Stel dat Jean-Luc Dehaene zich zou schamen...
Stel dat Jean-Luc Dehaene zich zou schamen...
Stijn Meuris kruipt in dit artikel even in de pen van Jean-Luc Dehaene. Stel dat hij zich zou schamen, hoe zou Dehaene dat verwoorden? Onderstaande tekst past in een speciaal themanummer van DS Weekblad, in samenwerking met NTGent, over 'schaamte'. Steun Meuris schreef deze tekst. Hij doet alsof hij Jean-Luc Dehaene is en zich schaamt. Ik, Jean-Luc Dehaene, voormalig christendemocratisch premier, ik schaam me. Het heeft me enige tijd gekost en tal van diepmenselijke overwegingen, maar het moment is gekomen om me publiekelijk te excuseren voor enkele van mijn recente handelingen en activiteiten. Het vergt moed om tot een dergelijke conclusie te komen. Maar zoals gezegd: ik schaam me. Lange tijd heb ik in de veronderstelling geleefd dat het moreel doenbaar was om na een lange politieke carrière, tijdens dewelke ik me met veel overtuiging heb ingezet voor het land en zijn bewoners, mijn invloed aan te wenden voor het nut van enkele ondernemingen. Dat was fout, zo constateer ik nu. Let wel: de aantrekkingskracht was groot en de manier waarop die ondernemingen lieten blijken hoezeer ze mijn mandaten als medebestuurder apprecieerden, leidde ertoe dat ik met graagte inging op hun aanbod. Bovendien zag ik voor mezelf nog een loopbaan weggelegd om mijn diensten aan te bieden aan de maatschappij. Aan een maatschappij, excuseer. Of aan meerdere maatschappijen. Grote, dure en lucratieve maatschappijen. Het vlees was zwak en de verleiding groot. Vandaar dat ik de weerzin meen te begrijpen die eerder deze week opwelde toen bekend werd dat ik tussen de 3 en 4 miljoen euro heb verdiend door mijn aandelenopties van brouwerij AB Inbev te verzilveren. Ik zeg wel degelijk ‘tussen de 3 en 4 miljoen euro’, omdat ik misschien nog even wacht om de verloning effectief te innen. Het precieze bedrag ken ik niet. De beurskoers gaat immers nog steeds in stijgende lijn, allicht is het beter om nog een tijdje te wachten. Hoe dan ook, het betreft een aanzienlijke som. Dat bedrag - noem het een extralegaal cadeautje voor bewezen diensten - komt uiteraard bovenop het honorarium dat ik ontving als onafhankelijk bestuurder van datzelfde AB Inbev. In totaal moet mijn engagement voor de Leuvense bierbrouwer me toch al snel een handvol miljoenen hebben opgeleverd. U vraagt zich dan ook terecht af of ik überhaupt verstand heb van pilsbieren en gistprocessen. Dat is niet zo. Dat was ook nooit de bedoeling. De bedoeling was dat ik in de raad van bestuur zetelde, niet wegens mijn brouwtechnisch vernuft, dan wel om zo nu en dan de fysieke link met Brussel en met andere bedrijven uit de sector te vertegenwoordigen. Men zou zoiets belangenvermenging en oneigenlijk gebruik van politieke macht kunnen noemen. Ook dat verwijt is terecht en ook daarvoor schaam ik mij. Het herhaaldelijk verhogen van de bierprijzen voor de consument - zogezegd wegens de immer stijgende grondstofprijzen - en het toestaan van een verloning van 135 miljoen euro voor ceo Carlos Brito (wat meteen die prijsverhogingen noodzakelijk maakte) is mede door mijn mandaat veroorzaakt. Enigszins eenvoudig gesteld: de dorst van de consument heeft ervoor gezorgd dat zowel de heer Brito als mijn collega-bestuurders en ikzelf onszelf dergelijke vergoedingen en bonussen konden uitkeren. Opnieuw een reden tot schaamte en excuus. Al is een kleine nuancering misschien toch op haar plaats: het verschil tussen mijn 4 miljoen en de 135 miljoen van de heer Brito is aanzienlijk. Vandaar dat mijn schaamte allicht iets kleiner is dan die van Brito. Hij heeft echter nog geen excuses uitgesproken - en ik ben niet gemachtigd om dat in zijn plaats te doen - maar het zet een en ander toch in perspectief. Niettemin, ik schaam me. Zeker in het kader van de code op degelijk bestuur is het verzilveren van mijn aandelenpakket crapuleus te noemen. Alleen door het argument in te roepen dat AB Inbev die code altijd naast zich heeft neergelegd, zou ik mezelf kunnen goedpraten. Dat doe ik dus niet. Ik ben me er ten zeerste van bewust dat het onbetamelijk is om als voormalig frontman van een breed gedragen christelijke partij die sociaalvoelendheid, rechtvaardigheid, arbeidsethos en een mate van soberheid hoog in het vaandel droeg, dergelijke financiële excessen te aanvaarden. En toch is dat precies wat ik heb gedaan: ik heb me laten leiden door het vooruitzicht op vele miljoenen. Ik besef dat dit indruist tegen de waarden van mijn ideologie. Net zoals ik besef dat vele aanhangers van mijn partij mij zullen beschouwen als een onbetrouwbaar en geldhongerig machtspersoon. Dat besef doet pijn, maar het is een pijn die ik dien te dragen. Anders heeft een geldhongerig machtspersoon geen leven meer, dat begrijpt u ongetwijfeld. Velen vragen zich af hoe een voormalig