Nepsolden harder aangepakt
 

De ‘prijzenpolitie’ van de Federale Overheidsdienst Economie zal de komende weken honderden grote en kleine handelszaken controleren op nepsolden. Uit onderzoek blijkt dat drie winkels op honderd net voor de solden sjoemelen met de prijs van hun artikelen, om zo hogere kortingen aan te bieden.
De voorbije dagen viel in de winkelstraten op dat al enorme kortingen worden geafficheerd. Vraag is nu of de consument niet bij de neus wordt genomen. Vlak voor de koopjesperiode, die officieel vrijdag begint, durft de handelaar immers zijn prijzen optrekken, om dan met meer spektakel te kunnen afprijzen. Dat mag niet. “We hebben op verschillende plaatsen de voorbije weken de prijzen genoteerd”, zegt woordvoerster Chantal De Pauw van de Federale Overheidsdienst Economie. “We vergelijken straks, als de soldenperiode begint, met de administratie van de winkel.” Volgens de wet moet een handelaar korting geven op de laagste prijs die hij in december hanteert.

De overheid kijkt ook strenger toe op de zogenaamde fluistersolden. Winkeliers willen nu eenmaal af van hun stock en omzeilen de wet door vroeger koopjes aan te bieden. Ze doen dat vooral via koppelverkoop: je betaalt één kledingstuk of product aan volle prijs, en krijgt een fikse korting op het tweede of derde artikel.

Bron: Gazet Van Antwerpen

Persoonlijk standpunt:

''Officieel start de koopjesperiode in België pas op vrijdag 3 januari.'' Zei Dirk Castrel (politiek redacteur) in de Gazet van Antwerpen. De toepassing van deze wetgeving wordt niet overal even nauw genomen. ''Wie afgelopen week in de winkelcentra goed uit zijn doppen keek, kon al gouden zaakjes doen'' vervolgt Castrel. Er wordt gesproken over zogenaamde fluistersolden, een systeem dat meer en meer wordt toegepast en bij wet niet verboden is. Het feit dat in dit huidige tijdsgewricht vele kledingwinkels in handen zijn van multinationale ondernemingen die liever een eigen koers varen en zelf beslissen waar wanneer en wat er goedkoper wordt aangeboden toont aan dat de grenzen van de rond regelgeving frequenter worden afgetast.

Het huidige systeem van de koopjesperioden (één in zomer en één in de winter) heeft voor - en tegenstanders. De voorstanders zeggen dat het systeem dient om de consument te beschermen. De tegenstanders pleiten dan weer voor een markt die volledig vrij moet zijn. Er ontstaat nu (zonder overtreding van de wet) een combinatie van beide: de koopjesperioden en de fluistersolden. Een alerte consument kan profijt halen bij de huidige tweeslachtige situatie. Maar ik denk dat voornamelijk de kleinere winkelketens, die niet door multinationals worden geleid, het hierdoor moeilijker gaan krijgen.

Ik denk dat het principe van Adam Smith met zijn 'onzichtbare hand' hier zeker mee gelinkt kan worden. Om het eenvoudig te omschrijven, houdt dit in dat de beste welvaart gecreëerd wordt wanneer iedereen zijn eigenbelang nastreeft. Dit wil dan ook zeggen dat de overheid niet ingrijpt. In dit geval zou dat willen zeggen dat er geen sperperiode opgelegd wordt door de wetgeving, waardoor handelaars zelf kunnen bepalen wanneer en hoeveel korting of koopjes ze geven aan de consument. Toch vind ik het niet slecht dat kleinere handelaars beschermd worden door de sperperiode. Zij kunnen immers niet altijd forse afprijzingen aanbieden aan de consument, in tegenstelling tot bijvoorbeeld mno's. Ik vind het dan ook nogal egoïstisch dat heel wat winkels de sperperiode aan hun laars lappen. Het probleem is echter dat er wel controle is maar onvoldoende, waardoor de kans om "gepakt" te worden klein is.