Je kiest zelf wat je in je mond stopt
Je kiest zelf wat je in je mond stopt
Het westerse dieet, met zijn vele vlees en suiker, is als een sneltrein naar het eindstation kanker. Anders gaan leven en vooral eten kan dat beest in bedwang houden, zegt David Servan-Schreiber, die zelf ook kanker heeft. Hij heeft heet water besteld voor de groene thee die hij zelf heeft meegebracht. Elke dag drinkt hij daar zes koppen van. De pralines die de hotelbediende erbij heeft geleverd, schuift hij naar mij door. Want hij heeft ook zijn eigen chocolade mee: hele donkere, die het omega 3-label draagt. Wat heeft hij vanmiddag gegeten? 'Zalm met een slaatje, het was heerlijk, alleen niet biologisch. Op restaurant gaan is niet zo moeilijk, je vindt altijd wel iets dat past. Uitgenodigd worden bij vrienden is een veel heikelere kwestie: zullen ze je gezond voorschotelen of toch biefstuk-friet?' De Amerikaans-Franse psychiater David Servan-Schreiber (47) ontvangt me in zijn hotelkamer in Amsterdam, waar het bed half opengeslagen ligt: hij heeft net een middagdutje gedaan. Het is een intieme plek voor een intiem gesprek: over de kanker die hem zestien jaar geleden trof. Over zijn artsen, die met grote beroepsernst zijn hersentumor wegsneden, bestraalden en met chemo behandelden, en dat alles zeven jaar later nog een keer, toen de tumor was teruggekomen ter grootte van een pingpongbal. En over de zoektocht die hij toen begon, naar wat hem nog meer kon helpen. Hij brengt daar verslag over uit in het boek Anti-kanker, dat een aanklacht is tegen de manier waarop het Westen met voedsel omgaat en een hele resem do's en don'ts bevat voor al wie gezonder wil leven. Dat er milieufactoren zijn die kanker bevorderen, zoals te veel zonnen, roken of vervuiling, is bekend. Maar eten tégen kanker, is dat niet ongelooflijk controversieel bij uw collega's-artsen? 'Voorlopig is er nog nauwelijks controverse geweest over dit boek. Jammer, ik zou juist willen dat er veel meer over gedebatteerd werd.' 'Uit eigen ervaring weet ik dat artsen zeggen dat je zelf niets kunt ondernemen tegen kanker, tenzij elk half jaar op controle gaan. Ze willen hun patiënten geen valse hoop geven, maar ze praten hun wel valse hopeloosheid aan. Terwijl je net heel veel kunt doen. Je kunt je levensstijl aanpassen op vier fronten: anders gaan eten, meer bewegen, zielenrust vinden en je omgeving schoner maken.' 'Nee, ik beweer niet dat je zult genezen van kanker door broccoli te eten en aan yoga te doen. Het zou geweldig zijn als je die zware chemotherapie niet hoefde te ondergaan. Maar je mag niet verzaken aan de klassieke medische behandeling. Alternatieve genezers die dat van je vragen, zijn niet te vertrouwen. Ik ben zelf arts, ik heb het volste vertrouwen in wat mijn collega's doen. Maar we kunnen meer doen dan alleen ons lot alleen in hun handen leggen en hulpeloos toekijken.' Kanker is geen kwestie van genen, maar van levensstijl: in westerse landen komt het veel meer voor. 'Genen zijn veel minder belangrijk dan doorgaans gedacht wordt. Dat blijkt uit een studie van adoptiekinderen met ouders die voor hun 50ste aan kanker waren gestorven. Als het hun biologische ouders betrof, bij wie ze niet opgroeiden, dan hadden ze zelf niet zoveel kans op kanker. Stierven hun adoptieouders vervroegd door de ziekte, dan wel.' 'Opvallend is dat er in de westerse, geïndustrialiseerde landen almaar meer kanker voorkomt: het gaat om een spectaculaire stijging vanaf de jaren veertig in de vorige eeuw. In Afrika wordt alleen Zuid-Afrika getroffen. Op het platteland in China vindt men nauwelijks vrouwen met borstkanker, maar in de steden wel, zij het nog niet zoveel als in het Westen. Chinese vrouwen die naar het Westen emigreren, krijgen dochters die wel evenveel risico lopen als onze vrouwen. Zeg nu zelf: wie van ons kent geen jonge vrouw met borstkanker? Het woord “epidemie, is in dit verband niet door mij gelanceerd, maar door internationale kankerexperts. Diezelfde experts hebben vorig jaar gezegd dat de meeste kankers in Europa eigenlijk “te voorkomen, zijn.' De sterk toegenomen milieuvervuiling ligt mee aan de bron van die epidemie. 