premier die niet blind is voor de steeds zwaarder wordende kostprijs van het dagelijkse bestaan, zulke bedragen inschat. Is zo iemand nog in staat om voeling te hebben met de bevolking, met de samenleving? Ik zal eerlijk zijn: die voeling ben ik inderdaad kwijt. Dat verliep volgens een langzaam maar onvermijdelijk proces. Gaandeweg werd ik blind voor de werkelijke waarde van geld. Zelfs het door ons politici vaak geciteerde concept ‘de crisis’ is me ontglipt. Ik heb geen idee. Maar zo mogelijk nog erger: in de loop der jaren ben ik de gewone man als verwaarloosbaar gaan beschouwen. Dat vloekt uiteraard met de vele slogans die mijn partij destijds bedacht om de band met de burger te accentueren. ‘Midden de mensen’ en ‘Samen werkt’ waren leuzes die ik destijds kon onderschrijven. Heel even, voornamelijk in periodes waarin de kloof met de bevolking gedicht diende te worden. Maar ik schaam me: onmiddellijk na het bereiken van het gewenste aantal stemmen bleken die slogans hol te zijn. Ik heb me nooit daadwerkelijk midden de mensen bevonden. Ik bevond me een stuk boven hen en ik voelde me daar, toegegeven, niet slecht bij. Maar nu dus wel. Vandaar: mea culpa. Uitgerekend ik, die tot in den treure zei dat ik het probleem zou oplossen wanneer het zich stelde, ben tot de conclusie gekomen dat het probleem zich nu stelt. En dus zal ik het oplossen. Dat aandelenpakket van AB Inbev zal ik inderdaad incasseren. Het zou zonde zijn om het te laten liggen. Maar een gratis vat voor de verbouwereerde bevolking, dat moet er een dezer dagen wel vanaf kunnen. Kom, drinkt er allemaal ene van mij. Deze tekst is van de hand van Stijn Meuris en past in een speciaal themanummer van DS Weekblad over 'schaamte'. Wat zou Jean-Luc Dehaene vertellen als hij zich zou schamen om het geld dat hij bij AB Inbev verdient? In hetzelfde nummer kruipt Walter Van Steenbrugge in de huid van Barack Obama en Oscar Van den Boogaard doet alsof hij Lesley-Ann Poppe is en zich schaamt. De Standaard en NTGent hebben zich voorgenomen om twee keer per jaar de Grote Gevoelens van deze tijd te peilen. We denken dat de wereld pas echt te begrijpen is voor wie de grote gevoelens begrijpt. En we denken dat we die gevoelens beter kunnen begrijpen als ook theatermakers ermee aan de slag gaan. zondag 06 mei 2012, 05u00 Bron: ds weekbladAuteur: bbd Bron ‘Schaamte’, een woord dat niet in het woordenboek staat van meneer Dehaene. Ik betwijfel het bovendien ten zeerste of Dehaene al ooit van de woorden ‘rechtvaardigheid’ en ‘solidariteit ‘ heeft gehoord, om er nu maar twee lukraak op te noemen. Verder verbaast het me dat CD&V zich nog niet heeft gedistantieerd van Jean-Luc Dehaene, ik kan me niet voorstellen dat die partij nog wilt geassocieerd worden met deze persoon, en stel me dan ook vragen bij deze passieve houding. Hulde aan Stijn Meuris om dit scherpe artikel te schrijven over één van Belgiës grootste crimineel die nog vrij rondloopt. Toch vind ik het jammer dat deze tekst niet uit de pen van meneer Dehaene zelf kwam, aangezien een schaamtebetuiging nu wel op zijn plaats zou zijn. |
Dehaene geeft bonus van 3 miljoen euro niet aan
Dehaene geeft bonus van 3 miljoen euro niet aan
In zijn inkomstenverklaring, waartoe alle Europarlementsleden verplicht zijn, rept Jean-Luc Dehaene (CD&V) met geen woord over de bonus (3 miljoen euro waard) die hij vangt als voormalig bestuurder van biergigant AB InBev, zo schrijft onze zusterwebsite Le Vif. Twee organisaties, Alter-EU en FoEE, die ijveren voor transparantie inzake lobbying, binden de kat de bel aan door dit te laten weten aan de voorzitter van het Europees Parlement, de socialist Martin Schulz. Volgens de nieuwe regels van de Gedragscode van het Europees Parlement moeten parlementsleden hun inkomstenverklaring aanpassen als er een wijziging komt in hun inkomsten. En dat heeft Jean-Luc Dehaene niet gedaan, zo blijkt uit officiële documenten. Ook al is er speciaal daarvoor ruimte voorzien, onder 'Financiële belangen'. Volgens ALter-EU had Dehaene zijn financiële belangen bij AB InBev moeten aangeven, alvorens de bonus op te strijken. "Dat is voorzien in artikel 1 van de Gedragscode. Het gaat bovendien niet om een te verwaarlozen inkomensstijging. Het spreekt voor zich dat er gevaar is voor belangenvermening tussen deze royale vergoeding en zijn werk als Europarlementslid." De beide organisaties brachten de voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schulz, op de hoogte van dit gebrek aan transparantie. Jean-Luc Dehaene's weigering om zijn bonus aan te geven, is sprekend op het moment dat de Europese instellingen meer transparantie willen inzake lobbying en belangenvermenging, zo klinkt het nog. Knack, 16-05-2012 (TD/SD) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 00:03. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.