‘Het vooruitgangsgeloof is in ons gezicht ontploft’
‘Het vooruitgangsgeloof is in ons gezicht ontploft’
Waarom veel Nederlanders het liefst een rechts kabinet zien? Volgens Gabriel van den Brink is het te veel over markt en macht gegaan en is de moraal uit het oog verloren. Wilders speelt daar slim op in. Het vooruitgangsgeloof is ‘in ons gezicht ontploft’, concludeert filosoof en socioloog Gabriel van den Brink. Liberale en linkse politici hebben decennialang de oeroude waarden van de mens ontkend, of als achterlijk afgedaan. Zij begrijpen niet dat Geert Wilders de meeste stemmen heeft gekregen. De Tilburgse emeritus hoogleraar Gabriel van den Brink bestudeert al vijftig jaar de Nederlandse samenleving. Eerst als filosoof, later ook als historicus en socioloog. Hij zag de kloof almaar groter worden tussen een elite die gelooft in de moderniteit, en ‘gewone’ mensen die aan tradities vasthouden. Ze snappen elkaar niet meer, constateert hij. Populisten als Geert Wilders hebben dat sentiment van de tradities uitstekend bespeeld, en daar is een groot deel van het electoraat gevoelig voor. De hoogopgeleide elite zal weer moeten leren de behoeftes van deze mensen te begrijpen, wil ze dit electoraat terugwinnen, stelt de hoogleraar. In zijn jonge jaren was Van den Brink zelf een ‘overtuigde marxist’, wat volgens hem ‘een overtreffende trap van modernisering’ is. “We wilden niet gewoon een nieuwe maatschappij, maar een veel betere maatschappij.” Hij liet dat geloof gaandeweg los en kwam in het politieke midden terecht. Daar raakte hij later ook politiek ontheemd toen partijen als de PvdA en het CDA de liberale koers omarmden. “Ze luisterden niet meer naar hun eigen achterban, zoals havenarbeiders of bewoners van het platteland.” “Van het marxisme – met revolutie en al, de beuk erin! – ben ik teruggekomen. Maar de oude marxist in mij voelt nog wel affiniteit met gewone burgers die met de nodige scepsis naar machthebbers kijken.” Daarom waardeert hij informateur Kim Putters ook. “Hij is een wat conservatieve sociaaldemocraat die van meet af aan aandacht vroeg voor de kleine man, de onderkant van de maatschappij.” Hoe krijgt Nederland zijn beschaving terug? Toch verwacht Van den Brink weinig van het rechtse kabinet dat Putters probeert te formeren. Want de politiek veronachtzaamt de échte vragen. “Onze beschaving staat onder druk. Die is namelijk gebaseerd op een evenwicht van macht, markt en moraal. Er is decennialang een liberaal beleid gevoerd, dat alleen ging over markt en macht. Door de secularisatie raakte de moraal van beleid in diskrediet: dat was privé, voor de zondag, dat doe je thuis maar.” De beschaving mét moraal krijgt Nederland niet zomaar terug, en dat ziet Van den Brink Putters ook niet realiseren. “Misschien kan hij een pragmatische uitweg vinden – dat verdient alle lof – maar voor de diepe crisis die we nu meemaken is dat niet genoeg.” Die crisis analyseert Van den Brink in zijn nieuwe boek dat dit najaar uitkomt De actualiteit van het archaïsche. Dat archaïsche slaat wat hem betreft op de oeroude facetten die de mens hebben gevormd in een evolutie die twee miljoen jaar geleden begon. “Het gaat om de vraag wat een mens nu eigenlijk is”, zegt Van den Brink. Hij ontrafelt een aantal kenmerken die hij aan die lange historie ontleent. Het verschil tussen man en vrouw speelde bij de primaten al een voorname rol. Daarna gingen we in stamverband leven en ontwikkelden we een wantrouwen tegen andere stammen. Dat verklaart onze xenofobische neiging. Nog weer later werden we boeren en zochten we naar zin door in goden te geloven. Sindsdien hoort ook het spirituele onlosmakelijk bij de mens. De moderniteit ontkent de natuurlijke verschillen tussen man en vrouw “Vooral progressieve mensen vinden dat archaïsche maar achterhaald”, stelt Van den Brink. “Beter gezegd: de moderniteit dácht dat het archaïsche verdwenen was. Men vindt het achterlijk om aan religie te doen, vreemdelingenangst lijkt ongegrond en sommigen willen zelf bepalen wat hun gender is. In het Westen worden de overblijfselen uit al die oude aardlagen van de mens miskend.” Conservatief is Van den Brink niet, hij wil zeker niet naar die voltooid verleden tijd terug. Maar hij vraagt wel om erkenning van wat de progressieve elite heeft afgeserveerd. “De moderniteit is in ons gezicht ontploft.” Als voorbeeld noemt Van den Brink wat er bij universiteiten en media gebeurt. “Neem ons biologische bestaan. Dat brengt nu eenmaal eten en paren met zich mee. Maar grote groepen willen niets meer weten van dat basale gegeven, ze ontkennen de natuurlijke verschillen tussen man en vrouw.” Die ontkenning vindt hij wetenschappelijk onbestaanbaar. “De evolutietheorie is een wetenschappelijk aanvaarde visie op het ontstaan van de mens; we zijn in beginsel zoogdieren. 