Een opmerkelijke coalitie voor meer overheid
Een opmerkelijke coalitie voor meer overheid
Vreemd dat net conservatieven en liberalen overheidsinmenging bepleiten in de integratiesector, vindt Stijn Oosterlynck. Of het nu gaat om voetbalrelletjes na een overwinning van het Marokkaanse elftal, het dragen van religieuze tekens op school of de taalkennis van nieuwkomers, samenleven in diversiteit is altijd goed voor een verhit publiek debat. Na decennia van polarisatie is dat debat zo explosief geworden dat de overheid het thema steeds meer uit handen van het middenveld neemt en naar zich toe trekt. Die toenemende overheidsgreep op samenleven in diversiteit ontstaat in een opmerkelijk samenspel tussen conservatieve nationalisten, liberalen en extreemrechts. De Vlaamse ministerraad keurde eind vorige maand haast ongemerkt een nieuw ontwerpdecreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk goed. Dat decreet regelt het kader voor subsidies aan sociaal-culturele verenigingen. Het ontwerp bevat een door de sector sterk gecontesteerde regel die organisaties van etnisch-culturele minderheden viseert. De nieuwe regel stelt dat initiatieven die ‘segregerend werken door zich louter terug te plooien op etnisch-culturele afkomst’ geen subsidies meer krijgen van de Vlaamse overheid. Vertrekken vanuit de eigen identiteit hoeft helemaal niet tot segregatie te leiden, maar die vaststelling spoort niet met de ideologie van de huidige beleidsmakers. Nochtans geeft de bevoegde minister Jan Jambon (N-VA) desgevraagd aan dat er op dit moment geen gesubsidieerde organisaties zijn die de nieuwe regel overtreden. Meer nog: het behoort tot de kerntaken van sociaal-cultureel werk om (groepen) mensen met elkaar in contact te brengen. Daar hoeft geen decreet voor te worden aangepast. Assimilatie Dat wantrouwen tegenover sociale organisaties die werken rond integratie en samenleven in diversiteit neemt al enige tijd toe. Politici beschouwen die thema’s als politiek zo gevoelig dat ze – tegen alle tendensen van liberalisering in – via de overheid almaar dieper ingrijpen in de burgersamenleving. In 2013 werd de hele integratiesector – tot dan toe een middenveldsector – door toenmalig bevoegd minister Geert Bourgeois (N-VA) ‘verstaatst’. De huidige minister van Binnenlands Bestuur, Bart Somers (Open VLD), zegde het Minderhedenforum de wacht aan. Wilde het zijn subsidies niet verliezen, dan mocht het niet langer functioneren als koepel van etnisch-culturele zelforganisaties. Het mocht niet langer inzetten op belangenverdediging, maar wel op samenleven in diversiteit. Somers greep in op de samenstelling van de bestuursorganen. Vandaag probeert de overheid haar greep verder te versterken door het recht op verenigen vanuit een specifieke visie op samenleven in diversiteit enger te omkaderen. Die poging om de greep op het middenveld te versterken ontstaat vanuit een opmerkelijk samenspel tussen liberale en conservatieve nationalistische politici, die op andere terreinen meestal geen voorstander zijn van meer overheidsingrijpen. Ze worden daarbij aangevuurd door het extreemrechtse Vlaams Belang, dat in de vorige regeerperiode regelmatig in gelijkaardige bewoordingen de subsidies voor etnisch-culturele organisaties onder vuur nam. Uiteraard zitten er verschillende ideologieën achter die opvallende eensgezindheid. Waar conservatieve nationalisten naar assimilatie neigen en organisaties van etnisch-culturele minderheden vaak zien als een afwijzing van het bestaande Vlaamse verenigingsleven, zien liberalen emancipatie als een individueel proces waarbij nieuwkomers zich losmaken van hun etnisch-culturele groep en eigen keuzes maken. Het effect is hetzelfde: de mogelijkheid tot groepsemancipatie van etnisch-culturele minderheden wordt afgewezen. Wantrouwen De liberale ideologie heeft geen oog voor de machtsongelijkheid in de samenleving, waarbij etnisch-culturele minderheden onder meer inzake arbeid, huisvesting en onderwijs een ondergeschikte positie innemen. De nood die daaruit ontstaat om zich als groep te organiseren, is de blinde vlek van de liberale ideologie. Het wantrouwen tegenover etnisch-culturele zelforganisaties weerspiegelt de historische amnesie van de Vlaamse conservatieve nationalisten, die zelf het product zijn van zulke organisaties. Verenigingen oprichten om een plaats te hebben waar je je thuisvoelt en je belangen verdedigd weet, is bovendien een oer-Vlaamse traditie. De manier waarop burgers met een migratieachtergrond zich organiseren is volop in beweging. Hun toenemende aandeel in de middenklasse vertaalt zich in meer sociaal ondernemerschap en in eigen middenveldinitiatieven die minder lijken op de klassieke etnisch-culturele zelforganisaties. Dat is positief, maar zeker voor nieuwkomers blijft de etnisch-culturele zelforganisatie een onontbeerlijk instrument voor integratie in de nieuwe samenleving. Aansturing vanuit de overheid blijkt dus niet nodig te zijn. Eerdere pogingen om politiek te interveniëren liepen bovendien fout af. Denk maar aan het debacle met Sihame El Kaouakibi, die het model van sociaal ondernemerschap en individuele mobiliteit belichaamde dat veel politici verkiezen en die ze daarom overstelpten met subsidies en aandacht. Laat de overheid zich maar bescheiden opstellen en de burgers en hun organisaties ondersteunen zodat die zelf vorm kunnen geven aan het organisatieweefsel en bruggen kunnen slaan naar anderen. Het is aan het parlement om dat ontwerpdecreet bij te sturen. Stijn Oosterlynck, hoogleraar stadssociologie (UAntwerpen) DS, 14-12-2022 |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 18:31. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.