‘Voor de leerkracht zal technologie een copiloot worden’
‘Voor de leerkracht van de toekomst zal technologie een copiloot worden’
Experts die hun kennis delen via onlinemasterclasses, artificiële intelligentie die aan terrein wint. Zal de leerkracht van de toekomst nog een mens van vlees en bloed zijn? Of wordt hij binnenkort vervangen? De Standaard vroeg het aan drie studenten en drie onderwijsexperts. Ouders die een vliegende schotel nemen, kinderen die les krijgen van robots. Wie anno 1962 naar de Amerikaanse animatiereeks The Jetsons keek, wist hoe de wereld er 100 jaar later kon uitzien. 60 jaar later is van vliegende schotels nog lang geen sprake. Ook lesgevende robots lijken toekomstmuziek, al zou daar binnenkort wel verandering in kunnen komen. Dat zegt de Britse onderwijswetenschapper Sir Anthony Seldon. Hij voorspelt dat artificiële intelligentie de klas zal overnemen, en wel al in 2027. ‘Zo’n vaart zal het niet lopen’, zegt de Antwerpse Remus Verwimp (17). Verwimp volgt Wiskunde-Wetenschappen aan het stedelijk lyceum Nova Plus – ‘een moderne school, met digiborden en laptops’, zegt hij. ‘Maar artificiële intelligentie en robots in de plaats van leerkrachten, dat zie ik zelfs tegen 2050 nog niet gebeuren. Een leerkracht doet veel meer dan alleen kennis doorgeven. Hij maakt van jongeren goede burgers en bemiddelt wanneer er discussies zijn in de klas. Dat kan een robot nooit vervangen.’ Dat beaamt Evi Debels (17), die in het vijfde jaar Drukvoorbereiding aan Viso Mariakerke zit. ‘Een goede leerkracht is een voorbeeld. Iemand die je warm maakt voor zijn vak.’ Lessen vervangen door video’s zou daarom evenmin werken, vult Verwimp aan. ‘Een leerkracht die voor de klas staat, houdt je bij de les – al is het maar door rond te lopen. Tijdens corona kregen we soms les via Youtubefilmpjes, dat vond ik verschrikkelijk. Het is niet toevallig dat onze mentale gezondheid er in die periode op achteruitging.’ Digitale duizendpoot ‘Het idee dat leerkrachten of kennisoverdracht zullen verdwijnen, is allesbehalve nieuw’, zegt onderwijsexpert Tim Surma (Expertisecentrum Onderwijs en Leren, Thomas More). ‘Plato dacht het al toen het schrift zijn opmars maakte. In de jaren 30, toen de Amerikaanse psycholoog Pressey “teaching machines” uitvond, hoorden we het opnieuw.’ Via teaching machines konden leerlingen gepersonaliseerd oefenen en kregen ze automatisch feedback. ‘Zulke evoluties zouden de leerkracht overbodig maken en het conventioneel onderwijs overhoop gooien. Hetzelfde gold voor Moocs (Massive Open Online Courses, red.) of hologrammen. Maar de leerkracht is er vandaag nog altijd.’ ‘Voor het aanleren van complexe vaardigheden, zoals samenwerken en probleemoplossend denken, is en blijft de leraar cruciaal’, zegt ook professor educatieve technologie Annelies Raes (KU Leuven). ‘Technologie kan wel een copiloot worden. We weten dat AI goed is in het verzamelen en optimaliseren van data. Dankzij AI zou de leerkracht zijn klas beter kunnen monitoren: hoe lang werkt een leerling aan een oefening, met welke leerstof worstelt hij? Op basis van die “learning analytics” kan AI een leerpad op maat genereren.’ Ook op administratief vlak kan technologie een verschil maken. ‘AI kan bepaalde taken overnemen en zo de werkdruk verlichten’, zegt Raes. ‘Denk aan tijdrovende taken zoals toetsen verbeteren. Vroeger kon AI alleen overweg met eenvoudige evaluatievormen zoals multiple choice, maar vandaag kan AI al feedback geven op open vragen.’ Die opportuniteiten vereisen wel nieuwe vaardigheden, zegt ze. ‘De leerkracht van de toekomst zal data- en digitaal geletterd moeten zijn.’ Dat beseffen leerkrachten vandaag al, zegt Pieter Demeyer. Demeyer is docent aan de Arteveldehogeschool in Gent en een van de trekkers van ‘Teacher Tapp Vlaanderen’. Dat is een app die het onderwijspersoneel bevraagt, onder meer over de toekomst van hun job. ‘Een van de opvallendste resultaten ging over technologie. Een groot deel van de leerkrachten verwacht dat ze in de toekomst een digitale duizendpoot moeten zijn.’ Vertrouwenspersoon Behalve digitale duizendpoot zal de leerkracht vooral ‘een vertrouwenspersoon’ zijn, denkt Debels. ‘Iemand bij wie je terecht kunt, die beseft dat studenten gevoelens hebben en geen kamerplantjes zijn. Aan zo’n leerkracht durf ik vragen te stellen, en daar leer ik beter van bij.’ De 17-jarige Sara El Ouzkhati, studente Humane Wetenschappen uit Jette, herkent dat. ‘Als ik me goed voel bij een leerkracht, wil ik tonen dat ik apprecieer wat hij doet. Als vorm van wederdienst doe ik bijna automatisch beter mijn best.’ Ook vermoedt Debels dat leerkrachten deels opvoeders zullen worden. ‘We zien onze leerkrachten soms meer dan onze ouders. Ergens verwacht ik dan ook dat ze een deel van hun taken overnemen’, verduidelijkt ze. ‘Dat ze hun levenservaring gebruiken om ons wegwijs te maken. Hoe neem je alleen het vliegtuig, bijvoorbeeld, of hoe ga je om met toekomstige collega’s? En ook mentaal: hoe ga je om met volwassen worden?’ Dezelfde verschuiving zien ze bij Teacher Tapp. ‘Maar,’ benadrukt Demeyer, ‘het is niet omdat leerkrachten verwachten dat ze in de toekomst veeleer een opvoeder zullen zijn, dat die evolutie wenselijk is. Hetzelfde geldt voor het idee van de leerkracht als therapeut.’ Dat beaamt Surma, die bijna twintig jaar lesgaf in het secundair onderwijs. ‘Op een bepaald moment was ik een paar uur per week leerlingenbegeleider’, zegt hij. ‘Ik hielp de studenten met overgave, maar achteraf gezien was ik daar niet altijd voor opgeleid.’ Surma vindt het daarom belangrijk dat er ingezet wordt op sterke onderwijsteams, met daarin bijvoorbeeld een psycholoog naar wie de leraar kan doorverwijzen. ‘Een leerkracht is maar één iemand: niet iedereen kan vakexpert, opvoeder én therapeut tegelijk zijn.’ Vakinhoudelijk expert Voor de rest mogen we niet te veel tornen aan ‘de basiswetten van het menselijk leren’, vindt Surma. ‘We weten al honderd jaar hoe ons brein werkt, en de architectuur van die bovenkamer zal niet gauw veranderen. Een goede leerkracht vandaag zal in de toekomst nog altijd een goede leerkracht zijn. In de eerste plaats moet hij een vakinhoudelijk expert zijn die in staat is om een niet-expert bij de hand te nemen en kunde over te brengen.’ Die gedachte wordt soms weggezet als klassiek. ‘Onterecht’, vindt Surma. ‘Een dokter die aspirine adviseert omdat het werkt, noemen we toch ook niet conservatief?’ De leerkracht van de toekomst zal zich in elk geval moeten aanpassen aan de maatschappij waarin we leven, zegt Surma nog. ‘Dat geldt voor technologie, maar ook voor multiculturaliteit. Op dat vlak moeten we vooral nadenken over wat we onze studenten aanleren. In een diverse samenleving als de onze is het niet realistisch om het tijdens geschiedenis alleen te hebben over de Germanen en de Eburonen, en niet over de complexe geschiedenis van het Midden-Oosten of Oost-Europa.’ El Ouzkhati kan zich daarin vinden, al moet die diversiteit volgens haar ook doorlopen in het profiel van de leerkracht. *‘Iemand vertelde me ooit dat een goede school de samenleving weerspiegelt’, zegt ze. ‘Dat is vandaag nog te weinig het geval. Vrouwen met een hoofddoek, personen van kleur of iemand die transgender is: in de toekomst verdient iedereen een plaats voor de klas.’ DS, 07-11-2023 (Amber Janssens) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 17:27. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.