90 procent van de mensen vindt dat er een verschil is tussen man en vrouw. Het zijn belangrijke wetenschappelijke inzichten, als je die weigert te erkennen, dan praat je eigenlijk in het jaar nul.” Geloof is essentieel De mens onderscheidt zich ook door het vermogen tot denken. “Met onze grote breinen denken we ruimer na dan dieren en bovendien kunnen we samenwerken. Dat is uniek. Ten slotte kent de mens cultuur – zingen, taal en geloof.” Dat laatste is essentieel, vindt Van den Brink. Hij wil zich niet uitlaten over zijn eigen geloof, maar omschrijft het zonder dat het woord ‘God’ valt. Geloven is, schrijft hij in zijn nieuwe boek, ‘het eerbiedigen van heilige machten of beginselen in de hoop dat ze aan de noden van een gemeenschap tegemoet komen’. “Cruciaal is dat mensen normen en waarden huldigen die niet in de natuur voorkomen.” De verkiezingsuitslag van 22 november duidt Van den Brink met een knipoog naar Sigmund Freud: wat je verdringt, keert altijd terug. De verdringer is hier de vooruitstrevende elite – die zowel links als liberaal kan zijn. De emeritus hoogleraar zag al dertig jaar geleden dat ongeveer een derde van de Nederlanders gevoelig was voor het nationaal-rechtse sentiment. Het taboe over grenzen heeft voor de anti-migratiestemming gezorgd Publicist Paul Scheffer, criticus van de multiculturele samenleving, had dat ook al vroeg in de gaten, zegt Van den Brink. “Hij zag het belang van de grenzen van een nationale gemeenschap. Als je praten over grenzen jarenlang taboe verklaart, zadel je de maatschappij op met een antistemming tegen migranten. In die situatie zitten we nu. Je had dertig jaar geleden nog geen politieke ondernemers die van dat nationale sentiment gebruik maakten. Nu zijn die er wel.” Populistische politici hebben volgens Van den Brink slim op dat sentiment ingespeeld en daardoor is Nederland rechts afgeslagen. “Het aandeel burgers met nationaal-rechtse gevoelens is alleen maar groter geworden. Links had dit potentieel aan kiezers ook kunnen aanspreken, en daar politiek wat anders mee kunnen doen.” Van den Brink ziet de botsing met moderne idealen op vijf manieren. Ten eerste is er frictie tussen individu en gemeenschap. “‘Lekker jezelf zijn’, was het parool van de VVD. Dat is typisch liberaal maar het is inmiddels wel geradicaliseerd. In die zin zie ik woke als de linksbuiten van het liberale denken: ik maak zelf wel uit wat mijn gender is. Wat anderen van mij vinden, daar heb ik niets mee te maken.” We zijn evolutionair gevoelig voor leiders De tweede botsing zit in gezag. “De progressieve elite is door en door egalitair, democratisch en ze wijst sterke leiders af. Toch toont de stembusuitslag, met de autocraat Wilders soeverein op één, dat zo’n leider juist veel burgers aanspreekt. De gevoeligheid daarvoor dragen we evolutionair met ons mee. “En hoe groter de onzekerheid, des te meer neigen we naar autoriteit. Dat wordt nu versterkt door alle angst en wanorde in de wereld. Zowel in Nederland als daarbuiten verschuift de politieke dynamiek daardoor weg van democratie richting autocratie.” De derde spanning zit tussen traditie en innovatie. “Traditie is wat je doorgeeft. Van ouder op kind en in onderwijs en opleiding. Mensen willen graag aan het oude vasthouden. De moderniteit daarentegen legt de nadruk op vernieuwing en materiële vooruitgang. We proberen aan ons verleden te ontkomen. Het gaat om de toekomst! “Ook hier is de balans zoek. Dat zie je bij de Groningse gaswinning en de toeslagenaffaire. Kamerleden houden een enquête en trekken lessen voor de toekomst. Ze willen de zaak verbeteren en vooruitkijken. Maar ze vergeten dat hun fouten een geschiedenis hebben die je niet zomaar achter je kunt laten, omdat de slachtoffers met de nasleep zitten.” Het leven is niet rationeel, niet telbaar Achter moderniteit zit verder het – volgens Van den Brink betwijfelbare – idee dat de mens rationeel is. “Inderdaad, beleidsmakers zijn vaak hoog opgeleid. Ze willen cijfers en feiten, want meten is