Dave Sinardet vindt liefst 8,35 miljard euro
Dave Sinardet vindt liefst 8,35 miljard euro
Politicoloog Dave Sinardet maakte de begrotingsoefening op De Standaard Online en was wel erg creatief. Hij vond zelfs iets meer inkomsten en besparingen dan noodzakelijk. En passant stelde hij orde op zaken in de personen- en vennootschapsbelasting. Maak zelf de oefening en stel uw eigen begroting op. INKOMSTEN Notionele interestaftrek: Het voordeel van moeilijke budgettaire tijden is dat je een aantal zaken eens fundamenteel kan herdenken. Er is ruimschoots aangetoond dat het systeem van notionele interestaftrek via fiscale spitstechnologie wordt misbruikt en de kosten veel hoger liggen dan oorspronkelijk gebudgetteerd, terwijl de return in investeringen en werkgelegenheid hoogst onduidelijk blijft. Bovendien bevoordeelt het systeem bijna enkel bepaalde grote internationale bedrijven die soms helemaal geen belasting meer betalen, terwijl KMO’s er maar zeer beperkt van genieten. Daarom schaf ik de notionele interestaftrek volledig af, wat meteen 5,6 miljard oplevert (de fiscale kost in 2010). Vennootschapsbelasting: In ruil voor het bovenstaande verlaag ik lineair het aanslagtarief van de vennootschapsbelasting (dus zeker geen verhoging, zoals in de tabel gesuggereerd). Dit alles leidt tot een herverdeling tussen bedrijven onderling waarbij vooral de KMO’s een goede zaak doen. Omdat er natuurlijk nog bespaard moet worden en omdat de reële vennootschapsbelasting bij ons vandaag vrij laag is in vergelijking met andere landen, investeer ik 4,4 miljard van het door de afschaffing van de notionele interestaftrek gewonnen bedrag in een daling van de vennootschapsbelasting. Netto resultaat voor mijn begroting: 1,2 miljard. Fraude: De voorbije drie jaar leverde een betere bestrijding van de fiscale en sociale fraude 1 miljard op. Een extra inspanning en betere coördinatie tussen de betrokken diensten moet dus opnieuw 500 miljoen kunnen opleveren. Temeer daar de Nationale Bank het totale gefraudeerde bedrag nog steeds op 6,4 miljard becijfert en er dus nog wat marge is. Vermogensbelasting: Een tijdelijke belasting van 0,5 % op vermogens boven de 1,25 miljard euro, buiten het woonhuis en het vermogen voor beroepsactiviteit (zoals voorgesteld in de nota Di Rupo) lijkt zeker billijk in een periode waarin iedereen moet bijdragen en de belasting op arbeid al zeer hoog is. Zelfs in het Frankrijk van Nicolas ‘bling bling’ Sarkozy wordt een extra belasting van 3% op hoge inkomens opgelegd. Terwijl daar al wél een vermogensbelasting bestaat. Probleem is wel dat je hiervoor een vermogenskadaster nodig hebt en dat stel je niet zomaar even op. Misschien moet er dus tijdelijk gekeken worden naar een belasting op de tweede woning, ook een indicatie van een groot vermogen. Vanwege die onzekerheid dus maar 250 miljoen voor deze maatregel. Meerwaardetaks op aandelen: In de meeste andere landen bestaat zo’n taks al, dus dit is geen uitzonderlijke maatregel. Het lijkt ook normaal dat je niet enkel arbeid maar ook winst op aandelentransacties belast. Op aandelen die binnen het jaar weer verkocht worden mag de taks ook een pak hoger liggen om speculatie tegen te gaan. Dit levert dus 500 miljoen op. Bankentaks: Nu de banken al meermaals door de overheid uit de nood werden geholpen, mogen ze ook iets terugdoen in de vorm van een crisisbelasting. Vooral omdat de financiële crisis die ons noopt tot drastische besparingen mee veroorzaakt werd door het onverantwoorde gedrag van een aantal topbankiers. De last moet daarom wel vooral verhaald worden op banken met risicovolle activiteiten, niet op de klassieke spaarbanken. 