'Daar zijn we allemaal mee het slachtoffer van. Ik heb zelf als kind veel tijd doorgebracht op de Normandische boerderij van mijn grootouders. Ik rende er tussen de korenvelden: een prachtig landschap. Maar die velden waren allemaal bespoten en het kan niet anders of ik heb dat al die tijd mee ingeademd. Boeren en boerinnen krijgen ook vaker kanker dan gemiddeld. Onze voeding bevat sporen van alle producten waarmee ze bespoten is. Het is niet zichtbaar op je bord, maar het is er wel. We hebben ook ziekmakende stoffen in ons huis, die we beter zo snel mogelijk vervangen door biologische alternatieven: deo's, geurtjes voor in de wc, insecticiden, parfums, schoonmaakprodukten, babyflesjes en waterverwarmers van pvc.' 'Gelukkig zijn er ook dingen die we kunnen doen om kanker te voorkomen of tegen te houden. Driemaal per dag kunnen we kiezen wat we in onze mond stoppen. Iedere keer kunnen we kiezen voor eten dat ons ziek kan maken of eten dat ons gezond helpt te zijn. Het is een radicale keuze, een daad van liefde voor jezelf. En het is jammer genoeg het klassieke westerse dieet dat het meest kankerbevorderend is.' Hoe komt dat? Is dat dieet de jongste decennia zo veranderd? 'In de 19de eeuw aten Europeanen gemiddeld 5 kilo suiker per persoon per jaar. In Frankrijk is dat nu opgelopen naar 35 kilo en in de VS naar 70 kilo, en Europa beent de VS snel bij. De holenmens at nog maar twee kilo suiker per jaar, daar is ons lichaam voor gemaakt. Het kan ook nog wel 5 kilo aan, maar 70 kilo is onmogelijk. Nu moet je weten dat kankercellen abnormaal zijn en zich voeden met suikers. Dan is het plaatje wel duidelijk, zeker?' 'We eten ook steeds meer vlees. De Wereldgezondheidsorganisatie stelt een verbruik van 350 g vlees per week voorop. En we eten er in Europa nu gemiddeld 250 gr per dág van. Dat was vroeger anders en het is ook anders in pakweg Vietnam en andere Aziatische landen, waar het vlees een smaakmaker in de marge is.' Er zijn mensen die zeggen dat we weer moeten gaan eten zoals onze grootouders deden. 'Als je grootouders Ieren waren, die vooral aardappelen aten, dan zou ik het niet aanbevelen. En ook is het gezonde eten van vroeger enorm veranderd doordat onze manier van vee houden enorm veranderd is. Vroeger aten koeien, varkens en kippen gras. Dat bevat veel omega 3-vetzuren. Nu worden de meeste dieren gevoederd met maïs, soja en tarwe, die nauwelijks omega 3, maar veel omega 6-vetzuren bevatten.' 'Ons lichaam heeft beide soorten vetzuren nodig, maar maakt ze zelf niet aan. We moeten ze dus wel uit onze voeding halen. Maar in die voeding, en dus ook in ons lichaam, is de balans zoek. En dat is niet goed, want omega 6, dat we nu veel binnenspelen, onder meer ook via margarine, werkt ontstekingsbevorderend. Vroeger werd het in balans gehouden door de ontstekingsremmende werking van omega 3. Nu niet meer. We moeten het dus uit andere voedselbronnen halen of uit voedsel dat met omega 3 verrijkt is.' 'Het eerste wat ik leerde toen ik mij in kanker ging verdiepen, is dat ieder van ons kankercellen in zich draagt. Een op de drie ontwikkelt kanker, twee op de drie niet. We hebben dus natuurlijke verdedigingsmechanismen. Zolang ons lichaam in balans is, kan het die verdediging aan. Kanker steekt de kop op als we uit evenwicht raken.' 'Een stevige biefstuk-friet of een hamburger op een broodje met veel ketchup, zoals de Amerikanen eten, draagt niet bij aan het herstel van dat evenwicht, integendeel. Jammer genoeg voor ons, Fransen, is ook de baguette uit den boze, omdat ze gemaakt is van witte, geraffineerde bloem. Dat is al even erg als suiker.' U stelt daar een veel grotere consumptie van groenten, kruiden en fruit tegenover. Volgens kankerpatiënten zeggen artsen vaak dat de voordelen van diëten niet wetenschappelijk bewezen zijn. 'Het klopt dat je nooit eenzelfde aantal studies zal hebben als voor medicijnen, niet op dezelfde schaalgrootte. Dat komt doordat er nog nooit iemand is gestorven door het eten van kurkuma of broccoli. Er zijn dus ook geen grote studies nodig die de schadeloosheid aantonen, zoals die wel nodig zijn voor nieuwe medicijnen. Er zijn wel allerlei tests gedaan met kankercellen in laboratoria en in muizen. En ten tweede zijn er ook epidemiologische bewijzen: in landen waar veel kerrie wordt gegeten, waar kurkuma een bestanddeel van is, komt er bijvoorbeeld veel minder prostaatkanker voor. Nogmaals, ik beweer ook niet dat broccoli je kanker geneest. Ik zeg dat het ene soort voedsel kankerbevorderend is, en het andere soort remt kanker af.' U zegt van uzelf nooit dat u 'genezen' bent. 