PDA

Bekijk de volledige versie : Ik zeg altijd wat ik denk


Barst
2nd June 2006, 00:16
Ik zeg altijd wat ik denk


IK zeg altijd wat ik denk." Dat hoor je wel vaker. Vooral mannen pakken er graag mee uit. Daarbij kijken zij trots en lichtjes hanig in het rond, geheel en al bereid om bewonderende blikken in ontvangst te nemen. Sjonge, stoer, hoe dapper toch: iemand die altijd zegt wat hij denkt. Een held. Mannen zijn graag helden. Anders hadden ze net zo goed een vrouw kunnen zijn.


,,Ik zeg altijd wat ik denk.'' Heel vaak is het gewoon niet waar. Niet iedereen die geen blad voor de mond neemt, zegt wat hij denkt. Om te kunnen zeggen wat je denkt, moet je immers eerst denken, wat niet steeds even goed wil lukken. Soms zegt iemand niet zozeer wat hij denkt, maar wat hij voelt. Hij heeft bijvoorbeeld kiespijn, wat onaangenaam kan zijn. Vervolgens deelt hij mee dat het leven kommer en kwel is. Hij zegt wat hij voelt.

,,Ik zeg altijd wat ik denk.'' Ook dat is natuurlijk onzin. Meestal zeg ik wat anderen denken. Clichés liggen overal op de loer. Zo behoor je vandaag, zeker als wetenschapper, te zeggen dat we leven in een razendsnel evoluerende kennismaatschappij. Bij deze uitspraak hoort een verantwoordelijke blik. De spreker draagt een bril, desnoods zonder glazen. Wat slimme rimpels rondom de ooghoeken boezemen vertrouwen in. Geen geintjes. De toestand is ernstig, maar ik ben bij u, ik, een visionair met slechte ogen.

Yves Leterme schreef twee dagen geleden in deze krant: ,,Onze samenleving bevindt zich op een keerpunt.'' Dat we dat nog mogen meemaken. Hoeveel keerpunten zijn er eigenlijk in de geschiedenis? Hoeveel zijn er per eeuw, hoeveel zijn er per jaar? En mogen we een tijdje dralen op een keerpunt, of moeten we vierklauwens een andere weg inslaan, op zoek naar het volgende breukmoment? Helaas, een keerpunt zien we meestal pas nadat het genomen is. Dat is nu eenmaal de tragiek van de mens: wanneer hij door vaak terechte emotie wordt overmand, ontwaart hij overal keerpunten.

,,Ik zeg altijd wat ik denk.'' Het klopt dus niet. Maar het is ook niet goed. Zonder schijnheiligheid is het leven een kruis. Helaas zij wij in Vlaanderen tegen hypocrisie. Hoe dat precies komt, is niet helemaal duidelijk. Misschien verwerpen wij haar omdat we ze met de vroeger zo machtige kerk associëren. Wij gooien het kind weg met het badwater. Vreselijk, want wij kunnen à la limite wel de kerk, maar zeker niet de hypocrisie missen.

Volslagen eerlijkheid is liefdeloos. Neem nu een man, die zijn vrouw na dertig jaar huwelijksleven op zakelijke toon meedeelt: ,,Vroeger was je toch knapper.'' Om te beginnen is dat doorgaans niet waar. De schoonheid van vrouwen pleegt toe te nemen naarmate de jaren verstrijken. Daarin hebben dames schandelijk veel geluk. Maar, neem nu even dat - het zal niet vaak gebeuren - een man terecht de teloorgang van vrouwelijke schoonheid constateert, wat bezielt hem dan om daar plotseling eerlijk over te zijn? Waarom zwijgt hij niet gewoon, zoals de vorige dertig jaar? Het is niet verboden te verzwijgen wat je denkt. Dat is pas vrijheid.

Vandaag horen we geregeld dat we geen racistische gedachten mogen koesteren. Ook niet als ze verborgen blijven en wij er ons zelf niet van bewust zijn. Zo werden in Nederland schijnbaar politiek correcte psychologiestudenten als racisten ontmaskerd. Subtiel onderzoek wees immers uit dat zij, wachtend bij een bushalte, verder van allochtonen af gingen staan dan van autochtonen. Dat laatste kon alleen te wijten zijn aan verborgen racisme, aldus slimme onderzoekers. De arme studenten dachten zelf dat ze anders dachten, maar zij vergisten zich. Wij hebben er geen idee van hoe slecht wij wel zijn.

Ach, denk ik dan, so what? Het allerbelangrijkste is dat mensen zich niet racistisch gedragen, ook al kost hun dat moeite, ook al zijn ze daarbij misschien een beetje hypocriet en hebben ze diep in hun donkere ziel af en toe nog een laatste onverdraagzaam oprispinkje. Wanneer mensen niet racistisch handelen, volgt hun denken later wel.

Wat ik aan de godgeleerdheid altijd bijzonder aardig heb gevonden, is dat de praktijk er vaak aan de theoretische fundering voorafgaat. Toen het verplichte priestercelibaat in de twaalfde eeuw definitief werd ingevoerd, lagen daar heel praktische motieven aan ten grondslag. Rondtrekkende clerici waren op seksueel vlak al te uitbundig. En grote familiefortuinen konden best een beetje celibaat gebruiken. De theologische grondslag van datzelfde celibaat, met onder meer de totale beschikbaarheid van de priesters voor God en voor de gelovigen, werd pas later in zijn volle glorie uitgewerkt. Eerst komt de praktijk, dan de fundering. Eerst is er de boom, daarna komen de wortels. Zo gaat het wellicht ook met de bestrijding van racisme. Een praktijk die aanvankelijk lichtjes hypocriet is, zuivert op iets langere termijn de ideeën. Voor volledige zuiverheid verwijs ik naar het hiernamaals.


DS, 01-06-2006 (Rik Torfs)

s5052345
10th October 2007, 12:30
Ik vind het zeer positief dat er eindelijk is nagedacht wordt over dit onsterfelijke cliché. Ik vind ook dat men altijd eerst denkt voor men spreekt dus is het vanzelfsprekend dat je altij eerst nadenkt eer je iets zegt. Dit wordt op een zeer intressante manier bekeken want mensen staan bij dit onderwerp gewoon niet stil. Zoals gezegd wordt denken veel mensen hierbij stoer over te komen maar als men er bij nadenkt ontdekt men toch dat het eigenlijk toch niet zo stoer en vanzelfsprekend is als men acht. Ik hoop dat mensen dan is gaan nadenken voor ze nog is zo een uitspraak doen.