500 miljoen dus. Energietaks: Het gaat hier eerder om een kernenergietaks. De energiewaakhond CREG schat de winsten van de energieproducenten op hun afgeschreven kerncentrales op 1,8 miljard per jaar en berekende dan ook dat een nucleaire taks van 1,3 miljard fair zou zijn. Een extra 500 miljoen boven de huidige 250 miljoen lijkt dus niet overdreven, zeker niet voor wie even zijn elektriciteitsfactuur onder de loep neemt. Bedrijfswagens: Ook hier een ingrijpende hervorming: de fiscale aftrek voor bedrijfswagens wordt volledig afgeschaft. Met dit systeem subsidieert de overheid het privé-gebruik van (vaak grote en milieu-onvriendelijke) auto’s, terwijl we ondertussen allemaal stilstaan in de file en de luchtkwaliteit verder verslechtert. Volgens de Europese Commissie ligt de subsidiëring van bedrijfswagens door de belastingbetaler nergens zo hoog als in België. En volgens een recente enquête geeft één op drie bezitters van een bedrijfswagen aan dat ze die eigenlijk helemaal niet nodig hebben voor hun werk. Hiermee win ik eensklaps 4,1 miljard per jaar. Omdat bedrijfswagens natuurlijk ook een goedkope manier zijn om mensen extra loon te betalen en omdat de fiscale druk op arbeid al hoog genoeg is en dus zeker niet verder mag stijgen, verlaag ik in dezelfde beweging de lasten op arbeid met het bedrag dat ik win van de bedrijfswagens (bijvoorbeeld door een substantiële verhoging van de belastingvrije som). Dit heeft het voordeel van de duidelijkheid én vermijdt ongewenste effecten. Voor de begroting wordt dit dus een nuloperatie die geen besparing oplevert. Dienstencheques: De dienstencheques blijven een goed middel om zwartwerk wit te maken, maar ze zullen nog steeds hun werk kunnen doen als de fiscale aftrek verdwijnt. 5,25 euro/uur voor een poetshulp is onverantwoord weinig als je weet hoe zwaar het succes van de dienstencheques weegt op de begroting. 500 miljoen dus. Accijnzen: Een hogere taks op tabak en diesel is een klassieker als er begrotingsputten moeten gevuld worden. Maar het is ook nuttig om schadelijk gedrag af te remmen. Dus hier kan nog eens 500 miljoen euro gevonden worden. UITGAVEN Gezondheidszorg: De wettelijk voorziene uitgavengroei van 4,5 % in de gezondheidszorg bleek de voorbije jaren uiteindelijk niet opgebruikt te worden. Een verdere verlaging tot 2 % zal niet evident zijn, maar is wel onvermijdelijk als je 8 miljard moet besparen. Minder dan 2% groei voorzien lijkt echter onmogelijk, aangezien een groot deel van de onvermijdelijke extra kosten door de vergrijzing op conto van de gezondheidszorgen zullen komen. 1,5 miljard dus. Werkloosheid: De uiteindelijke bedoeling hier moet zijn dat mensen voldoende inspanningen doen om werk te vinden. De werkloosheidsuitkeringen degressief maken kan daartoe bijdragen. Ze na een tijd volledig afschaffen lijkt me echter niet noodzakelijk als je een goed systeem van activering en controle hebt. Daardoor kan iemand die geen inspanningen doet al vrij snel geschorst worden, terwijl iemand die dit wel doet en uiteindelijk toch geen job vindt niet nodeloos gestraft wordt. Bovendien levert het stopzetten van de werkloosheidsuitkering nauwelijks een besparing op, maar eerder een gedeeltelijke verschuiving van de kosten naar de gemeenten. De definitief geschorste werklozen zullen namelijk bij het OCMW terechtkomen. Bij de werkloosheidsuitkeringen halen we dus 250 miljoen. Pensioenen: Dat de vervroegde pensioenleeftijd moet opgetrokken worden, lijkt evident in tijden van vergrijzing. Daarnaast zou ook het systeem van brugpensioen afgebouwd moeten worden (wat niet in de tabel staat). Daar komen we al een heel eind mee, waardoor het (voorlopig) niet nodig