Unesco snijdt drastisch in eigen werking
Unesco snijdt drastisch in eigen werking
Amper iemand van de buitenwacht heeft het opgemerkt, maar de Unesco speelde een kwart van zijn budget kwijt. Vijfhonderd van de zowat tweeduizend banen zijn geschrapt. ‘Terwijl kritieke plekken als Syrië, Irak, Libië en Jemen net meer middelen vergen’, zegt de directeur-generaal van de Unesco. Een vierde van de jobs is weg. De reiskosten van de stafleden zijn met 73 procent ingeperkt. Voor de consultancybedrijven, die rapporten aanleveren, is er 70 procent minder geld. De Unesco, de tak van de Verenigde Naties die zich inlaat met onderwijs, wetenschap en cultuur, heeft sinds 2011 ingrijpend gesnoeid. De wetenschapscel heeft de activiteiten van de tsunamicentra in het noord-oosten van de Atlantische Oceaan en de Caraïben in wacht gezet. Op vragen van ontwikkelingslanden naar hulp om de natuurlijke evenwichten te behouden, kan ze geen gevolg meer geven. Op vlak van informatie zijn 250 van de 400 mediatrainingen geschrapt. In de cel cultuur is het programma ‘musea en creativiteit’ weggesneden. Uiteraard zijn de schijnwerpers nu gericht op de conflictgebieden als Syrië, Irak, Libië en Jemen. De activiteit van Unesco situeert zich daar ‘post conflict, post disaster’. Observatieposten, zoals in Erbil en Amman, die de schade monitoren en scenario’s ontwikkelen om na de gevechten op het terrein te komen, hebben een minimale bezetting. De inspanningen om mensen op te leiden inzake illegale kunsthandel en kunst in conflictgebieden zijn teruggeschroefd. Terwijl ze momenteel net bijkomende actie vereisen. ‘Betreurenswaardig’ Het is allemaal het gevolg van een beslissing uit 2011. Dat jaar stemde de Unesco ermee in om Palestina te erkennen als een volwaardig lid. Iedereen had de nieuwkomer nog niet kunnen feliciteren, of daar kwam het antwoord van Amerika: ‘Deze stemming is betreurenswaardig, voorbarig en ze ondermijnt ons gezamenlijk doel om een alomvattende correcte en blijvende vrede in het Midden-Oosten te bereiken.’ De rest volgde spoedig. Amerika was er namelijk toe gehouden zijn eigen wetten na te leven. Eén daarvan zegt dat geen fondsen toegewezen kunnen worden aan de Verenigde Naties, of afdelingen ervan, als die de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie op gelijke voet zetten met andere lidstaten. En dat was met deze stemming dus gebeurd. Dubbelhartig Het probleem voor de Unesco is dat Amerika niet zomaar een lidstaat is als alle andere. Van de vastgestelde bijdragen, bijna 600 miljoen euro in twee jaar, neemt Amerika 22 procent voor zijn rekening. Plots zat er een gat in de begroting van zo’n 132 miljoen euro. Nochtans was het signaal van Amerika dubbelhartig. Financieel strafte het keihard af, maar tegelijk handhaafde het zijn lidmaatschap. Waarop de Unesco Amerika zijn stemrecht ontnam. Wie niet betaalt, niet stemt. Amerika gaf niet de indruk daar erg onder te lijden. Van de ene dag op de andere was de Unesco veroordeeld tot de bedelstaf. Het herbezon zich over zijn kerntaken, sneed drastisch in de eigen werking, trok massaal stagiairs aan en zocht alternatieve inkomsten. Om politieke redenen deden vooral landen uit het Midden-Oosten een duit in het noodfonds. Maar het momentum is weg. En de Unesco zit met de handen in het haar. DS, 29-05-2015 (Geert Sels) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 12:23. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.