Onderwijsrapport: instaptoets lerarenopleiding
Langverwacht onderwijsrapport pleit onder meer voor bindende instaptoets lerarenopleiding
Liefst 58 adviezen en 10 speerpunten formuleert de Commissie Beter Onderwijs in het langverwachte rapport dat minister Weyts een jaar geleden had besteld om de tanende onderwijskwaliteit een halt toe te roepen. Ze variëren van het voorspelbare ‘laat de leerkracht leerkracht zijn’ tot een verrassend pleidooi voor een bindende instaptoets in de lerarenopleiding. De Commissie Beter Onderwijs vindt unaniem dat leerkrachten ruimte moeten hebben voor hun kerntaak: het lesgeven. Voorzitter Philip Brinckman, directeur van het Sint-Jozefcollege in Turnhout, legt uit: ‘Herwaardeer de leerkracht, laat de leerkracht leerkracht zijn. Een van de redenen waarom er veel te weinig mensen voor het beroep van leerkracht kiezen, is dat het beroep zo diffuus geworden is. De leraar of lerares is manusje-van-alles geworden, maar laat de leerkracht in de eerste plaats lesgeven, zodat de kinderen de kracht krijgen om te leren. Een pak meer jongeren gaan zich aangesproken voelen om les te geven als ze weten dat daarop de focus ligt.’ Opvallend is dat de commissie ondanks het al bestaande lerarentekort – vaak genoemd als dé oorzaak van de dalende onderwijskwaliteit – toch pleit voor een bindende instaptoets voor de lerarenopleiding, die al een eerste keer in mei 2022 zou georganiseerd moeten worden. Gaat zo’n toets het lerarentekort niet net vergroten? ‘Nee’, antwoordt Brinckman. ‘Integendeel, het gaat juist omgekeerd zijn. Het prestige van de job gaat erdoor vergroten. Heel veel leerlingen zouden in mei dat eens kunnen proberen en dan misschien ontdekken dat het iets voor hen is. Die instaptoets is voor ons belangrijk omdat we het signaal willen geven dat niet iedereen leerkracht kan worden. Het is een signaal over de hoge eisen van de samenleving voor leerkrachten.’ Ook rol voor ouders weggelegd Het lijvige rapport met de titel ‘Naar de kern: de leerlingen en hun leer-kracht’ formuleert een hele resem adviezen. Ze zijn niet alleen bestemd voor leerkrachten maar voor alle participanten: leerlingen, de schooldirectie, de inspectie, de sociale partners, de media en de ouders. Van die laatste groep wil Brinckman bijvoorbeeld meer respect zien voor de leerkracht: ‘Wij vinden dat de ouders veel meer achter de school moeten staan. Je krijgt veel te veel ouders die in het schilderij van het kind zitten. Kinderen hebben het recht om het verhaal naar hun hand te zetten en ouders vergeten dat. Soms zien leerkrachten de kinderen beter dan de ouders’, weet Brinckman, die meegeeft dat hij absoluut niet terug wil naar vroeger toen de leerkracht altijd gelijk had. ‘Leerkrachten moeten zich uiteraard verantwoorden, maar nu is de slinger te veel doorgeslagen. We moeten de leerkracht als professional herwaarderen.’ Enkele adviezen uit het rapport • Ouders moeten de pedagogische werking van de school voluit steunen. Ze moeten ook geen opvoedtaken (bijvoorbeeld zindelijkheidstraining) afschuiven op de scholen. • Er is nood aan meer instructietijd voor (begrijpend) lezen en aan vernieuwde aandacht voor literatuur. • Het technisch en beroepsonderwijs verdienen meer maatschappelijke waardering. Prestigieuze wedstrijden, gedragen door gerenommeerde bedrijven, maar ook een Staten-Generaal kunnen daartoe bijdragen. • De leerplichtleeftijd zou geleidelijk aan verlaagd moeten worden van 5 naar 3 jaar. • Leerkrachten moeten hoge verwachtingen stellen aan kansarme kinderen, om zo hun ambitie aan te wakkeren. Tegelijk verdienen kansarme leerlingen ook het voordeel van de twijfel. • Niemand heeft baat bij overdiagnostisering of de therapeutisering van elk leerprobleem. Externe diagnoses worden best vermeden. Als er een diagnose nodig is, dan vertrekt die beter bij de leerkracht en bij observatie in de klas. • Ervaren leerkrachten zouden de kans moeten krijgen om zich te professionaliseren tot ‘expertleerkracht’: iemand die expertise kan delen met andere scholen, startende leerkrachten kan begeleiden, leer- of zorgbegeleider kan zijn en de praktijk binnenbrengt in de lerarenopleiding. In maart 2020 werd de Commissie Beter Onderwijs, die bestaat uit acht mensen uit het werkveld (zeven leerkrachten en één directeur, voorzitter Brinckman, red.) en zeven academici opgericht. Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) deed dat als reactie op de dalende prestaties van Vlaamse leerlingen in internationaal vergelijkend onderzoek, zoals Pisa, Pirls en Timms. Weyts: ‘Hierop kunnen we bouwen’ Minister Weyts toont zich tevreden dat het rapport, dat aansleepte door de coronacrisis, er is. ‘In Vlaanderen is er vandaag terecht een grote bezorgdheid over de onderwijskwaliteit, die al jaren achteruitgaat. We moeten daarover een nieuwe consensus zoeken, waarbij we niet met vingers wijzen en niet vervallen in gezaag en geklaag. Het is tijd om vooruit te kijken en te zoeken naar recepten die we kunnen toepassen om de onderwijskwaliteit op te krikken. Met het rapport-Brinckman kunnen we aan de slag. Ongetwijfeld staan er ook zaken in die ik er zelf nooit zou hebben ingezet, maar het slaat wel de hand aan de ploeg. Hierop kunnen we bouwen.’ Blog DS, 27-10-2021 |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 02:35. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.