Tsjetsjeens gezin onverbiddelijk gescheiden
 

Tsjetsjeens gezin onverbiddelijk gescheiden


BRUSSEL - De Dienst Vreemdelingenzaken wees twee meerderjarige dochters van een Tsjetsjeens gezin uit.


Een Tsjetsjeens gezin, moeder en zes kinderen, dat in april vanuit Polen naar België vluchtte, is eergisteren meedogenloos uit elkaar gerukt. Terwijl de zieke moeder en vier van haar kinderen in het opvangcentrum voor asielzoekers in Sint-Truiden verblijven, zijn de twee andere kinderen - allebei meerderjarig - door de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) het land uitgezet.

De directeur van het opvangcentrum, Patrick Meers, reageerde gisteren in Het Belang van Limburg woedend. 'Menselijk vind ik dat ze een grote flater hebben begaan. Onbegrijpelijk.'

Nochtans handelde DVZ juridisch niet fout. Het Tsjetsjeens gezin was in 2005 vanuit Tsjetsjenië, dat met Rusland in oorlog is, naar Polen gevlucht. Daar diende het drie keer een asielaanvraag in. De eerste twee keer werd die aanvraag geweigerd. De derde aanvraag is nog in behandeling, maar het gezin kreeg wel een tijdelijke verblijfsvergunning. Hun integratie verliep er vlot, tot ze in april dit jaar met andere Tsjetsjenen problemen kregen.

Volgens Meers was de moeder van het gezin slachtoffer van een 'uiterst traumatische ervaring', waarop ze met haar kinderen naar België is gevlucht.

Het Dublin-verdrag tussen de Europese lidstaten bepaalt dat België een asielzoeker kan doorsturen naar een andere EU-lidstaat als blijkt dat die andere staat verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek. 'Dat is hier het geval', zegt Katrien Jansseune, woordvoerster van Vreemdelingenzaken.

Maar volgens Vluchtelingenwerk Vlaanderen past België het Dublin-verdrag al jaren 'te strikt' toe. 'De asielzoekers terugsturen naar het land waar ze hun eerste asielaanvraag hebben gedaan, is geen verplichting', zegt Vluchtelingenwerk. 'Dublin voorziet er ook in dat elke lidstaat om humanitaire redenen kan beslissen om de asielzoeker niet door te sturen.'

'Dat laatste argument is alleen van toepassing op de moeder, die ziek is en een traumatische ervaring heeft opgelopen, maar geldt niet voor de volwassen dochters', zegt Jansseune, die benadrukt dat de uitwijzing van de twee jonge vrouwen volledig wettelijk is.

'Een maand geleden hebben we het gezin uitgenodigd voor een gesprek over de terugkeer naar Polen. Alleen de drie volwassen dochters gingen daarop in. Daarop zijn twee van hen opgepakt. Dat kon omdat dossiers van meerderjarigen apart worden bekeken.'

'We zijn geen boeman. De derde volwassen dochter hebben we niet opgepakt, zodat ze haar moeder zou kunnen bijstaan indien nodig', aldus Jansseune.

Ze legt de klemtoon op 'indien nodig'. 'Want het is helemaal niet duidelijk wat er met de Tsjetsjeense vrouw mis is', zegt Jansseune. De vrouw diende bij DVZ een aanvraag tot verblijf in op basis van medische gronden. 'Maar haar toestand is onduidelijk.'

Vreemdelingenzaken heeft het advies van de behandelende geneesheren van de vrouw gevraagd. Daarna kan DVZ eventueel zelf nog een arts naar de vrouw sturen om de nodige vaststellingen te doen.

'Als blijkt dat ze niet in staat is om te reizen, kan ze een verblijfsvergunning voor drie maanden krijgen, om te herstellen. Ze mag dan niet van haar minderjarige kinderen worden gescheiden. Haar volwassen dochter kan wel het land worden uitgewezen. Als de vrouw wel kan reizen, zullen we het gezin naar Polen terugsturen.'

DVZ bevestigt dat ze het gezin dan 'actief' uit het centrum zal halen. 'Het is beter dat het gezin zo snel mogelijk herenigd wordt, in Polen', aldus Jansseune.

De PS klaagde gisteren nogmaals het 'arbitraire en inhumane karakter' van de beslissingen van DVZ aan en vraagt een moratorium op de uitwijzingen tot er een 'duidelijk kader' is. Ze wil ook om de directeur van Vreemdelingenzaken in de commissie Binnenlandse Zaken ondervragen.


DS, 22-08-2008