'Men veronderstelt makkelijkheidshalve dat het bij mij niet zo erg is geweest, omdat ik nog leef. Ik kan u vertellen dat mijn oncoloog onlangs toegaf dat hij altijd heel blij is om mij terug te zien. Omdat ik “een van de weinigen ben die het met deze aandoening zo lang trekken,. Hij zegt dan: “Ga vooral door met wat je doet., Maar hij vraagt nooit naar de details. Pas op, ik vertrouw hem, hij is een heel goede dokter.' 'Ik ben dus niet genezen, maar ik ben ook niet ziek. Ik ben zelfs gezonder dan voor mijn ziekte. Ik ben in een betere fysieke conditie, ik ben gelukkiger, ik doe mijn werk liever. Mijn leven is nu in alle opzichten beter. Men spreekt vaak in termen van “strijd, over kanker: tegen je ziekte vechten. Dat vind ik een foute benadering. Je moet je leven juist ten volle beleven.' En wat houdt dat nog meer in? 'Goed voor jezelf zorgen: ik doe elke dag een middagdutje en ik mediteer elke ochtend. Even tot rust komen. In de ratrace van het leven vergeten veel mensen om tijd uit te trekken voor zichzelf.' Straks ga ik lopen, dat doe ik elke dag. Het houdt me fit en opgewekt, maar het is ook levensnoodzakelijk. Recent onderzoek bij vrouwen die borstkanker hadden gehad, toont aan dat hun kansen op hervallen met de helft verminderden als ze dagelijks een half uur stapten. Vroeger zei men tegen hartpatiënten ook dat ze niets konden doen, dat ze zich rustig moesten houden. Nu weet men dat voeding en gedrag een grote rol spelen in de preventie. Zo is dat ook met kanker, maar op dat vlak lopen we nog achter. We investeren liever in dure medicijnen, zoals herceptine, dat herval bij borstkanker voorkomt en 30.000 euro per persoon per jaar kost. En natuurlijk kun je dat medicijn slikken, en tegelijk meer gaan bewegen, dat is nog beter.' 'Bij dat alles heb ik mijn werk, dat ik graag doe en dat ik als zinvol ervaar. Je moet ergens een doel vinden dat betekenis geeft aan je leven, dat je met anderen verbindt. Sociale contacten vormen de eerste buffer tegen zowel depressie als fysieke ziekten.' Kan stress kanker veroorzaken? 'Veel patiënten vragen dat. Er is een Finse studie die geen verschil heeft kunnen aantonen tussen het voorkomen van kanker bij mensen met stress en mensen zonder stress. De meeste oncologen zullen daarnaar verwijzen, omdat ze ook niet graag zien dat patiënten de schuld bij zichzelf leggen. Maar het is gecompliceerder dan dat. Een studie bij muizen die longkankercellen kregen, leerde dat bij zowat de helft in normale omstandigheden de kanker onder controle bleef. Van de muizen die daarbij nog oncontroleerbare elektroshocks kregen, ontwikkelde drie kwart een kwalijke tumor. Maar het interessantste is dit: muizen die sommige van deze shocks konden verhinderen door ergens tegenaan te duwen, deden het beter dan de eerste groep. Als je met stress kunt omgaan, als die je niet gaat overheersen, dan is ze zeker niet slecht. Tot rust kunnen komen, vrienden hebben bij wie je je hart kunt luchten, kunnen daarbij helpen.' Wat we ook doen, eens moeten we toch afscheid nemen. 'Ik heb patiënten zien sterven en ik weet dat het niet de dood zelf is die angst aanjaagt. Ik werd eens bij een jongeman geroepen die net gehoord had dat hij een agressieve kanker had en die het ziekenhuismeubilair kort en klein sloeg. Toen ik bij hem ging zitten en zei dat ik begreep waarom hij furieus was, barstte hij in tranen uit. Hij was een ex-drugsverslaafde die nog niets met zijn leven had aangevangen, en nu was het te laat. Ik heb hem gevraagd of er iets was waar hij anderen mee kon helpen. Hij kon airco's installeren. Dat heeft hij in zijn laatste maanden vrijwillig voor een lokale kerk gedaan. De parochianen brachten hem koffie en koekjes. Toen ik een paar maanden later bij zijn sterfbed werd geroepen, fluisterde hij in mijn oor: “God bless you for saving my life., 'Het belangrijkste is niet om zo lang mogelijk te leven, want je kunt ook lang en miserabel leven. Het allerbelangrijkste is om goed te leven, je verbonden te weten en tevreden te kunnen terugkijken omdat je weet dat je leven zinvol is geweest.' DS, 24-05-2008 (Veerle Beel) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 02:49. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.