velen van hen zijn gefrustreerd door de corruptie en het gebrek aan kansen. Museveni’s grote vrees is dat er een soort Arabische lente komt die zijn regime omverwerpt. Met smeergeld houdt hij een middenkader tevreden dat moet maken dat de rest van de bevolking zich koest houdt. Zeker in de aanloop naar de verkiezingen heeft Museveni veel geld nodig om uit te delen.’ Maar ook voor TotalEnergies is het cruciaal dat het miljardenproject geen vertraging oploopt. Onderzoekers van de Congo Research Group van de New York University wijzen erop dat de olievoorraden van TotalEnergies in andere Afrikaanse landen als Gabon en Angola aan het slinken zijn. Minstens even belangrijk is het trauma dat het bedrijf opliep toen een miljardeninvestering in het Mozambikaanse Cabo Delgado in gevaar kwam door een rebellenoffensief. ‘Zowel de Oegandese regering als TotalEnergies wil een scenario als in Cabo Delgado vermijden en daardoor investeren ze zwaar in veiligheid.’ Titeca: ‘TotalEnergies heeft al zoveel miljarden in het Oegandees-Tanzaniaanse project geïnvesteerd. Voor hen mag dit niet fout lopen.’ Dat verklaart waarom de Franse president Emmanuel Macron en zijn diplomatieke machine er alles aan doen om optimale relaties met het Museveni-regime aan te knopen. Toen Yoweri Kaguta Museveni zich vorig jaar na omstreden verkiezingen als winnaar uitriep, was Macron de enige Europese leider die ongeremd positief reageerde. ‘Ik hoop dat we de vriendschap tussen onze twee landen nog kunnen verdiepen en dat we een vertrouwensrelatie kunnen handhaven waardoor we onze wederzijdse politieke en economische belangen verder kunnen uitbouwen.’ Onder andere omdat Oegandese agenten tijdens de campagne meer dan vijftig burgers hadden gedood, hielden de overige Europese diplomaten zich op de vlakte. Hoewel TotalEnergies de volle steun krijgt van Museveni en Macron, is het niet uitgesloten dat het project toch nog kapseist. In Frankrijk begonnen zes ngo’s een proces dat in het hoofdkwartier van de oliegigant voor onrust zorgt. De klacht is gebaseerd op een wet van 2017 die bepaalt dat Franse bedrijven bij buitenlandse investeringen voorzorgen moeten nemen ommensenrechten, sociale normen en milieuregels te vrijwaren. Na een lange aanloop gaat dit proces op 12 oktober van start. Wetgeving rond ecocide Nog een kopzorg voor TotalEnergies is de campagne StopEacop die banken en verzekeringsmaatschappijen probeert te overhalen zich terug te trekken uit het olieproject in Oeganda en Tanzania. Met het nodige succes: tot nog toe trokken elf banken waaronder BNP Paribas en drie verzekeringsbedrijven zich terug uit de miljardeninvestering. Nabiruma: ‘De bottomline is dat dit soort milieuvervuilende en klimaatverstorende projecten niet meer van deze tijd is. Dit project zal tot een extra CO2-uitstoot leiden van 34,3 miljoen ton per jaar, wat meer is dan de gezamenlijk uitstoot van Oeganda en Tanzania samen. De belangrijkste reden waarom ze denken dat dit project wél kan doorgaan, is dat machtige politici en bedrijven er nog steeds van uitgaan dat ze ongestraft over de rug van zwakke mensen mogen walsen. Daarin zouden ze zich wel eens kunnen vergissen.’ Kayinga Muddu Yisito: ‘Weet u, eigenlijk is dit neokolonialisme van de zuiverste soort. Het is een Frans bedrijf dat beslag legt op onze olie, ons milieu en ons klimaat. Als slaven worden wij beroofd en uit onze huizen gejaagd. Dit is meer dan ooit het moment om bij het Internationaal Strafhof de wetgeving rond ecocide in te voeren. Misschien is dat het enige wat Afrikaanse presidenten en westerse ceo’s zal afschrikken: de kans dat zij vroeg of laat in Den Haag in de beklaagdenbank belanden om zich te verantwoorden voor de vernietiging van het milieu.’ Reactie TotalEnergies In een reactie op de kritiek op zijn olieproject in Oeganda en Tanzania stelt TotalEnergies dat de milieu-impact in het natuurpark van Murchison Falls minimaal is. ‘De grote meerderheid van de olieputten bevindt zich buiten het natuurpark. De installaties nemen niet meer dan 0,05 procent van de oppervlakte van het park in beslag.’ Het energiebedrijf maakt zich sterk dat het project ‘een netto-positief effect zal hebben op de biodiversiteit’ en belooft onder andere ‘dat het zal investeren in het herstel van wouden waardoor het aantal wilde dieren als chimpansees, neushoorns, leeuwen en olifanten zal toenemen.’ Op de kritiek dat duizenden mensen onrechtvaardig behandeld werden bij de onteigening van hun woningen of gronden zegt TotalEnergies dat de procedures wél correct verlopen en dat er in afwachting van compensaties geen enkele beperking op het eigendomsrecht werd opgelegd. Wel geeft het bedrijf toe dat de onteigeningsprocedures door de covidpandemie vertraging opliepen ‘maar daarvoor werd een extra compensatie uitbetaald van 15 procent per jaar’. In het gebied waar de olie wordt opgepompt, zou bovendien al 86 procent van de betrokken personen een compensatie hebben gekregen. Velen zouden een extra tegemoetkoming in natura hebben gekregen in de vorm van voedselhulp. Over het feit dat meerdere milieuactivisten en journalisten bedreigd en opgepakt werden, zegt TotalEnergies dat ‘het geen enkele bedreiging van of aanval tegen geweldloze mensenrechtenverdedigers accepteert’. ‘De ceo van TotalEnergies schreef een brief aan de Oegandese president waarin hij zijn bekommernis uitte over de mensenrechten en de persvrijheid en oproept tot een open dialoog met de betrokkenen.’ TotalEnergies wijst erop dat lang niet alle Oegandezen zich tegen het olieproject kanten. ‘Er zullen altijd tegenstanders zijn van dit project en het is makkelijk om hen in de schijnwerpers te zetten. Maar een grote meerderheid van de Oegandezen staat positief tegenover dit project en beseft dat het de levenskwaliteit zal verbeteren.’ DS, 3007-2022 (Koen Vidal) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 05:37. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.