lijkt om ook de effectieve pensioenleeftijd op te trekken. Tegelijk zouden wel de belemmeringen voor mensen die na hun 65ste nog wel willen werken, moeten weggewerkt worden. De afschaffing van de perequatie van de ambtenarenpensioenen is in de huidige omstandigheden ook billijk. De pensioenhervormingen leveren mij dus 500 miljoen op. Defensie: Het leger ging al van bijna 40.000 man in 2008 naar iets meer dan 33.000 vandaag. Maar een verdere afslanking tot 30.000 is mogelijk door militairen die vertrekken maar gedeeltelijk te vervangen: 250 miljoen euro. Bestuur: Door het ‘selectieve vervangingsbeleid’ daalde het aantal federale ambtenaren de voorbije drie jaar met meer dan 10 000 of 7 % van het totaal. Omdat er nog veel federale ambtenaren zullen vertrekken de komende jaren, kan er hier nog eens 500 miljoen bespaard worden. Maar eigenlijk zouden de andere niveaus hier inspanningen moeten doen want daar stijgt het aantal ambtenaren nog. In de laatste 15 jaar kwamen er bij de gemeenschappen en gewesten bijna 40 000 ambtenaren bij en bij de gemeenten en provincies bijna 60 000. Europa: Er valt best wat te besparen op de werkingskosten van de Europese Unie. Het aantal EU-ambtenaren kan ingeperkt worden en hun vrij riante verloning wat verlaagd. Bovendien zijn ook de extra kosten veroorzaakt door de verplichte zittingen van het Europees parlement in Straatsburg een onverantwoord folietje. Zo kan de bijdrage van België met 100 miljoen euro verminderen. Extra: bijdrage deelgebieden: Tot slot plan ik nog een verhoogde bijdrage van 800 miljoen door de deelgebieden. Dit betekent niet dat zij geld moeten doorstorten aan het federale niveau, het volstaat dat zij middelen niet uitgeven. Europa beoordeelt immers het totale begrotingsresultaat voor alle overheden in België samen. Het uitgespaarde geld blijft dus bij de deelgebieden die zo een stimulans krijgen tot goed bestuur, want met de moeilijke tijden die eraan komen is het noodzakelijk buffers aan te leggen en niet alle beschikbare middelen uit te geven. Charles Michel was al zo vriendelijk om de nutteloze uitgaven voor Brussel en Wallonië op te lijsten. Ook de Vlaamse regering is zonder al te grote problemen tot bijkomende besparingen in staat: dankzij de Lambermont-hervorming kreeg ze destijds heel wat middelen bij waar ze niet om gevraagd had en die ze eigenlijk ook niet nodig had, waardoor het besparen de voorbije jaren al bij al vrij goed meeviel. Ze kan al beginnen met het schrappen van de kindpremie (zoals onlangs aangeraden door de SERV). Die werd enkel bedacht om een Vlaamse kinderbijslag te kunnen uitbouwen als concurrentie voor de federale. Nu de kinderbijslag wordt geregionaliseerd dient die kindpremie dus geen enkel doel meer. Dergelijke sinterklaaspolitiek is ook onverantwoord wetende dat er daardoor federaal meer bespaard moet worden en ook de Vlamingen dat dus harder zullen voelen. Conclusie: zo heb ik voor mijn begroting 8,35 miljard verzameld (4,45 miljard aan de inkomstenkant en 3,90 miljard aan de uitgavenkant). Iets meer dan noodzakelijk, maar in onzekere financiële en economische tijden kan je maar beter wat extra marge inbouwen. Voor je het weet, gaat er weer een bank bijna failliet en mag je nog eens dokken. En passant heb ik meteen wat orde op zaken gesteld in de personen- en vennootschapsbelasting, die doorzichtiger en eerlijker worden. En ik heb niet eens moeten raken aan het spaargeld of moeten goochelen met overheidsgebouwen. Ziezo, nu nog enkel even de staatsschuld afbouwen. Blog DS, 27-10-2011 (Dave Sinardet) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 22:11. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.