In een weerbare democratie is het goed dat ook slechte meningen geuit kunnen worden
Na de schabouwelijke vertoning van Jeff Hoeyberghs, klinkt luid de roep dat de Universiteit Gent zich moet verontschuldigen. De universiteit zou tekortgeschoten hebben. Een ‘lezing’ waarin zoveel hatelijkheden verkondigd worden, had men niet mogen toelaten. De universiteit moet zich distantiëren, wat rector Rik Van de Walle ook deed. Toch volstaat dat volgens sommigen niet. Een mea culpa wordt verwacht. De universiteit heeft echter gedaan waarvoor zij dient. We moeten haar dankbaar zijn, en wel om drie redenen.
Ten eerste behoort het tot de kerntaken van een universiteit om het intellectuele en maatschappelijke debat te stimuleren. Zeker als het gaat over elementaire aspecten van onze samenleving, zoals de vrijheid van meningsuiting. De vraag hoe we moeten omgaan met schadelijke en schandelijke meningen, is zo belangrijk dat zij blijvende discussie verdient, én blijvende verontwaardiging. Gezien de commotie na de seksistische en discriminerende uitspraken van Hoeyberghs, valt er iets voor te zeggen dat de universiteit haar rol met verve heeft vervuld. Daarbij moet opgemerkt worden dat het initiatief voor de lezing niet van het academisch personeel, maar van een studentenvereniging uitging. Dat is een bijkomende reden waarom de universiteit niet verweten kan worden dat zij de bedenkelijke beweringen van Hoeyberghs populariseert. De universiteit heeft het uiten van die beweringen gefaciliteerd, maar niet gelegitimeerd. Boven de radar Het faciliteren van meningsuiting is wenselijk, ook als het over onwenselijke meningen gaat. Het is immers heilzaam om te weten wat er zich in de hoofden en harten van mensen afspeelt. Als bepaalde sentimenten onder de radar blijven, omdat ze niet publiekelijk vertolkt kunnen worden, is het onmogelijk om ze te bestrijden. Een veelgehoorde reactie op de uitspraken van Hoeyberghs was: ‘Dit kan bij ons toch niet!’ Dat is een wrang commentaar. Enerzijds wordt gesuggereerd dat zulke uitspraken elders wel kunnen of zouden moeten kunnen. Anderzijds wordt gesuggereerd dat achterhaalde denkbeelden bij ons niet meer zouden voorkomen. Dát is pas een achterhaald denkbeeld. Hierin schuilt de tweede reden waarom we de Universiteit Gent dankbaar moeten zijn. Ik denk dat het goed is dat we onze oogkleppen afdoen: onze samenleving is niet zo verlicht en vrij van geest als we graag willen denken. De publieke opinie is terecht verontwaardigd, en dat is hoopgevend. Maar tegelijk moeten we erkennen dat seksistische, discriminerende en antidemocratische overtuigingen meer wijdverbreid zijn dan vaak lijkt. Normalisatie Volgens sommigen leven we in de ‘eeuw van de vrouw’. Het is echter allerminst een historische noodzakelijkheid dat we ons op een recht pad van voortschrijdend inzicht bevinden. Het valt sterk te betwijfelen of discriminatie, seksisme en ongelijkheid in de nabije toekomst tot de verleden tijd zullen behoren. De voorbije jaren heeft zich immers een opvallende paradox voorgedaan. Enerzijds is er een grotere bewustwording inzake genderongelijkheid, discriminatie en seksisme. Anderzijds is een normaliseringsproces gaande, vooral onder impuls van rechts-nationalistisch populisme. Een integrale component van dat populisme is immers de trivialisering van seksisme. Het gedrag en de gedachten van Hoeyberghs kunnen niet los gezien worden van die tendens. Inzake seksisme wordt er een cultuur van schaamteloosheid gecreëerd, door lieden als Trump, Bolsonaro, Baudet en Strache. Laat dat de derde reden zijn waarom we de Universiteit Gent dankbaar moeten zijn. De woorden van Hoeyberghs zijn een waarschuwing inzake de populistische normalisering van seksisme. Wanneer we te verkrampt reageren op onkiese meningen, dreigt een ongeoorloofde inperking van de vrije meningsuiting. Wanneer we te laks reageren, normaliseren we zaken die nooit norm zouden mogen worden. Daarom moeten we zowel de Universiteit Gent toejuichen, als zij die vinden dat Hoeyberghs strafrechtelijk vervolgd moet worden en daartoe stappen ondernemen. In een weerbare democratie is het goed dat ook slechte meningen geuit kunnen worden. En het is eveneens goed dat daartegen stappen ondernomen kunnen worden. Geen enkele vrijheid is immers absoluut, ook de vrijheid van meningsuiting niet. Scheidsrechter Het is echter niet aan een universiteit om te bepalen wat de grenzen van de vrije meningsuiting zijn. De scheidsrechter, dat zijn wij allemaal. Het is aan ons als samenleving – middels het publieke debat en de wet –om die grenzen te bepalen en te handhaven. Daarbij is het belangrijk om voor ogen te houden dat enkel een despoot weet waar de grenzen van de vrijheid precies liggen. In een democratie moet er altijd een grijze zone zijn, waarbinnen opvattingen die botsen met de kernwaarden van de democratie kunnen gedijen. Er is wel een kantelpunt; een moment waarop de grijze zone gitzwart wordt. Bron: De Morgen datum: 11/12/2019 |
Lezing
Voor wie de lezing zelf wil horen. Audio is wel niet zo goed.
deel 1: https://www.youtube.com/watch?v=UuvCi6F8OPI deel 2: https://www.youtube.com/watch?v=UuvCi6F8OPI |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 23:06. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.