Een leerkracht voor negen leerlingen in België
 

Per negen leerlingen in ons secundair onderwijs is er één leerkracht aangesteld. Dat blijkt uit een onderwijsrapport van de Oeso. Dat staat te lezen in de ochtendkrant van De Standaard.

Enkel Luxemburg investeert meer geld in leerkrachten secundair onderwijs dan ons land. Zowel Vlaanderen als Wallonië prijkt helemaal bovenaan in die lijst, in het recente OESO-rapport ‘Education at a Glance’, dat begin september werd gepubliceerd. Dat komt niet zozeer door het loon van onze leerkrachten, wél door de grootte van de klassen: gemiddeld één leerkracht per negen leerlingen. Een groot verschil met buurlanden Nederland (1 op de 17), Duitsland (1 op de 14) en Frankrijk (1 op de 13). Het gemiddelde voor alle OESO-landen is 1 op de 13.

‘Het aanbod aan studierichtingen is in België enorm groot en gefragmenteerd’, zegt Dirk Van Damme, onderwijsexpert bij de Oeso. 'Vooral in het technisch en beroepsonderwijs zie je vaak hele kleine klasjes, van twee, drie of vier leerlingen.'

Van Damme wijst vooral op de situatie in het gemeenschapsonderwijs. 'Daar is het principe van de vrije onderwijskeuze heilig. Dus bieden ze op veel plaatsen alle richtingen aan, als tegengewicht voor het katholiek onderwijs. Ook al zitten er amper enkele leerlingen per klas.‘ Volgens Van Damme brengt de structuur van ons onderwijslandschap veel kosten met zich mee.

Bron: http://www.standaard.be/cnt/dmf20140922_01280678 - 22/09/2014

Mening:
In eerste instantie lijkt het mij als toekomstig leerkracht een goede zaak dat men in België met kleinere groepen per leerkracht lijkt te werken. Het ligt voor de hand dat leerstof veel persoonlijker gegeven kan worden en op die manier op de noden van iedere student ingespeeld kan worden. Anderzijds is 1 op 9 uiteraard een statistisch gemiddelde en moet dit genuanceerd worden. Gedetailleerd onderzoek zal moeten uitwijzen of er inderdaad een te groot aanbod bestaat in het gemeenschapsonderwijs en of dit niet enkel aanwezig is om gelijk te kunnen opgaan met het katholiek onderwijs. Vraag is op welke manier de later vandaag voorgestelde begroting met deze kwestie mogelijks zal omgaan.