weten. Dat klinkt rationeel. Maar het leven is niet zo telbaar. Tegenover die rationaliteit staat geloof of spiritualiteit. Met die tegenpool wil een liberale elite niets te maken hebben.” Bewegingsvrijheid leidt ten slotte ook tot verdeeldheid. “Modern denkende mensen zeggen: we wonen niet meer levenslang in ons geboortedorp, want de hele wereld is ons huis. Weg met de grenzen. We zijn mobiel en kosmopoliet. Je ziet de D66’er en de VVD’er voor je. Maar die mobiliteit pakt voor lager geschoolden heel anders uit. Die behoren vaak tot wat de Britse journalist David Goodhart als ‘ergensmensen’ omschreven heeft. Voor ‘overalmensen’, zoals accountants of medisch specialisten, ligt de wereld open. Zij kunnen ook in Singapore werken. Voor de lager geschoolden is dat geen optie. Voor ergensmensen pakken open landsgrenzen nadelig uit.” Helft van Nederlanders voelt zich bedreigd Dat verklaart volgens Van den Brink waardoor meer dan de helft van de Nederlanders de vooruitgang een halt wil toeroepen. Deze mensen voelen zich bedreigd en willen een herwaardering van de nationale gemeenschap. “Ik ben daar niet zo van, maar veel mensen zien het nationale als iets heel dierbaars. En dat gevoel kan huiveringwekkend sterk worden, zeker als politici daarop inspelen.” Het is zeer de vraag of Wilders onze beschaving gaat verdedigen, aldus Van den Brink. “Ik zie hem nog geen Februaristaking organiseren. Maar als politiek ondernemer is hij zeker geslaagd.” Van den Brink vermoedt dat het veel PVV-stemmers koud laat of Wilders zijn verkiezingsprogramma weet te realiseren. “Het programma van Trump was ook lang onduidelijk. Waar het om gaat is dat Wilders en Trump radicale personages zijn die met hun uitspraken en publieke optredens een diffuse onvrede kanaliseren en daar politieke munt uit slaan. Wilders bespeelt heel goed de archaïsche motieven in het electoraat. Links-liberalen gaan daaraan voorbij.” Links claimt het morele gelijk Van den Brink vindt het ‘doodzonde’ dat links zich met het progressief-liberale denken vereenzelvigt. “Ze is gewild of ongewild in de ban gekomen van woke, de groep die maximale bewegingsvrijheid van het individu voorstaat.” Ze is daardoor vervreemd van de Nederlanders die hechten aan tradities en ‘neemt die niet serieus’. “De gewone Nederlander heeft echt geen belangstelling voor een genderneutrale wc.” “Links claimt vaak een moreel gelijk. Maar de belangrijkste morele waarden zijn over het hele politieke spectrum verdeeld. Links verwoordt idealen als vrijheid en gelijkheid. Maar belangrijke waarden als loyaliteit, trouw of een goed karakter tref je vaker aan bij rechts. De VVD heeft beide kanten in huis maar speelt nu om opportunistische redenen vooral de nationale kaart. “Progressieven denken dat de nationale kaart iets is uit het verleden, en dat het in de nabije toekomst als vanzelf verdwijnt. En ze willen je best nog één keertje uitleggen wat de toekomst is. Dat vind ik niet alleen vrij arrogant, het klopt ook niet. De geschiedenis gaat niet onvermijdelijk in de richting van hun vooruitgangsidealen.” Neem die oude breed gedragen waarden serieus Nederlanders snakken volgens hem naar een herwaardering van beschaving. Het is aan de politieke elite om de beschaafde samenleving terug te brengen, stelt Van den Brink. Bestuurders en politici moeten daarom aan ‘methodisch populisme’ gaan doen, zich leren verplaatsen in ‘gewone’ Nederlanders. “Want die hebben terechte zorgen en zijn niet extreem. Ze denken ook: wat moeten we met zoveel immigranten, of de genderdiscussie? Of ze denken wellicht: waar is het geloof gebleven? Politici horen die vragen serieus te nemen.” “Dat betekent dat je als politicus een aantal breed gedragen waarden serieus neemt. Niet als een moralist, evenmin door moraal als een strikt private zaak te zien, maar als iets ertussenin. Je onderhandelt dus niet over grondrechten. Daar zijn veel offers voor gebracht, die zijn sacraal. We moeten ook weer grenzen stellen, wat kan wel en wat niet. We gaan bijvoorbeeld niet de Holocaust relativeren. Dat zou verboden moeten worden. Dat valt politici zwaar omdat, anders dan tijdens de verzuiling, het gesprek met hun achterban is verstomd. Ze zijn bezig met zichzelf en met hun mediaoptredens.” Trouw, 13-03-2024 (Lodewijk Dros en Esther Lammers ) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 14:09. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.